#recensie


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro] Wie zoet is krijgt lekkers ... En dat geldt absoluut voor het laatste boek van René Dings. Van Appelbol tot Zeeuwse bolus, elk hoofdstuk is heerlijk om te lezen! [/intro]

Door Fieke van der Perk

Nu Heel Holland bakt niet op televisie te zien is, is dit boek een goede (zo niet betere) plaatsvervanger. Een heus gebakwoordenboek waarin de heerlijkste zoetigheden zijn opgenomen. Van Appelbol tot Zeeuwse bolus, van froufrou tot kletskop en van oudewijvenkoek tot puddingbroodje: elk gebakje heeft een verrassend eigen verhaal.

Dit boek is een absolute aanrader voor iedereen die van lekker eten, en met name van zoetigheid houdt. De smeuïge verhalen, waarin een vleugje humor is verwerkt, zijn om van te watertanden en schijnen nieuw licht op je favoriete lekkernijen. Zo leren we bijvoorbeeld dat het oudst bekende recept voor een appeltaart wordt genoemd in het Engelse kookboek The forme of Cury uit 1390, wat het verschil is tussen een muffin en een cupcake en dat drollen soms bolussen worden genoemd, omdat ze lijken op de Zeeuwse bolus (en dus niet dat de gebakken bolus zijn naam dankt aan de vorm van een hoop mensendrek).

Is dit boek geschikt voor jou?

JA: Je bent nieuwsgierig en geïnteresseerd in waar bepaalde woorden vandaan komen. Daarnaast ben je een echte zoetekauw en zou je het liefst een bijpassend gebakje eten bij elk hoofdstuk van dit boek.

NEE: Als je op dieet bent, ligt dit boek mogelijk zwaar op de maag. Zelfs bij de zwart-wit getekende gebakjes loopt het water je in de mond.

Auteur: René Dings
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Jaar: 2019
Aantal pagina’s: 191
Prijs: €15,-

Psst ... Eerder schreven we een recensie over het boek Over straatnamen met name, ook van René Dings. Benieuwd? Hier lees je 'm!

Hebben?


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]'Columns schrijven is een kunst, een kunde', zegt Wim Daniëls treffend in de inleiding van het boek Er staat een mug op tafel. Sterker nog, Daniëls meent dat de inhoud van een column er in feite niet toe doet; het gaat om de stijl. Volgens hem is een goed geschreven column een stilistisch hoogstandje dat tevens een lach uitlokt. In Er staat een mug op tafel vind je 52 van die hoogstandjes, en dubbel zoveel humor.[/intro] Door Bastiaan Weldring Dat taal en humor goed samengaan, blijkt eens te meer in deze bundel. De columns - één per hoofdstuk - lezen lekker vlot weg en variëren onderling in stijl dankzij de elf verschillende columnisten die aan het boek meewerkten. Die afwisseling is prettig. Tegelijkertijd is het niet alleen de stijl die de columns aantrekkelijk maakt: ze zijn ook inhoudelijk een feest om te lezen. Elke hoofdstukje, nooit meer dan twee pagina's lang, laat je steeds eventjes stilstaan bij een nieuw taalkundig inzicht. Je valt van pure verwondering het ene moment in ongegeneerd gegrinnik het andere. Een leuke wetenswaardigheid uit het boek is dat het kortste Nederlandse gedicht, van de hand Joost van den Vondel, tevens een palindroom is, oftewel een keerwoord (denk aan 'lepel' en 'parterretrap'). Het gaat als volgt: 'U, nu!' Een verrijking van je taalkennis, nietwaar? Een ander mooi voorbeeld is de column van André van der Lugt, die de betekenis van het woord 'draalven' in het gelijknamige hoofdstuk uitlegt. De betekenis volgens Van der Lugt: 'Het hinderlijk achterblijven ten opzichte van de groep tijdens een rondleiding in de mergelgrotten van Limburg.' Later blijkt dat hij het woord ooit zelf heeft bedacht uit irritatie dat er op het woord 'twaalf ' niets rijmt! En warempel, hij heeft gelijk! Probeer maar een rijmend woord te vinden ... (als het lukt, horen we het graag in de reacties.) In de inleiding geeft Daniëls het al aan: het column-genre behoort eerder tot de fictie dan non-fictie. Die gedachte bekruipt je ook tijdens het lezen van deze verhalen, zo wonderlijk zijn sommige. Maar waar de grens tussen waarheid en fantasie soms onduidelijk is, blijft de boodschap van de columnisten helder: taal is veelzijdig, veranderlijk en verrassend. Er staat een mug op tafel nodigt de lezer zo toegankelijk uit om zich over de Nederlandse taal te verwonderen. Is dit boek geschikt voor jou? JA: Zin om te grinniken over taal? Dit boek biedt je ruim de gelegenheid! NEE: Taal of humor zijn niet jouw ding? Dan is dit boek dat ook niet. Auteur: Kees van der Vloed (red.) Uitgeverij: Aspekt Jaar: 2018 Aantal pagina’s: 111

