923 shares
#columnist
923 shares
Ik snap 'm niet
Geer en Goor en het geheim van de boeren met worst
Laat ik het meteen maar opbiechten: ik heb een zwak voor foute woorden. Dan bedoel ik niet woorden als 'vrouwtje' ter aanduiding van een volwassen dame (“Hij is toch met zo’n leuk vrouwtje getrouwd!”) of 'hut' voor een fatsoenlijke woning (“Ik heb m’n hut volgehangen met moderne kunst.”). Wat Ton dan wél bedoelt? Je leest het in Taalvoutjes - het jubileumboek.Ton den Boon
Niet alleen is Ton hoofdredacteur van De Dikke Van Dale, ook runt hij een eigen uitgeverij (De Weideblik) en heeft hij al heel wat woorden- en andere boeken op zijn naam staan, waaronder het Verdwijnwoordenboek. Van Tons hand kwamen onlangs twee boeken uit: De taal der liefde en Dat gaat 'm niet worden. Wat wij van deze boeken vonden, lees je in onze boekrecensies: Meer van Ton den Boon:
923 shares
Ik snap 'm niet
[intro]“Hoe vaak moet hij drinken?”, vroeg ik. “Zo vaak als hij wilt”, was het antwoord. Toen mijn zoontje net geboren was, kreeg ik een schat van een kraamverzorgster in huis. Ze kwam midden in de nacht langs om uit te leggen hoe we een babybedje moesten opmaken, ze kookte heerlijke maaltijden en beantwoordde elke dag geduldig mijn stortvloed aan vragen. Er was alleen één ding dat me dwarszat. Ze zei steevast ‘hij wilt’ in plaats van ‘hij wil’.[/intro] Door Laura van Eerten In eerste instantie dacht ik dat het te maken had met het vreemde gebruik van ‘komen’ in verband met baby’s. Een gedeelde ergernis met Paulien Cornelisse: ‘”Hoe vaak komt je zoontje per nacht?” werd er door allerlei consultatie-achtige mensen aan mij gevraagd. En daarmee werd bedoeld: “Hoe vaak huilt hij?”’, schreef ze in het boek Taal in 2015. Onder invloed van ‘hij komt’ had mijn kraamhulp haar eigen variant gemaakt met ‘willen’, zo was mijn theorie. Maar pas later realiseerde ik me dat ‘stam + t’ – hij loopt, hij fietst – natuurlijk gewoon de standaardvorm is, en ‘hij wil’ de uitzondering. Het zal het slaapgebrek wel zijn. Wel gek dat het me nooit eerder zo opgevallen is, want sinds die cruciale week hoor ik ‘hij wilt’ echt overal. Een van de tv-commentatoren van de Giro d’Italia, een grote wielerronde, maakte zich er geregeld schuldig aan, en het pas verschenen boek Maar zo heb ik het geleerd! van Wouter van Wingerden begint er zelfs mee. Wouter legt in de inleiding uit dat ‘willen’ ooit een aanvoegende wijs is geweest. Net als ‘leve de koning’ en ‘men neme een ei’ gebruikten mensen vroeger uit beleefdheid ‘hij wille’. In de loop van de tijd is de e afgesleten en werd ‘hij wil’ vervolgens de juiste, onregelmatige vorm. Zoals vaker gebeurt bij dit soort bijna uitgestorven en vergeten constructies past de taal zich langzamerhand aan. Uit een enquête voor Wouters boek blijkt ook dat ‘hij wilt’ steeds meer geaccepteerd wordt: 82% van de zestigplussers vindt het echt fout, maar van de dertigminners is dat nog maar 42%. Deze dertigplusser sluit zich aan bij de zestigers en vindt ‘hij wilt’ fout en extreem lelijk. Maar ondergetekende taalkundige beseft ook dat ze zich erbij neer zal moeten leggen. Want eigenlijk had mijn kraamverzorgster gewoon gelijk: ‘hij wilt’ is veel logischer dan ‘hij wil’. Een tijdje dacht ik niet meer aan het werkwoord ‘willen’. Tot afgelopen week. Er lag een babykaartje in de bus: “Wilt is geboren” ... Geen grap! Mijn kraamhulp zou trots zijn.Over Laura van Eerten Taalkundige bij het Instituut voor de Nederlandse Taal (IvdNT, voorheen INL) en blogger voor de rubriek Woordbaak: we mogen wel stellen dat Laura van Eerten net zo verzot is op onze taal als wij. Of misschien moeten we zeggen: verzot op woorden. Ze was zelf initiatiefnemer en auteur van het boek Waar komt pindakaas vandaan? En 99 andere vragen over woorden en de opvolger Waar komt hagelslag vandaan?, waarover ze al eerder de column Woordbeleg voor ons schreef. Ook zit ze achter de jaarlijkse Weg met dat woord!-verkiezing. [line] Meer van Laura van Eerten:
Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.
