Nelleke Noordervliet
Taaletiquette Soms kan ik er nog zwetend van wakker worden. Meer dan vijftig jaar geleden deed ik toelatingsexamen voor de toneelschool. Ik had me er zelf op vo...
”Nou, ik ga maar eens ophangen”, zeg ik aan de telefoon tegen m’n moeder. Ze begint te lachen: “Wat ga je waar aan ophangen?” Stilte. Ik, enigszins geïrriteerd: “Ach, je snapt toch wat ik bedoel. Wat moet ik dan zeggen?” Zij: “Laten we het gesprek beëindigen, bijvoorbeeld.” “Ok, nou eh, doei dan.” “Doei.”
Door Laura van Eerten
Het gesprek zat me niet helemaal lekker. Ze had natuurlijk gelijk. De smartphones van tegenwoordig hang je ook niet meer op. Vroeger bestond een telefoon uit een hoorn en een haak en als je uitgepraat was, hing je de hoorn weer op de haak. Toen ik klein was, hadden we thuis zo’n grijs vierkant ding met een draaischijf. Je moest letterlijk de hoorn opnemen en een nummer draaien om iemand aan de lijn te krijgen. ‘Opnemen’, een nummer ‘draaien’ en aan de ‘lijn’: in huidig telefoonland allemaal net zo hopeloos achterhaald als ‘ophangen’.
Na een rondvraag onder vrienden en collega’s blijkt toch bijna iedereen nog ‘ophangen’ te gebruiken voor het beëindigen van een telefoongesprek. Het is ook wel een handige en korte omschrijving, want wat moet je anders zeggen? ‘Het gesprek beëindigen’ klinkt vrij omslachtig en formeel, ‘neerleggen’ is min of meer hetzelfde als ‘ophangen’ en ‘wegdrukken’ kan ook niet, want dat gebruiken we al als we een binnenkomend gesprek juist níet willen beantwoorden. De vraag is trouwens ook wat er precies weg te ‘drukken’ valt, want touchscreens hebben geen knopjes.
Kortom, er klopt niks meer van ons beljargon. Maar of dat erg is? Ik denk het niet. Dat is juist wat taal boeiend maakt. En het is een mooie historische bron. Want over honderd jaar vraagt iemand zich ineens af waarom we ‘ophangen’ zeggen als we een gesprek afsluiten en schrijft daar dan een boekje over: ‘Waar komt ophangen vandaan?’. Leuk toch?!
Over Laura van Eerten
Taalkundige bij het Instituut voor de Nederlandse Taal (IvdNT, voorheen INL) en blogger voor de rubriek Woordbaak: we mogen wel stellen dat Laura van Eerten net zo verzot is op onze taal als wij. Of misschien moeten we zeggen: verzot op woorden. Ze was zelf initiatiefnemer en auteur van het boek Waar komt pindakaas vandaan? En 99 andere vragen over woorden en de opvolger Waar komt hagelslag vandaan?, waarover ze al eerder de column Woordbeleg voor ons schreef. Ook zit ze achter de jaarlijkse Weg met dat woord!-verkiezing.
Meer van Laura van Eerten:
Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.
Taaletiquette Soms kan ik er nog zwetend van wakker worden. Meer dan vijftig jaar geleden deed ik toelatingsexamen voor de toneelschool. Ik had me er zelf op vo...
Heb jij nog een oude sok vol geld onder je matras liggen, of een lekker groot saldo op je bankrekening? Dan ben jij een rijke stinkerd, zelfs al douche je elke ...
Een recente vrijdagmiddagborrel met een vriendin die in de modewereld zit. “Tuurlijk, Sinterklaas en Zwarte Piet zijn niet meer van deze tijd,” zegt...
“De klassieke witte sneaker krijgt een loveydovey make-over”, schrijft het online lifestylemagazine BALLINNN’. Hoera, een speciale valentijnseditie van een paar...