923 shares

Ik snap 'm niet

Kleine spoiler: de titel van Paulien Cornelisses nieuwste boek Taal voor de leuk geeft eigenlijk alles weg over de inhoud. Dit boek gaat over taal. Voor de leuk. We kennen natuurlijk allemaal al Taal is zeg maar echt mijn ding en En dan nog iets. Het nieuwste werk is een waardig opvolger van die twee.  Door Jojanneke Drapers Paulien Cornelisse doet waar zij goed in is: talige en minder talige fenomenen opsporen, observeren en analyseren. Vervolgens beschrijft ze in korte en gevatte stukjes wat haar opvalt. Wie denkt dat Taal voor de leuk een verzameling is van totaal van elkaar geregen losstaande verhaaltjes, heeft het mis: het is een soort Het Jaar Rond in Taal. Stukjes sluiten thematisch op elkaar aan; Sinterklaas, Valentijnsdag en Pasen komen bijvoorbeeld langs - samen met alle clichés die erbij horen - en worden aangevuld met dingen waar ik nog nooit bij had nagedacht, of nog niet wist. Zo schijn je in dertiende-eeuws Engeland, mocht je daar ooit terechtkomen, beter niet over mensen te kunnen zeggen dat ze nice zijn. Tijdens het lezen zul je talloze dingen herkennen. Of het doet je denken aan uitspraken die je zelf zijn opgevallen. De oude dame die opmerkte: "Ik houd niet meer zo van nare dingen", deed mij denken aan al die jonge, hippe mensen die in hun Tinderprofiel graag vermelden dat ze van ‘reizen, lekker eten en leuke dingen doen’ houden – want wie houdt er nou niet van een open deur? Los van dingen waar ik zelf nog nooit over had nagedacht, bespreekt Paulien ook dingen die mij en vast ook de rest van Nederland al waren opgevallen – ook gezien het aantal inzendingen bij Taalvoutjes. Ik was blij (of nou ja, blij?) de reclameslogan van Fonq weer terug te zien: ‘Fonq vind jouw mooi’. Zelfs hierover heeft Paulien geen uitgesproken mening, maar het doet je wel beseffen dat dit een prachtige taalode is aan deze tijd om in je kast te hebben en over vijftig jaar weer eens terug te lezen. Meermalen ziet Paulien de noodzaak om aan te geven dat zij de baas van de taal niet is. Ze heeft niets over te zeggen over hoe mensen spreken, dus observeert ze. Een nuchtere kijk op taal, waar veel mensen wat van zouden kunnen leren. Ik zelf ook nog weleens, merk ik: zo schrijft Paulien Cornelisse ‘seks’ in haar boek als ‘sex’. Daar vind ik iets van, maar wat ga ik eraan doen? Is het boek daardoor minder leuk? Nee. Eigenlijk is Cornelisses kijk op taal een wijze levensles. Observeer, verwonder je, en schrijf er een stukje over.
Is dit boek geschikt voor jou? JA: als je taal liever bewondert dan erover zeurt. NEE: als je liever zeurt over taal dan het bewondert.
Auteur: Paulien Cornelisse Uitgeverij: Cornelisse Jaar: 2018 Aantal pagina’s: 256 Meer van Paulien Cornelisse:

