#marten van der meulen


923 shares

Ik snap 'm niet

Fuck yes, eindelijk een boek dat ons leert om vaardiger te vloeken en slimmer te schelden! Het Groot Nederlands Vloekboek geeft een vrolijke verkenning van onze taal. Het neemt ons mee op een duizelingwekkende tocht langs allerlei aspecten van vloeken en schelden in de Lage Landen en ver daarbuiten. Aanstootgevend taalgebruik, zoals vloeken, scheldwoorden, verwensingen en ander onaardigs: het komt allemaal aan bod.  Door Susan Muskee En voor wie nu roept dat een vloekboek over vloeken hoort te gaan en niet over schelden, is er een passend antwoord: Fuck off. Want dit boek is leuk. Niet omdat vloeken en schelden zozeer leuk is (oké, toegegeven, ik ben geregeld grof in de mond en hoopte heel misschien stiekem nog wat smeuïge aanvullingen op mijn vocabulaire te vinden), maar vooral omdat het ontzettend interessant is. Vloeken en scheldwoorden geven inzicht in de samenleving, in onze geschiedenis en in de werking van ons taalbrein. Schrijvers Willem van Beylen, Robbe Verlinden, Marten van der Meulen en Fieke van der Gucht behandelen in elk van de twintig hoofdstukken een vloek, scheldwoord of anderzijds scabreuze taaluiting die in het Nederlands terug is te vinden. Van belhamel tot kloothommel en van teef tot randdebiel, iedere verwensing wordt gelegd langs een meetlat dat de 'scheldschade' aantoont. Vergezeld door kleurrijke tekeningen wordt de herkomst van iedere taaluiting uiteengezet. Daarnaast zorgen weetjes over bijvoorbeeld de klank van scheldwoorden en of je beter pijn kunt verdragen als je vloekt voor een interessante afwisseling. Twintig hoofdstukken is eigenlijk veel te weinig voor een boek als dit. De Nederlandse taal is zóveel vloeken en verwensingen rijk, dat het eigenlijk zonde is om er slechts twintig uit te lichten. Want waarom roepen we wel "Jezus Christus!" maar niet "Jannes Krijgsma!" als die laatste parkeerplek net voor onze neus in wordt gepikt terwijl we al drie rondjes over het parkeerterrein hebben gereden? Is het de klank of toch de betekenis? Waar komt het woord 'schobbejak' vandaan en waarom gebruiken we het vandaag de dag niet meer? Ik heb zo het idee dat Het Groot Nederlands Vloekboek nog minstens vijf vervolgedities zou kunnen krijgen. Tot slot doet Het Groot Nederlands Vloekboek zijn naam eer aan, want groot is ook echt groot. Met een afmeting van 31,5 x 25 x 2 cm en een oranje hardcover is het een imposant voorwerp om in je boekenkast te hebben staan. En je hebt meteen een groots cadeau om een fucking goede beurt te maken op de verjaardag van je lievelingsoma. PS ook leuk: er is zelfs een Groot Vlaams Vloekboek! Is dit boek geschikt voor jou? JA: als je godbetert nu eindelijk weleens nieuwe krachttermen wilt leren om uit het raam te roepen als die achterlijke gladiool van een buurman op zaterdagochtend wéér om godvergeten half acht begint met boren. NEE: als je lid bent van de Bond tegen Vloeken en genoeg hebt aan het roepen van "potjandorie!" als je je kleine teen stoot aan die tyfustafelpoot. Auteurs: Willem van Beylen, Robbe Verlinden, Marten van der Meulen, Fieke van der Gucht Uitgeverij: Lannoo Jaar: 2018 Aantal pagina’s: 272

Hebben?