923 shares
Ik snap 'm niet
Foto door Tatjana Almuli
[intro]‘Wie zich de streken uit zijn eigen jeugd niet meer voor de geest kan halen, moet eigenlijk niet voor de klas gaan staan.’[/intro]Flexicon
Acht jaar terug kwam ik werken op de school waar ik nog altijd lesgeef. Geen idee had ik dat die kinderen mij op hun beurt de verhalen van de Bijlmer zouden vertellen. Verhalen die zij in vol ornaat vertellen in een mix van Surinaams, Antilliaans, Arabisch en Nederlands; talen die ... Benieuwd naar de hele column? Je vindt 'm in Taalvoutjes - het boek 4.Meester Bart
“Lesgeven begint bij luisteren”, zei deze wijze man ooit. En dat hij dat als geen ander kan, is wel gebleken. Meester Bart deelt anekdotes uit de klas sinds 2012 op Facebook en kreeg zoveel bekendheid met zijn persoonlijke benadering, dat hij inmiddels ook columns in Trouw schrijft. Een bundeling daarvan verschijnt in 2013, onder de titel ‘Ik hoef niet op te letten, ik weet alles al.’ Bovendien is zijn boek 'Meester Bart op zijn best' net verschenen. In dit boek staan zijn beste stukken en uitspraken en nieuw werk waarin Bart je meeneemt in zijn ontwikkeling van ‘probleemleerling’ tot leraar met een missie. Wij vinden het spang!Meer lezen van Meester Bart? Dat kan!
923 shares
Ik snap 'm niet
Foto door Marleen Bekker
Schoonheidsvouwtjes
Techniek die in onze jeugd al bestond, maakt deel uit van de wereld zoals die nu eenmaal is. Wat in onze vroege volwassenheid is uitgevonden, ervaren we als vooruitgang. Maar wat daarna nog erbij komt, dat deugt niet. Dat schreef Douglas Adams en hij heeft me door: tv’s vind ik doodgewoon, computers geweldig, maar drones maken me onrustig. Wat Douglas niet zag, is dat ... Wat zag Douglas niet? Je leest het in Taalvoutjes - het boek 4.Gaston Dorren
Als taaljournalist moet je natuurlijk het naadje van de kous weten als het om taal gaat. Dat taalfouten Gaston Dorren een doorn in het oog zijn, mag dan ook geen wonder heten. We hopen dan ook dat onze hobby hem niet al te veel extra rimpels bezorgt. Anders wijten we die maar aan zijn boek: Vakantie in eigen taal: wat er mooi, gek én fout is aan ons Nederlands. In zijn laatste boek – Lingua - Dwars door Europa in 69 talen – gaat Gaston op reis en maakt hij een tocht langs alle talen van Europa. Lees onze recensie over zijn boek. Meer van Gaston Dorren:
923 shares
Ik snap 'm niet
Foto door Jan Arsenovic
Kijk naar je eigen!