923 shares

Ik snap 'm niet

Ze zijn stokoud en springlevend: Nederlandse spreekwoorden. Hou je er net als ik van om soms zomaar een archaïsch spreekwoord in je vocabulaire te knallen om jezelf een schijn van intellect te geven? Het liefst zo’n spreekwoord waarvan je zelf stiekem ook denkt: waar slaat dit eigenlijk op? Dan moet je zeker het nieuwe Van Dale Spreekwoordenboek eens openslaan. Door Aafke Schoenmaker Waar al die Nederlandse spreekwoorden op slaan, kun je nu dus opzoeken in het Spreekwoordenboek van Ton den Boon, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale. Elk spreekwoord krijgt een beknopte uitleg over de herkomst, gebruik en varianten. Kun je die uitdrukking in een zin gebruiken? Ja, voorbeelden uit kranten, romans en tijdschriften bewijzen dat de spreekwoorden echt nog recent gebruikt zijn. Daarnaast maken de korte informatieve hoofdstukjes over verschillende soorten spreekwoorden dat het boek meer leest als een boek en minder als een opsomming. In het boek staan zo’n vijfhonderd uitdrukkingen die vandaag de dag actief gebruikt worden. Geen zorgen, ik garandeer je dat er ook spreekwoorden in staan die je nog niet kent, maar die je vanaf nu absoluut gaat gebruiken. Wat dacht je van: 'Liever blo Jan dan do Jan'? Of: 'Hoe meer je in de stront roert, hoe harder het stinkt'? Den Boon heeft dus gekozen voor vijfhonderd spreekwoorden, een ‘harde kern’ die nog geregeld worden gebezigd. Dat maakt benieuwd naar de overige  duizend (!) oubollige spreekwoorden in het Nederlands. Mogen we daar ook een boek over om die nieuw leven in te blazen?
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Als je een echte taalfanaat bent die graag onverwacht iets cryptisch als 'de mens is de mens een wolf’ zegt. NEE: Want je houdt niet van taal. Geeft niet, iedere ketter heeft zijn letter, zeg ik altijd maar.
Auteur: Ton den Boon Uitgeverij: Van Dale Jaar: 2018 Aantal pagina’s: 392 __________________________________  

Hebben of meer van Ton den Boon Lezen?


