Woordweetje: steenrijk en straatarm
Wanneer ik vroeger klaagde over moeders sponzige tofublokjes, werd mij steevast de mond gesnoerd. ‘Wees dankbaar dat je te eten hebt,’ zei mijn moeder dan, ‘wan...
Taalliefhebbers zijn ook maar mensen. Dat bewijst Roos Schlikker met haar nieuwe boek Moeder van glas. Waar ze voor ons vijfde boek nog een column schreef over de bijzondere grammatica van haar zoon, snijdt haar eigen boek heel andere thema’s aan. Schlikker schrijft over haar moeder, die onlangs door een noodlottig ongeval overleed.
Door Berith van Pelt
Moeder van glas is geen ode aan de vrouw die haar het leven gaf en ook geen afrekening met haar verleden; het is een zoektocht naar de vrouw achter haar moeder. Die vrouw leerde Schlikker pas laat in haar leven echt kennen. Ze groeide op met een moeder die alles goed vond, in een gezin waar haar vriendinnen graag kwamen omdat daar altijd alles mocht. Het zal voor niemand een verrassing zijn dat het gras bij de buren altijd groener lijkt dan het is. En in het geval van de moeder van Roos was dat zeker zo. De buitenwereld zag het niet, maar Schlikker wist al vroeg dat het in haar moeders hoofd soms anders werkte. In grote gebeurtenissen en kleine details legt ze uit hoe ze merkte dat er een storm woedde in haar moeders hoofd. De manisch-depressieve storm, zoals ze pas veel later zou leren.
Schlikker is zeker niet de eerste die een boek wijdt aan een dierbare met een stormachtige mentale gesteldheid en de gevolgen daarvan op het gezinsleven. Maar ze gaat verder dan alleen een beschrijving van de gebeurtenissen. Ze gaat met haar moeder in gesprek en probeert haar te begrijpen. En ook wie zich niet identificeert met de schrijfster dan wel met haar moeder, voelt mee met de rouw, de frustratie en het onbegrip.
En dat komt natuurlijk door de inhoud van het verhaal, maar hier blijft ook Schlikkers talent voor taal niet onopgemerkt. Ze vertelt haar verhaal in fijn leesbare, rauwe, meeslepende en op gepaste momenten grappige woorden. Met haar boek geeft Schlikker haar moeder een stem en haar eigen verdriet een plaats.
Auteur: Roos Schlikker
Uitgeverij: Pluim
Jaar: 2018
Aantal pagina’s: 198
Meer van Roos Schlikker:
Wanneer ik vroeger klaagde over moeders sponzige tofublokjes, werd mij steevast de mond gesnoerd. ‘Wees dankbaar dat je te eten hebt,’ zei mijn moeder dan, ‘wan...
Nee, ik wil dit niet, maar ik kan niet anders. Hier is het dan: mijn diepste geheim. Elke avond begeef ik me vrijwillig in de hel. Ja, godverdomme, ik kijk Utop...
‘Muisstil’, ‘kiplekker’, ‘beregezellig’, ‘apetrots’. Waarom hangen zo veel bijvoeglijke naamwoorden in de Nederlandse taal toch de beest uit? Door Mark M...
“Nederlands is echt heel moeilijk om te leren!” Hoe vaak heb je dat wel niet gehoord of zelf gezegd tegen iemand die de taal niet spreekt. Waarom het dan...