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Kennen jullie het sprookje over het lelijke eendje? Over een klein zwaantje dat lelijk wordt gevonden omdat het tussen de eenden opgroeit? "Lelijk, jij bent lelijk," zeggen de eenden, alleen maar omdat het afwijkt. Mensen doen hetzelfde met taal. Wat ze niet kennen, of wat afwijkt van wat zij denken dat juist is, dat veroordelen ze. Niks geen begrip, alleen maar boe-geroep. Ik vind dat kortzichtig en saai. Wat 'fout' is, wat afwijkt, dat is juist interessant. Dat dit geldt voor taalfouten wist ik al langer. Sinds kort heb ik echter een nieuw lelijk eendje om te verdedigen: vloeken.[/intro]   Door: Marten van der Meulen   Als ik zeg 'vloeken', dan bedoel ik overigens ook scheldwoorden, verwensingen en andere krachttermen. Ik gooi het allemaal op één hoop. Doet de Bond tegen Vloeken ook. Zij zijn echte eenden: alleen maar boe-geroep en weg ermee. Ik vind vloeken juist interessant. Ze geven namelijk inzicht in onze hersenen, in de ontwikkeling van taal, en in het leren van taal. Neem de titel van dit stuk bijvoorbeeld. De eerste vier woorden werden tijdens een onderzoek naar meertalige vloekers eens uitgeroepen door een Canadese journaliste, die een hamer op haar voet liet vallen. Haar moedertaal was Engels, maar ze sprak ook erg goed Frans. Tot haar verbazing was 'merde' tot haar basiswoordenschat gaan horen. Best verrassend, want over het algemeen schelden tweedetaalleerders uitsluitend in de moedertaal bij heftige emoties. Misschien had deze journaliste het woord vaker gehoord, of waren er andere factoren waardoor ze het had geïnternaliseerd.  Door vloeken te bestuderen leren we dus iets over taalverwerving. Een volgende interessante eigenschap van vloeken is dat ze een pijnstillende werking kunnen hebben. Je leest het goed: weg met paracetamol en morfine, een stevige godverdegodver erin en hopla! Helaas, zo eenvoudig is het niet. Maar wat wel is aangetoond is dat mensen die hun hand in een ijsbad doen, die extreme kou beter kunnen verdragen als ze mogen vloeken. Beter dan wanneer ze 'neutrale' woorden als kaasplankje mogen zeggen. Handig toch! En dat wil men uitbannen ... Vloeken lijken sowieso diep in onze hersenen verankerd te zijn. Meer bewijs daarvoor komt van mensen met taalstoornissen, zoals afasie. Die mensen zijn vaak een deel van hun taal kwijtgeraakt. Soms kunnen ze nog maar een paar woorden uitspreken. Maar wat die mensen vaak nog wél kennen, dat zijn scheldwoorden. Dat lijkt er op te wijzen dat deze woorden niet in hetzelfde deel van de hersenen worden opgeslagen als andere onderdelen van taal. Waarom zouden nou juist teringlijer, kutgast en stomme idioot ergens anders zitten? Een interessante vraag voor meer vloekonderzoek! Taal zelf komt er ten slotte ook niet bekaaid af als je vloeken bestudeert. Hoe boeiend de ontwikkeling van vloekwoorden is, is eenvoudig te demonstreren aan de hand van het Nederlands woord kont. Dat is een gek woord. Het is namelijk verwant aan het Engelse cunt. Maar dát woord betekent kut, terwijl kont je achterste is. Hoe kan dat? Wat kwam er eerst, en hoe kan er een betekenisverandering optreden waardoor dit van het ene gat naar het andere gaat? In feite is er waarschijnlijk in beide gevallen sprake van betekenisvernauwing: aanvankelijk verwees het woord konte waarschijnlijk naar het gehele vrouwelijke onderstel. In het Engels ging het woord naar voren, in het Nederlands naar achter. En dit is nog maar een tipje van de sluier. Over vloeken is zóveel interessants te vertellen. Over hun etymologie, over vloeken vroeger en nu, in verschillende culturen, over bloemen en boefjes, Romeinen en Russen. Zo'n rijke taalschat moet je niet veroordelen: die moet je verdomme omarmen.
het Groot Nederlands VloekboekMarten van der Meulen is een van de auteurs van het Groot Nederlands Vloekboek. En wij mogen vijf exemplaren weggeven! Hoe doe je mee? Verzin het origineelste plantenscheldwoord, deel het met ons in een reactie en maak kans op een van de exemplaren. __________________________________                    

Zeker zijn van een exemplaar of meer van Marten van der Meulen lezen?