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Wat gaat er verloren als een taal niet meer klinkt? Dat is dé vraag die tijdens het lezen van Kwetsbare talen continu aanwezig is. Niet-kwetsbare talen als Engels en Spaans worden in de hedendaagse samenleving wereldwijd en in toenemende mate gesproken. Talen die (veel) minder sprekers kennen, dreigen daardoor uit te sterven. Kwetsbare talen vestigt de aandacht op dat proces, en gunt de lezer een inkijkje in het unieke karakter van enkele met uitsterven bedreigde talen. [/intro]   Door Bastiaan Weldring In zes hoofdstukken, onderverdeeld per werelddeel, behandelt auteur Ginny Naish vijf talen per continent. De snelheid waarmee die talen dreigen uit te sterven verschilt onderling. Zonder uitzondering echter betreffen het talen met een (klank)rijke geschiedenis, wat het des te treuriger maakt dat hun toekomst zo ongewis is. Belangrijk aan de vraag wat er verloren gaat als een taal niet meer klinkt, is het woord 'klinken'. Een taal klinkt alleen als men de taal actief en in het dagelijks leven spreekt. Ter illustratie daarvan opent de auteur het eerste hoofdstuk met de Noord-Amerikaanse Karok-stam en hun gelijknamige taal, die de stam vermoedelijk al 5000 jaar spreekt. Het aantal hedendaagse sprekers: twaalf! Dat hoeft nog niet het einde van de taal te betekenen. Zo beschrijft Naish het mentor-leerlingimmersieprogramma dat een groepje vrijwilligers heeft opgezet om de taal levend te houden: drie jaar lang brachten jonge sprekers veertig uur per week door met oude moedertaalsprekers om zich de taal eigen te maken. Daardoor zijn er nu vier jonge Karok die het Karok als eerste taal spreken. Een erg precaire situatie dus, met allesbehalve zekerheid over wat de toekomst de taal zal brengen. Maar naast het besef dat die wellicht uitsterft, geeft het voorbeeld ook hoop. De energie die men steekt in het proberen te behouden van de taal is bewonderenswaardig. Een ander bemoedigend voorbeeld is de heropleving van het Cornisch. Deze taal stierf eind achttiende eeuw uit als gevolg van het dominanter wordende Engels in de streek. Doordat de taal destijds al uitgebreid gedocumenteerd was – en de wetenschappelijke belangstelling ervoor nooit verdween – zijn er tegenwoordig inmiddels weer meer dan 500 sprekers van de taal te vinden in de omgeving van Cornwall. Het goed documenteren van een taal loont dus! Vergelijkbare initiatieven zijn in meerdere werelddelen terug te vinden, zo blijkt uit de paragrafen in het boek. Graag zou ik met een positieve noot afsluiten, maar wil ik het boek recht doen –en dat verdient het!– dan moet ik erkennen dat het boek een treurige ondertoon heeft. Hoe kan het ook anders: klanken en woorden die gedurende duizenden jaren zijn gebruikt om liefde of treurnis uit te drukken en die uit de kelen van velen kwamen, raken in de vergetelheid. Dat ís een treurig gegeven. En daarom is het fijn dat dit boek er is, voor het besef dat het creëert: als een taal niet meer klinkt, gaat er meer verloren dan een extern stel woorden. Taal maakt ons tot wie we zijn, en bekommering erom is niets anders dan zelfzorg.
Is dit boek geschikt voor jou? JA: 'Ik spreek, dus ik ben'? Tal van mensen 'zijn' met jou, in dit boek lees je over hen! NEE: Vind je het niet reuze-interessant dat binxo Hadza is voor 'de dode vangst onder je riem dragen'? Beter blijf je dan weg van dit boek!
Auteur: Ginny Naish Uitgeverij: Fontaine Uitgevers BV Jaar: 2014 Pagina’s: 287 Hebben? 

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]‘Zo. Niks meer aan doen.’ Dat dacht ik zaterdagmiddag voordat ik een housewarming annex verjaarsfeestje gaf. Al weken leef ik tussen de rotzooi van onze verbouwing. En een verbouwing vergaat iedereen hetzelfde: je denkt dat je zo klaar bent, maar dat ben je dan toch niet. Een verbouwing is eigenlijk één groot cliché. Toen ik het boekje ‘Het is jouw feestje!’ opensloeg bij de clichés over klussen, steeg het schaamrood me naar de kaken. Bijna alle zinnen zijn wel geroepen in de afgelopen weken.[/intro] Door Stefanie Meijers Pepijn Hendriks en Wouter van Wingerden verzamelen sinds 2003 dagelijkse clichés, die ze op sociale media plaatsen. Nu is er dus ook een boekje, met een bulk zinnen die iedereen net iets te vaak roept. Clichés voor feestjes, op werk, voor tijdens het ontbijt en dus ook voor tijdens het klussen. “Pas je wel een beetje op?”, wanneer mijn vader weer eens wankel op een ladder stond; “Ik waarschuw niet voor niks!” “Ik probeer je alleen maar te helpen!”, toen ik een spijker compleet scheef in het kozijn sloeg. En mijn moeder en mijn vriend schreeuwden “Je probeert het niet eens …” net voordat ik het bijltje er letterlijk bij neergooide. “Nee, want dat helpt!” Terug naar het feestje. Daar wijden Pepijn en Wouter ook een hoofdstuk aan; het is immers ook de titel van het boek. Bladerend door het boek herleefde ik de hele avond, bijna elke zin is wel door iemand gezegd. Op die manier zijn de schrijvers ook begonnen met hun clichéverzameling: op een verjaardagsfeestje hoorden ze allemaal dezelfde zinnen. Op de middag van ons feest liep mijn vriend op zijn sokken door de woning. “Houd je dat aan?” vroeg ik. “Konden jullie het een beetje vinden?” grapte ik naar de eerste gasten. “Wijntje? Rood of wit?” Net na twaalf uur kreeg ik te horen: “En, voel je je al een beetje jarig?” Het was een gezellige avond. Cliché, hè? Het mooie van deze verzamelbundel is dat het je vol met je snoet op je eigen taalgebruik drukt. Vrijwel alles is weleens uit je mond komen rollen. En dat maakt het ook wel een beetje pijnlijk. Na het doorbladeren van dit boekje durfde ik bijna niks meer te zeggen; bang dat ik er een cliché uit zou gooien. Dus, ‘zeg jij ook eens wat’. Dit boek is een perfect cadeau voor je meest cynische vrienden. Een boek voor hun verjaardag. Lekker cliché. Haal het maar vast in huis, dan is dat ook weer gebeurd. Of niet. Het is jouw feestje.
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Je kunt erom lachen als iemand op je taalgebruik wijst. Je bent weleens de woonkamer ingelopen met de volgende zin: “Ik zou even niet naar de wc gaan als ik jullie was!” NEE: Je hele muur hangt vol met spreuken als ‘Wees jezelf, er zijn al anderen genoeg’. Je neemt dit zeer serieus. Je leeft stiekem in een cliché, maar wil daar niet op gewezen worden.
Auteurs: Dagelijks Cliché, Pepijn Hendriks en Wouter van Wingerden Uitgeverij: Van Dale Verschenen: 2017

