Column: Mag het ietsje meer zijn?

Grote kans dat jij deze zaterdagochtend begonnen bent met een heerlijk ontbijtje. Lekker broodje kaas. Beschuitje met jam. Misschien zelfs een gekookt eitje erb...
”Nou, ik ga maar eens ophangen”, zeg ik aan de telefoon tegen m’n moeder. Ze begint te lachen: “Wat ga je waar aan ophangen?” Stilte. Ik, enigszins geïrriteerd: “Ach, je snapt toch wat ik bedoel. Wat moet ik dan zeggen?” Zij: “Laten we het gesprek beëindigen, bijvoorbeeld.” “Ok, nou eh, doei dan.” “Doei.”
Door Laura van Eerten
Het gesprek zat me niet helemaal lekker. Ze had natuurlijk gelijk. De smartphones van tegenwoordig hang je ook niet meer op. Vroeger bestond een telefoon uit een hoorn en een haak en als je uitgepraat was, hing je de hoorn weer op de haak. Toen ik klein was, hadden we thuis zo’n grijs vierkant ding met een draaischijf. Je moest letterlijk de hoorn opnemen en een nummer draaien om iemand aan de lijn te krijgen. ‘Opnemen’, een nummer ‘draaien’ en aan de ‘lijn’: in huidig telefoonland allemaal net zo hopeloos achterhaald als ‘ophangen’.
Na een rondvraag onder vrienden en collega’s blijkt toch bijna iedereen nog ‘ophangen’ te gebruiken voor het beëindigen van een telefoongesprek. Het is ook wel een handige en korte omschrijving, want wat moet je anders zeggen? ‘Het gesprek beëindigen’ klinkt vrij omslachtig en formeel, ‘neerleggen’ is min of meer hetzelfde als ‘ophangen’ en ‘wegdrukken’ kan ook niet, want dat gebruiken we al als we een binnenkomend gesprek juist níet willen beantwoorden. De vraag is trouwens ook wat er precies weg te ‘drukken’ valt, want touchscreens hebben geen knopjes.
Kortom, er klopt niks meer van ons beljargon. Maar of dat erg is? Ik denk het niet. Dat is juist wat taal boeiend maakt. En het is een mooie historische bron. Want over honderd jaar vraagt iemand zich ineens af waarom we ‘ophangen’ zeggen als we een gesprek afsluiten en schrijft daar dan een boekje over: ‘Waar komt ophangen vandaan?’. Leuk toch?!
Over Laura van Eerten
Taalkundige bij het Instituut voor de Nederlandse Taal (IvdNT, voorheen INL) en blogger voor de rubriek Woordbaak: we mogen wel stellen dat Laura van Eerten net zo verzot is op onze taal als wij. Of misschien moeten we zeggen: verzot op woorden. Ze was zelf initiatiefnemer en auteur van het boek Waar komt pindakaas vandaan? En 99 andere vragen over woorden en de opvolger Waar komt hagelslag vandaan?, waarover ze al eerder de column Woordbeleg voor ons schreef. Ook zit ze achter de jaarlijkse Weg met dat woord!-verkiezing.
Meer van Laura van Eerten:
Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.
Grote kans dat jij deze zaterdagochtend begonnen bent met een heerlijk ontbijtje. Lekker broodje kaas. Beschuitje met jam. Misschien zelfs een gekookt eitje erb...
We kunnen niet wachten op de lente en op de bloemen en planten die hun kleuren weer tevoorschijn toveren. Maar de schrijfwijze van de namen van al die mooie pla...
Enkele dagen geleden las ik met veel plezier de column Afkickpoging van Dion van Meel. Zijn verhaal was erg herkenbaar voor me, als lijdend voorwerp van taalnaz...
Gisteren schrik ik me rot! Ik zoek overal, maar kan hem nergens vinden. Iemand heeft hem gestolen. De verleden tijd. Ik vind het al zo gek dat iedereen zo raar ...