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Taal is zo’n alledaags fenomeen dat maar weinig mensen erbij nadenken hoe bijzonder het eigenlijk is. Een groep mensen die dat wél op dagelijkse basis doet, zijn taalwetenschappers (en enkele hobbyisten, zoals ik). Deze taalwetenschappers doen aan de lopende band nieuwe, interessante ontdekkingen over taal en aanverwante zaken. Het bloggersduo Milfje Meulskens - dat bestaat uit Sterre Leufkens en Marten van der Meulen - heeft in het boekje Opzienbarende ontdekkingen over taal dertig van dit soort ontdekkingen beschreven. [/intro] Door Jojanneke Drapers Wist je bijvoorbeeld dat het verband tussen woord en betekenis minder willekeurig is dan vroeger gedacht? Mensen van over de hele wereld met allerlei verschillende moedertalen, noemen een hoekige vorm met veel punten eerder takete dan baluba, terwijl ronde vormen juist eerder de tweede naam krijgen. Deze en nog 29 andere bijzondere wetenswaardigheden over taal worden elk in drie pagina’s beschreven en toegelicht. Kort en krachtig en zeker niet alleen geschreven voor experts in de taalkunde. Het is perfect voor de leek; iemand die houdt van taal, houdt van wetenswaardigheidjes en graag nieuwe dingen leert, is de perfecte lezer van dit boekje. Iemand die graag willekeurige feitjes aan zijn vrienden vertelt, kan ook nog een heel eind komen hiermee. Die vrienden weten namelijk vast nog niet dat er ooit een twitterbot was die taal moest leren door wat mensen tegen haar zeiden, maar binnen 24 uur in een nymfomane Hitler-aanhanger was veranderd. Ondanks dat je voor dit boekje geen enorme voorkennis hoeft te hebben, is het ook voor mensen die al wél veel taalkundige ins & outs weten zeker de moeite waard om dit te lezen. Er wordt ingegaan op veel verschillende velden in de taalwetenschap en er staan vrijwel zeker nog zaken in die zelfs doorgewinterde taalnerds nog niet weten. Daarnaast wordt het allemaal zo helder uitgelegd dat je het ook zó op het volgende feestje weer uit je mouw kunt schudden; je familie op de verjaardag van je oma moet natuurlijk wel weten dat jonge zangvogels ‘taalaanbod’ nodig hebben om te kunnen leren zingen zoals hun soortgenoten – net als mensen.
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Als je altijd al hebt willen weten hoe je ‘dat zei je vrouw vannacht ook’-grappen aan een computer kunt leren, of je graag toontongbrekers uit het Chinees wilt proberen. NEE: Als je het totaal niet interessant vindt dat sommige meubels als ‘meubeliger’ worden bestempeld dan andere en de overeenkomsten van verschillende schriften van over de hele wereld je echt voor geen meter kunnen boeien.
Auteur: Milfje Meuskens Uitgeverij: Van Dale Uitgevers Jaar: 2017 Pagina’s: 128 Lees ook de column van Milfje Meuskens met nog een opzienbarende taalontdekking! Hebben? Bestel hier:   