923 shares

Ik snap 'm niet

  [intro]“Nederlands is echt heel moeilijk om te leren!” Hoe vaak heb je dat wel niet gehoord of zelf gezegd tegen iemand die de taal niet spreekt. Waarom het dan zo moeilijk is, dat weten we dan meestal niet: je spreekt de taal immers zelf. Je gooit ‘er’ tussen zinnen, want dat hoort er nu eenmaal bij. Je weet dat je niet op de kantine eet, maar in de kantine. Dat is gewoon zo. Voor Vinnie Ko, een Koreaanse student in Nederland, is dat helemaal niet zo. In ‘Met hartelijke groente: Nederlands door Koreaanse ogen’ laat Vinnie precies zien hoe raar onze taal is, en waarom het zo moeilijk is om te leren.[/intro] Door: Stefanie Meijers Het boek bestaat uit columns die eerder verschenen in de Groene Amsterdammer en een aantal nieuwe verhalen. In de allereerste column leert Ko dat 'dankjewel' een essentieel woord is in de Nederlandse taal. Vanaf daar neemt hij je mee op zijn reis door Nederland (via broodjes kroket en Sinterklaas) en de Nederlandse taal (je vriend is je vriendje, niet een vriend). De columns zijn ontroerend: je voelt het onbegrip van Vinnie bij zijn pogingen om iets van het Nederlands te maken. Maar het zijn goede pogingen, want Vinnie leert de taal ontzettend snel. Pas wanneer je het boek dichtdoet, en Vinnie je naakt met een bos tulpen voor zijn kruis aankijkt, besef je dat je een boek leest van een jongen die pas een paar jaar hier woont. De beste man maakt grapjes bij de vleet: hij heeft de taal inmiddels helemaal onder de knie. ‘Met hartelijke groente’ is een fijn boekje om je te verwonderen over de onlogica van de Nederlandse taal. De meeste ‘taalvanaten’ (jullie ja, beste lezers van Taalvoutjes) zien alleen wát er fout is. Maar uitleggen waarom iets fout is, is veel lastiger. En dat is precies wat Vinnie steeds tegenkomt in zijn boek. Zelfs de lerares Nederlands zegt: “Dat is nu eenmaal zo!” En zo is het maar net, lieve Vinnie. Nederlands: dat is nu eenmaal zo. Maar blijf het alsjeblieft vragen, want het levert fantastische verhalen op!
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Je vindt het leuk om mensen onze prachtige, rare taal te leren, maar weet niet zo goed hoe dat moet. Vinnie laat je zien hoe je dat het beste kunt doen.  NEE: Je hebt al voor de zoveelste keer ‘De groeten van Knorr’ ingestuurd naar Taalvoutjes en wilde bij het lezen van deze titel ook meteen schreeuwen dat het fout was.
 