Leedvermaak is zo oud als de mensheid. We vinden het heerlijk om te lachen om andermans stommiteiten. Het deed het vroeger al goed op tv en het halve internet hangt er inmiddels van aan elkaar – op YouTube vind je eindeloze reeksen bloopers, valpartijen en pijnlijk afgestrafte stoerdoenerij. Taalvoutjes is … Tja, wat zijn we? Je leest het in Taalvoutjes - het boek 4.Wouter van Wingerden
Wouter van Wingerden doet naar eigen zeggen ‘iets met taal’. We durven dat wel een understatement te noemen: hij schreef columns voor Nu.nl, werkte bij het Meertens Instituut én was taaladviseur bij Onze Taal. Vorig jaar verscheen het boek Dat hoor je mij niet zeggen! met de mooiste taalclichés die hij samen met Pepijn Hendriks dertien jaar lang verzamelde. Op 7 juni 2017 verscheen zijn boek Maar zo heb ik het geleerd! waar de vijftig heetste hangijzers in de Nederlandse taal aan bod komen. Ruim 17.000 mensen, waaronder véél Taalvoutjesfans, lieten weten wat ze vonden van zaken als 'hij wilt', 'hun hebben', 'uitprinten' en 'een aantal zijn'. Het resultaat is een mix van strenge oordelen, verrassingen en verfrissende inzichten die sommige 'schoolmeesters' zal leren dat niet alles wat ze hebben geleerd ook daadwerkelijk klopt.‘Taalmist trekt op dankzij Wouter van Wingerden’ - Frits Spits Genieten met een grote G voor iedereen die ook maar een beetje liefde voor taal voelt. Een boek dat je wilt (of is het wil?) lezen!’ - Vellah Bogle, Taalvoutjes
Blader door 'Maar zo heb ik het geleerd!':
https://issuu.com/vbku/docs/9789460773266_biw_inkijk Wouter schreef al eerder de column 'Dat scheelt weer een postzegel' en 'Het ruikt nu al lekker!' voor ons. Meer van Wouter van Wingerden:
923 shares
Ik snap 'm niet
Taalparafernalia
Van sommige woorden weet ik nog precies wanneer ik ze voor het eerst las of hoorde. Ik herinner me bijvoorbeeld dat een vriendje op de lagere school steeds ’nogal wietes’ zei. ’s Avonds legde mijn moeder me uit dat dat eigenlijk ‘wiedes’ moest zijn, vanzelfsprekend. Ik herinner me ook hoe … Benieuwd naar Renés lijst van bijzondere woorden? Je leest het in Taalvoutjes - het boek 4.René Dings
Het zijn misschien wel onze favoriete voutjes: onjuiste spaties. En wie zich daar ook maar een beetje aan stoort, kent zonder twijfel SOS (Signalering Onjuist Spatiegebruik). Het onzichtbare brein erachter is René Dings. Alhoewel, helemaal onzichtbaar is hij niet, want van zijn hand verscheen ook het boek ‘Weg om legging’, met de meest hilarische voorbeelden van onjuist spatiegebruik. ‘Lees plezier’, toch René? En wegen liggen blijkbaar sowieso in Dings straatje. Op 21 februari is het nieuwste boek van Renés hand verschenen. Dit keer niet over spaties, maar over straatnamen! We kregen een exclusief voorproefje. Wat we ervan vonden? Dat lees je in onze recensie van het boek 'Over straatnamen met name'. Wat we alvast kunnen verklappen, is dat het boek de moeite waard is voor iedereen die weleens afvraagt hoe een weg aan z'n naam is gekomen. En dus geven we vijf exemplaren weg!WINACTIE
Wil jij kans maken op het boek 'Over straatnamen met name'? Deel dan in een reactie hieronder jouw favoriete straatnaam met ons en laat ook vooral weten waarom je die naam zo leuk, gek, mooi of bijzonder vindt! De vijf origineelste antwoorden belonen we met het boek. Meer van René Dings:
923 shares