Woordweetje: Kliek

woordweetje kliek

Kliek is een homoniem, daarom krijg je vandaag drie woordweetjes voor de prijs van een! 

Kliek kan verwijzen naar een exclusieve groep mensen, zowel in positieve als in negatieve zin. Dit komt van het Franse woord clique. De schrijfwijze is in de negentiende eeuw in het Nederlands fonetisch aangepast naar ‘kliek’. 

Het woord kliek wordt echter met dezelfde schrijfwijze en uitspraak ook gebruikt om de overblijfselen van een maaltijd te beschrijven, vaak met het verkleinde kliekje. In deze betekenis heeft kliek niets te maken met het Franse clique, maar is het een verbastering van het middelnederlandse ‘clacke’, dat klad of vlek betekende. In deze context wordt ook wel grappend gezegd dat een kliek het voorstadium van de kliko is; die restjes worden nooit meer opgegeten. 

Een derde betekenis van het woord kliek wordt gevonden in het kolfspel, waarbij een bal tegen een paal geslagen dient te worden om punten te scoren. Het slaghout wordt de kliek genoemd. Ook dit heeft niets met het Franse clique te maken, maar is een onomatopee van het geluid dat het slaghout maakt bij het klappen tegen de bal. 

Video

Video: taalverloedering

Video: taalverloedering

De beroemde rubriek ‘Keek op de week’ van Van Kooten en De Bie ging deze keer over taalverloedering. Dr. E.I. Kipping maakt zoals altijd weer zijn o...


Woordweetje

Woordweetje: Krijg toch allemaal de kolere!

Woordweetje: Krijg toch allemaal de kolere!

Er bestaan zoveel scheldwoorden in het Nederlands die je de akeligste aandoeningen toewensen, dat columnist Mark Mackintosh er beroerd van wordt. Wat ligt er te...


Woordweetje

Woordweetje: Een kletsnatte column

Woordweetje: Een kletsnatte column

Waarschuwing vooraf: de kans bestaat dat dit nogal een oeverloos verhaal gaat worden. Twee kapiteins op één schip maakt de kans op een behouden vaart vrij klein...