Auteur: Vinnie Ko
Verschenen: 2016 Pagina's: 172

Hebben? Je bestelt 'm hier:


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Nederlanders zijn er gek op. Vele potjes van verschillende merken gaan dagelijks over de toonbank. Wim T. Schippers was er zelfs zo’n grote fan van, dat hij er een vloer mee bedekte en het kunst noemde. Jawel, we hebben het over pindakaas. Iedereen kent het, (bijna) iedereen vindt het lekker en iedereen heeft zich weleens afgevraagd waar die naam toch vandaan komt. Want pindakaas is toch helemaal geen kaas? Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) en het Genootschap Onze Taal hebben hun kennis gebundeld en geven in het boek Waar komt pindakaas vandaan? (2013) antwoord op deze vraag en 99 andere vragen.[/intro] Door Fieke van der Perk Waarom zeggen we ‘tachtig’ en niet ‘achtig’? Is het woord ‘boterham’ ontstaan uit ‘boter’ en ‘ham’? En waar zit je eigenlijk echt als je 'in de penarie' zit? Op de achterflap beloven de auteurs snel een "onderhoudend antwoord op de vraag ‘Waar komt pindakaas vandaan?’" en ze stellen niet teleur. Het boek geeft antwoord op vragen waarvan je niet wist dat ze bestonden. Maar als je de vraag eenmaal gezien hebt, wil je bij de meeste toch ook eigenlijk het antwoord wel weten. Al in het eerste hoofdstuk wordt het antwoord op de pindakaasvraag gegeven, maar de woordweetjes die volgen zijn net zo interessant. Elk woordweetje beslaat een pagina van het boek, waardoor je er gemakkelijk een aantal achter elkaar leest (of per ongeluk in één keer het hele boek). Conclusie: dit boek is zeker het lezen waard. Hoe nieuwsgierig je ook bent, de verhalen maken je nog veel nieuwsgieriger en zorgen ervoor dat je je gaat afvragen waar andere uitdrukkingen die je in het dagelijks leven zonder nadenken gebruikt vandaan komen. Ben je nog niet overtuigd of heb je aan dit pindakaasweetje en de andere 99 weetjes niet genoeg? Dan hebben we goed nieuws! Er is namelijk ook een vervolg op dit boek: Waar komt hagelslag vandaan?, waarin nog 100 leuke woordweetjes staan. Ook over dit boek hebben we een recensie geschreven.
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Als je nu toch echt benieuwd bent naar waar pindakaas vandaan komt en meer van dit soort leuke feitjes waarmee je superintelligent over kunt komen op het volgende feestje, dan is dit boek echt iets voor jou. NEE: Pindakaas is pindakaas en wordt vast gemaakt van pinda’s. Als je voldoening haalt uit voorgaande zin, dan is dit boek misschien minder geschikt voor jou.
Auteurs: Laura van Eerten, Josefien Sweep, Rob Tempelaars, Boukje Verheij, Vivien Waszink (INL) en Raymond Noë (Onze Taal) Uitgeverij: Amsterdam University Press Jaar: 2013 Pagina’s: 120   Hebben?