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Niets is zeker in dit leven, behalve belasting en teddyberen. En nieuws. Zo zeker als de zon iedere dag opkomt, is er iedere nieuwe dag een overvloed aan nieuws. Kranten staan er boordevol mee en ook online komt het nieuws van alle kanten op je afgestormd: sociale media, nu.nl, de NOS-app, PING! BREKEND! Fijn, natuurlijk, dat we zo goed op de hoogte zijn, maar er is ook een nadeel: we zien door de virtuele bomen het bos niet meer. Van GeenStijl tot Huffington Post, van Elsevier tot The New York Times – wie houdt het bij? Gelukkig hebben we jaaroverzichten, die louter hoogtepunten opsommen en de komkommers eruit filteren. Maar één onderwerp ontbrak tot nu toe in de nieuwsoverzichten: taal.[/intro] Waarom zou je dat eigenlijk doen, een taaljaaroverzicht maken? Nou, alleen al om te laten zien hoeveel er eigenlijk gebeurt in en om ons taalgebied. Heb je het meegekregen? Het uitkomen van een nieuwe papieren Dikke van Dale? Het overlijden van taalkunstenaar Drs. P? Hoe werkgeversbaas Hans de Boer het woord ‘labbekakken’ aan de vergetelheid ontrukte? De Wablieft-prijs voor Ann de Craemer en Jan Hautekiet? Het ontstaan van nieuwe woorden als ‘kliktivisme’, ‘sjoemelsoftware’, en ‘journaalkaper’? De ontdekking dat het woordje ‘huh?’ in alle talen van de wereld voorkomt? De invoering van een nieuw, genderneutraal woordje ‘hen’ in het Zweeds, ter aanvulling op hij en zij? Liefhebbers van taalnieuws werden al wel een beetje bediend door het Genootschap Onze Taal: dat vat het belangrijkste nieuws op zijn website samen en publiceert steevast een overzicht in het eerste gedrukte nummer van het jaar (waarvoor hulde). Maar een bundeling van het hele taalnieuwsjaar voor in je boekenkast, inclusief trends, wetenschapsnieuws en interviews met spraakmakers, dat bestond nog niet. Dat is vreemd, want taal is een onderwerp dat enorm leeft onder de mensen. Nederlanders geven onwijs veel om hun taal – zie het eerder genoemde Genootschap en kijk ook eens naar jullie zelf, Taalvoutjes-fans! Een groot voordeel van zo’n overzichtelijk overzicht is dat je trends kunt waarnemen die je met een losse waarneming niet pakt. Was het je bijvoorbeeld al opgevallen dat het achtervoegsel -porn steeds vaker voorkomt (‘foodporn’, ‘mathporn’), terwijl ‘eh’ juist aan populariteit inboet? Ook is de betekenis van het woord ‘vluchteling’ veranderd en zijn er van dat woord allerlei varianten bijgekomen. Piet Paulusma noemt bijvoorbeeld de ‘klimaatvluchteling’ – écht 2015. Het illustreert meteen wat misschien wel het allerleukst is aan zo’n jaaroverzicht en wat wij het ‘Het Aanzien Van-effect’ noemen. Je kent het wel: je pakt een boek met nieuwsfoto’s uit 1965 en meteen voel je je weer provo – of juist die verontruste burger die zich opwindt over gangstermeisjes en nozems. Taal laat zien wie we op een bepaald moment waren: wat we belangrijk vonden, waar we het allemaal over hadden. Als je de taal van een jaar vangt, dan maak je een foto van jezelf. ‘Taal in 2015’ is een momentopname van het Nederlands van vorig jaar – en daarmee van ons allemaal. [line]

milfje meulskensOver Milfje Meuskens Milfje heeft maar één grote passie: taal. Ze schrijft erover op milfje.blogspot.com. En ze heeft passie voor twee. Dat kucover taal in 2015nnen we dan ook weer vrij letterlijk nemen, want Milfje bestaat eigenlijk uit twee personen: Sterre Leufkens en Marten van der Meulen. Zij bespreken, analyseren en constateren, maar bovenal verwonderen ze zich in hun blog over alles wat met taal te maken heeft. Niet gek dat ze er - samen met Ton den Boon en Ruud Hendrikx - een boek over vol schreven. Het taaljaaroverzicht Taal in 2015 is nu verkrijgbaar in de winkel.

Doe mee en win Wij geven vijf exemplaren weg aan de meest originele antwoorden op de vraag: 'Wat wordt het Woord van het jaar 2016? Voorzie jij de toekomst of denk je dat het woord al is ontstaan in de afgelopen twee maanden? We zijn benieuwd naar jouw inzending!' Laat jouw antwoord hieronder achter.

[line]

Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.