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Met lange tanden aan tafel zitten. Uren naar je bord staren. Wie heeft het vroeger niet gedaan? Wat zei je moeder/vader/tante/opa dan? “Wat je niet lust, slik je maar door!” Of toch iets anders? Jaap Toorenaar heeft de mooiste uitspraken van Nederlandse ouders en grootouders verzameld. ‘De geschiedenis van ons gezinsleven, samengevat in familiespreuken.’[/intro] Door Stefanie Meijers Over eten valt veel te zeggen. Daarom wijdt Toorenaar er misschien wel twee hoofdstukken aan. Als ik bij de familie van mijn vriend zeg dat ik ‘goed’ gegeten heb, roept er altijd wel iemand: “Dan ga je lappen kakken!”, ter nagedachtenis aan hun opa. Ik moest er de eerste keer even over nadenken; de opa noemde textiel altijd 'goed'. Inmiddels gebruik ik de uitspraak zelf ook. Hij had zo in dit boekje gekund. Veel van de uitspraken zijn herkenbaar: je oma had het zo kunnen zeggen. Maar er staan ook nieuwe, minder voor de hand liggende spreuken in. Wat te doen als iemand je iets aanbiedt dat je niet blieft? Een van de tantes uit het boek weet er wel raad mee: “Kind, ik vind het heerlijk, maar ik hou er niet van.” Een vriendelijke steek onder water. ‘Mijn vader zei altijd’ is het vervolg op ‘Mijn moeder zei altijd’. Na het eerste boek bleven de inzendingen maar binnenstromen bij Toorenaar. Het loopt uiteen van lieve, aanmoedigende teksten, tot vuige, stoute en cynische uitroepen. Neem dit boekje ter hand als je behoefte hebt aan troostende woorden. “Alles komt goed met tijd en boterhammen.” “Voor nog niet gelegde eieren hoef je ook nog niet te kakelen.” “Er komen altijd mooiere bootjes dan er wegvaren.” Mooie wijsheden van lieve, oude tantes, ooms en opa’s. Maar het blijft familie en familie kan het nu eenmaal maken om ook gemene dingen te zeggen, als een zusje zich te zwaar opmaakt, bijvoorbeeld: “God schiep de mens en Max Factor zag dat het niet goed was.” Geweldige uitspraak om er eens in te gooien als iemand voor de spiegel staat te tutten. Misschien wel eerst uitproberen op je familieleden, voordat je er vriendschappen mee verpest. Toorenaar kan nog honderden boekjes maken met familiespreuken. ‘Mijn oma zei altijd’ en ‘Mijn betoverachterneef zei altijd’ zullen er misschien nog wel komen. Elke familie heeft z'n eigenaardigheden, maar toch heb je bij alle uitspraken in het boek het idee dat je het je oudoom hoort brommen. Of er schiet je meteen een spreuk uit je eigen familie te binnen. Mijn opa wilde met Pasen dolgraag de paus zien. De televisie had daar echter geen zin in. Opa werd kwaad, beukte op de tv en schreeuwde: “Urbi godverdomme!” Onze hele familie roept dit nu als techniek ons in de steek laat. Misschien stuur ik hem wel in voor ‘Mijn opa zei altijd’.
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Je hebt een familie. Die dingen zeggen. Je houdt van bietjes. Goed zo, want: “Van bietjes krijg je mooie tietjes!” Ik eet vanavond in elk geval bietjes. NEE: Je wilt niet verrijkt worden door mooie uitspraken van de liefste tantes van Nederland. Je houdt ook niet van spruitjes. Zonde. “Van spruiten krijg je mooie kuiten!” Morgen eet ik spruitjes.
Auteur: Jaap Toorenaar Uitgeverij: Thomas Rap Verschenen: April 2017 Pagina’s: 176

Hebben?


923 shares

Ik snap 'm niet

Bijbelse wijsheden voor managers[intro]Mick Verbrugge bespreekt meer dan 250 andere Bijbelse spreekwoorden en uitdrukkingen in Bijbelse wijsheden voor managers. Dit boekje doet dienst als richtlijn voor managers die op gepaste tijd graag een cryptische wijsheid over hun personeel uitstorten.[/intro] Door Berith van Pelt De parallel tussen Jezus die zijn apostelen leidt en de manager die zijn werknemers aanstuurt is natuurlijk snel gelegd. Het boekje is zelfs verdeeld in categorieën, want de Bijbel heeft iets te zeggen over leiderschap, strategie, commercie, management, personeel, medewerkers en financiën. Elk van die categorieën wordt gekoppeld aan het christendom: missionarissen worden gelijkgesteld aan commerciële verkopers en de collecte heeft natuurlijk een link met de financiën van het bedrijf. Voor wie niet thuis is in de christelijke traditie, worden de begrippen aan het begin van het hoofdstuk kort toegelicht. Verbrugge brengt de lezer op het rechte spoor. Elk spreekwoord wordt toegelicht met een korte uitleg en een citaat uit de Bijbel, de derde streng houdt immers de kabel. Sommige daarvan zijn al redelijk in de Nederlandse taal ingeburgerd - wie geeft er niet zo nu en dan een rib uit zijn lijf uit, maar andere zijn minder bekend. Verbrugge maakt op een toegankelijke manier duidelijk waar de spreekwoorden vandaan komen. Als neerlandica had ik het leuk gevonden de link tussen het Bijbelse citaat en de betekenis van het spreekwoord iets meer terug te zien. Dat ‘’t is zo lang als het breed is’ uit de Bijbel komt, heb ik niet onthouden van het christelijk onderwijs dat ik gevolgd heb, dus dat was al een wijsheid op zich. Maar waarom gebruiken we die uitspraak nu zoals we hem gebruiken? Ze zeggen wel dat de stenen spreken, maar ze hebben mij helaas nog niet bereikt.
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Je aanbidt je manager als ware hij God. Of je bent gewoon geïnteresseerd in spreekwoorden en hoe je die kunt gebruiken. En dan het liefst op de werkvloer. NEE: Voor jou hoeft dat geloof allemaal niet zo; doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Of je bent op zoek naar iets meer diepgang over de herkomst van de spreekwoorden.

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]How to Swear Around the World is een boek van Jason Sacher. En wat voor een phrasebook. Een ruime collectie aan scheldwoorden is verzameld in dit kleine boekje. Gelukkig met uitleg erbij, anders heb je geen flauw idee wanneer je in China "Verdorie!" moet roepen, of toch beter "Je draagt een groene hoed!" kunt spuien.[/intro] Door Stefanie Meijers Stel je voor dat je via internet een prachtig hotel in Italië hebt geboekt, maar het in het echt toch verschrikkelijk tegenvalt. Bovendien vertellen de onaardige eigenaren je ook nog doodleuk dat het twee keer zo duur is als afgesproken. Wat te doen? Juist, dit boek erbij pakken en alle pareltjes van scheldwoorden afvuren op je Italiaanse medemens. En niet alleen in Italië komt dit boek van pas; een flink aantal landen met bijbehorende scheldwoorden passeert de revue. De woorden zijn ingedeeld op mate van belediging en onderwerp. Over moeders wordt in deze wereld behoorlijk wat gescholden. Zo leer je dat in het Welsh geaccepteerd wordt om iemands moeder uit te maken voor 'oude houtduif'. In het Koreaans geven ze de voorkeur aan je moeder met een penis te vergelijken. Waar het hart van vol is … Ook het Nederlands wordt uitvoerig beschreven in dit bundeltje. Jason Sacher bewondert het ruime aantal scheldwoorden dat we in ons kleine land gebruiken om iemand ziektes toe te wensen. Het is nog leerzaam ook. Is er iemand die wél al wist dat een ‘takkewijf’ een vrouw is die je een hartaanval toewenst? Precies. Toch maar eens over nadenken voordat je dat naar je tachtigjarige buurvrouw roept als ze haar hondje op je stoep laat poepen. Schelden doen we allemaal en dit boekje laat de creativiteit ervan zien. Na het lezen weet je wat je moet terugroepen als een Serviër je vertelt dat hij hoopt dat je vrouw een duizendpoot baart en jij daarom je hele leven schoenen moet kopen. "Jebo ti pas mater!" bijvoorbeeld, of: "Glupa krava!" Nu snel dit boek kopen om te ontdekken wat dat betekent. En om te weten wat je tegen die Italiaanse hoteleigenaren kunt zeggen. Che cazzo!
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Je gaat scheldend het leven door, maar weet niet zo goed of je vertrouwde ‘tyfuslijer’ evenveel indruk maakt in Korea. Je houdt van poëzie, want ja, dat is dit boek op een bepaalde manier ook. NEE: Je scheldt nooit. Oké, misschien stiekem in je eentje, maar dan iets milds als 'potjandrie'. Laat het boek dan over aan de meer creatieve scheldkunstenaars in de wereld.
Auteur: Jason Sacher Uitgeverij: Chronicle Books Jaar: 2012 Pagina’s: 128 Meteen kopen: