#Vivien Waszink


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Mode, kleding, fashion … Het zijn over het algemeen woorden die mij niet enorm aanspreken. Je kunt mij uittekenen in een strakke spijkerbroek met een simpel shirtje, een vestje (‘cardigan’ misschien?) en comfortabele sneakers. Ik volg geen modebloggers, -vloggers of stylisten op Insta of andere sociale media. En tóch vond ik het boekje Klerenwoorden & Modetaal zo leuk dat ik het binnen een paar dagen uit had.[/intro]   Door Jojanneke Drapers Klerenwoorden & Modetaal is dan ook geen boek over mode, maar een boek over taal. En taal, dat vind ik wél leuk. Ik houd van woorden, van etymologie en dus ook van modetaal. Het feit dat een onesie vroeger een hansop heette, en waaróm dat een hansop heette. De verschillende termen die er zijn voor verschillende soort spijkerbroeken. Die sneakers, die in bepaalde termen ook wel bordeelsluipers werden genoemd – want zo geruisloos dat niemand je doorhad. Alle relevante modewoorden anno nu worden besproken. Hipstersnorren, -knotjes en crop tops hebben allemaal zo hun eigen varianten en geschiedenis (wie herinnert zich niet het naveltruitje?). Ook wat minder modieuze zaken als de toga, het bouwvakkersdecolleté en de mamil komen voorbij. En dat in heerlijk informele, luchtige taal. Overigens niet weggeven als je het uit hebt, want over twintig jaar kunnen we weer dubbel liggen om wat we nu hip vinden. Het boekje is opgefrist met prachtige foto’s die de tekst goed illustreren. Het enige nadeel aan Klerewoorden & Modetaal is je soms toch zelf met Google aan de slag moet, bijvoorbeeld om de ‘befaamde’ eikeltjespyjama van Jesse Klaver op te zoeken. Ook wilde ik de RompHim, het rompertje voor volwassen mannen, graag even zelf zien. En hoewel het deze zaken zeker de moeite waard zijn om even op te zoeken, was een foto of tekening in deze gevallen geen overbodige luxe geweest. Vivien Waszink begon dit boekje na haar werk voor Van Dale, waar ze de definities van kledingstukken mocht schrijven. Ze realiseerde zich dat er zoveel meer te vertellen is over kleding en de taal eromheen, en ze had absoluut gelijk – dat heeft ze duidelijk laten zien in Klerenwoorden & Modetaal. Al met al een prachtig boek over de (Nederlandse) cultuur in termen van mode.   Is dit boek geschikt voor jou? JA: Als je van mode houdt. Of van woorden. Of geschiedenis, of cultuur … Of van allemaal. NEE: Als je gruwt van taalverandering en je al die enge, taalverloederende anglicismen het liefst zo snel mogelijk ziet verdwijnen. [line] Auteur: Vivien Waszink Uitgeverij: Van Dale Jaar: 2018 Aantal pagina’s: 136 [line]  

Kopen? Dat kan!


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]“De klassieke witte sneaker krijgt een loveydovey make-over”, schrijft het online lifestylemagazine BALLINNN’. Hoera, een speciale valentijnseditie van een paar mooie Adidasschoenen! Met gezellige hartjes erop natuurlijk. Ik hou BALLINNN’ altijd vooral in de gaten voor hiphopweetjes, maar ook voor het laatste nieuws over mode, ehm … fashion. En dan vooral de urban fashion. ‘Urban’ is de laatste jaren een verzamelterm geworden voor allerlei modetrends of stromingen die vooral in de grote stad hip en happening zijn. [/intro]   Door: Vivien Waszink Het was je vast al opgevallen: in hippe modetaal zit nogal veel Engels. Ik ga nog steeds gewoon de stad in om kleren te kopen, maar in reclames en modeblogs en -vlogs gaat het over fashion en shoppen. En over heels (schoenen met hoge hakken) en flatjes (platte schoenen). De little black dress is dé ultieme basic. Altijd je #OOTD (outfit of the day) posten op social media. En, nooit vergeten: embrace die curves. Ik moet altijd wel een beetje gniffelen als ik zulke teksten lees, want al deze klerenwoorden zijn niet heel gewoon. Maar ook de fantasie van journalisten slaat wel eens op hol als er weer ergens een blitse Engelse term ergens voor bedacht is: een mamil bijvoorbeeld is een middle-aged man in lycra. Man op leeftijd in een iets te strak pakje, op een racefiets. Er wordt nog wel eens op mamils gemopperd, en er wordt gretig voortgeborduurd op dit thema: want een feminist in zo’n pakje, dat is dan een femil, en een echt stokoude man die gaat wielrennen is een vomit: very old man in tights. Maar die woorden hoor je niet veel. Heel gewone termen als broek, jurk, kleren, sjaal en trui hoor je het vaakst. Maar bijna al deze woorden zijn ooit óók geleend, al zie je dat niet altijd zo duidelijk aan de vorm en de uitspraak. Veel klerenwoorden die we al eventjes kennen, komen trouwens uit het Frans: colbert, jarretel en peignoir bijvoorbeeld. En sommige dingen zijn kennelijk zo opvallend (en hardnekkig) dat je ze in meer talen ziet: het beruchte bouwvakkersdecolleté heet in het Engels plumber’s butt en in het Frans hoor je wel eens sourire du plombier, loodgietersglimlach eigenlijk. Maar er zijn intussen ook best veel Engelse klerenwoorden in het Nederland die we heel normaal vinden: ‘legging’ bijvoorbeeld (al wordt de legging een van de ergste zondes van de mode gevonden). En ‘T-shirt’ natuurlijk, dat je met een hoofdletter spelt omdat de vorm van het shirt, als je een beetje je best doet, best wel lijkt op zo’n T. En ook ‘jeans’ is redelijk gewoon geworden, zeker in België. Klerenwoorden en modetaalInteressante kleedjesweetjes genoeg voor een heel boek, leek me, en dus verzamelde ik ze in Klerenwoorden en modetaal. En dan niet alleen weetjes over kleren van vroeger ('borstrokken' en 'hansopjes' bijvoorbeeld), maar ook over die van nu: 'genderneutrale', 'slimme' kleren én 'domme' kleren. Neologismen (nieuwe woorden) over kleren heb je ook: 'hidjabista' bijvoorbeeld, een fashionista met een hidjab (hoofddoek). Ook uitdrukkingen met kleren erin komen voorbij: ‘Het hemd is nader dan de rok’ bijvoorbeeld, maar ook zoiets moderns als 'in je broekje', een kreet die – vooral op sociale media – vaak achter een woord of een naam wordt gezet (soms ook achter een film- of boektitel), meestal om te provoceren of om iemand te beledigen. Ik heb dit boek geschreven omdat ik van taal houd én van kleren. Ik heb Klerenwoorden en modetaal niet als een woordenboek ingedeeld, omdat je vaak zoveel meer klerentaalverhalen kunt vertellen buiten soms wat starre lemma’s om. Maar het is geen stijlgids. Als jij boven je skinny een muffin top (overbloezende vetrol) hebt, vind ik dat geen punt (ik heb 'm zelf waarschijnlijk ook hoor, maar ik draag elke dag een jurk). En mannen – van welke leeftijd dan ook – moeten vooral strakke pakjes dragen als ze daar zin in hebben. En ik spreek en schrijf ook geen hippe fashionblogtaal, want ik ben geen hippe fashionblogger (of -vlogger). Trouwens: dat woord fashion namen we uiteraard ook over uit het Engels, maar waarschijnlijk in de 19e eeuw al. Toen betekende het al ‘dracht, mode’. Maar in het Engels hadden ze het overgenomen uit het Oudfrans. Façon, was het in die taal. En, grappig genoeg gaat ons woord 'fatsoen' terug op datzelfde façon. Maar dat terzijde. Hoe dan ook, fashion is eigenlijk veel minder hip en Engels dan het lijkt. [line] Vivien WaszinkOver Vivien Waszink Waar en wanneer je Vivien ook maar tegenkomt: she is dressed to impress. Het verbaasde ons dan ook niet toen we hoorden dat ze een boek zou gaan schrijven over kleding en taal. Want taal is – naast hiphop – een grote passie van Vivien, die bij het Instituut voor de Nederlandse Taal (INL) werkt en haar afstudeerscriptie schreef over het woord 'leuk'. En haar nieuwe boek is meer dan 'leuk', kunnen we wel zeggen. [line] Kopen!  

Wil je ook je taalcolumn terugzien op onze site? Stuur je column in.


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Verander nooit een succesvolle formule, zullen de makers van het boek Waar komt suikerspin vandaan? (2017) hebben gedacht. Voor de derde keer hebben het Instituut voor de Nederlandse Taal en het Genootschap Onze Taal zich samen ingespannen om een bundel vol met interessante taalvragen- én antwoorden samen te stellen. In 2013 kwam Waar komt pindakaas vandaan? uit (zie hier onze recensie), in 2015 Waar komt hagelslag vandaan? (ook gerecenseerd). Dit jaar verrijken de auteurs onze taalkennis andermaal. Ik kan alvast verklappen: de suikerspin heeft niets met een spin te maken![/intro]   Door Bastiaan Weldring De auteurs beantwoorden de vraag waar het dan wel mee te maken heeft, naast 99 andere vragen, met verve. Met consequent een vraag en antwoord per pagina leent het boek zich uitstekend voor mensen die zich in één ruk een rits aan feiten eigen willen maken. Ook voor diegenen die tijdens een afzakkertje (ken je de betekenis daar al van?) indruk willen maken met een taalkundig weetje, is dit het boek om uit te putten! Daarom licht ik vast een klein tipje van de sluier op! Een afzakkertje, zo leert het boek ons, verwees rond 1730 naar een glaasje brandewijn dat na de thee, koffie of het avondeten werd genuttigd om het eten te laten zakken. Pas een eeuw later zou de term gaan verwijzen naar ‘het laatste drankje’. In die periode kwam eveneens de uitdrukking ‘‘Hij neemt een afzakkertje, maar het loopt verkeerd’’ in zwang. Daarmee bedoelde men dat het drankje niet meer naar beneden liep, maar naar boven kwam ... Misschien wel de leukste eigenschap van dit boek is dat het, net zoals de eerdere twee boeken, aanzet tot verwondering over onze eigen taal. We zijn ons niet altijd echt bewust van welk een verrassend soort woorden we gebruiken. We horen, leren en kiezen woorden in het dagelijks taalgebruik en nemen de betekenis voetstoots aan, zonder dat we eigenlijk weten wat bijvoorbeeld ‘voetstoots’ betekent! Afijn, we kennen de betekenis van het woord wel, maar niet de achtergrond. Wil je die achtergrond voortaan minder snel voetstoots aannemen? In hoofdstuk 19 van Waar komt suikerspin vandaan? leggen de auteurs ook de herkomst van dat woord uit. Laat je verwonderen door dit boek en lees snel ook de overige hoofdstukken!
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Wil je dat men tijdens een afzakkertje voetstoots van jou aanneemt dat een suikerspin niets van doen heeft met spinnen, dan ligt dit boek voor jou te wachten in de schappen! NEE: ‘Taal schmaal!’ en suikerspinnen vind je veel te zoet? Laat dit roze boek dan lekker dicht.
Auteurs: Laura van Eerten, Rob Tempelaars, Boukje Verheij, Vivien Waszink (IvdNT), Saskia Aukema, Eva van Delft, Raymond Noë en Kees van der Zwan (OnzeTaal)  Uitgeverij: Thomas Rap Amsterdam Jaar: 2017 Pagina’s: 125 Hebben? 

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Nederlanders zijn er gek op. Vele potjes van verschillende merken gaan dagelijks over de toonbank. Wim T. Schippers was er zelfs zo’n grote fan van, dat hij er een vloer mee bedekte en het kunst noemde. Jawel, we hebben het over pindakaas. Iedereen kent het, (bijna) iedereen vindt het lekker en iedereen heeft zich weleens afgevraagd waar die naam toch vandaan komt. Want pindakaas is toch helemaal geen kaas? Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) en het Genootschap Onze Taal hebben hun kennis gebundeld en geven in het boek Waar komt pindakaas vandaan? (2013) antwoord op deze vraag en 99 andere vragen.[/intro] Door Fieke van der Perk Waarom zeggen we ‘tachtig’ en niet ‘achtig’? Is het woord ‘boterham’ ontstaan uit ‘boter’ en ‘ham’? En waar zit je eigenlijk echt als je 'in de penarie' zit? Op de achterflap beloven de auteurs snel een "onderhoudend antwoord op de vraag ‘Waar komt pindakaas vandaan?’" en ze stellen niet teleur. Het boek geeft antwoord op vragen waarvan je niet wist dat ze bestonden. Maar als je de vraag eenmaal gezien hebt, wil je bij de meeste toch ook eigenlijk het antwoord wel weten. Al in het eerste hoofdstuk wordt het antwoord op de pindakaasvraag gegeven, maar de woordweetjes die volgen zijn net zo interessant. Elk woordweetje beslaat een pagina van het boek, waardoor je er gemakkelijk een aantal achter elkaar leest (of per ongeluk in één keer het hele boek). Conclusie: dit boek is zeker het lezen waard. Hoe nieuwsgierig je ook bent, de verhalen maken je nog veel nieuwsgieriger en zorgen ervoor dat je je gaat afvragen waar andere uitdrukkingen die je in het dagelijks leven zonder nadenken gebruikt vandaan komen. Ben je nog niet overtuigd of heb je aan dit pindakaasweetje en de andere 99 weetjes niet genoeg? Dan hebben we goed nieuws! Er is namelijk ook een vervolg op dit boek: Waar komt hagelslag vandaan?, waarin nog 100 leuke woordweetjes staan. Ook over dit boek hebben we een recensie geschreven.
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Als je nu toch echt benieuwd bent naar waar pindakaas vandaan komt en meer van dit soort leuke feitjes waarmee je superintelligent over kunt komen op het volgende feestje, dan is dit boek echt iets voor jou. NEE: Pindakaas is pindakaas en wordt vast gemaakt van pinda’s. Als je voldoening haalt uit voorgaande zin, dan is dit boek misschien minder geschikt voor jou.
Auteurs: Laura van Eerten, Josefien Sweep, Rob Tempelaars, Boukje Verheij, Vivien Waszink (INL) en Raymond Noë (Onze Taal) Uitgeverij: Amsterdam University Press Jaar: 2013 Pagina’s: 120   Hebben?
Taalvoutje

Column: Gate

Column: Gate

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]#pepsigate! #drakegate! #tostigate! Gates zijn hip, vooral op sociale media en met een hashtag ervoor. En 'gate' betekent in deze woorden dan ‘schandaal’ of in ieder geval – iets minder groot – ‘ophef’ of ‘relletje’. Maar waar gaan deze jonge schandaaltjes over? Neem Pepsigate. Pepsi maakte een gezellig nieuw reclamespotje: een protestmars, veel politie op de been, ziet er niet al te gezellig uit. Maar gelukkig is daar een mooi lid van de Kardashian-familie, Kendall Jenner. Kendall geeft een agent een blikje Pepsi, en dan is het ineens wel gezellig. "Een happy end door cola", vatte de Volkskrant samen. Wereldwijde hoon volgde, en hopla, het woord 'Pepsigate' was geboren.[/intro] Door: Vivien Waszink En dan de rapper Drake. Die zou optreden, op een vrijdag in januari al. Maar toen toch niet. Toen zou-ie de week erna komen. Maar toen toch niet. Nee, 27 maart, dan kwam hij echt. Maar nee hoor, hij kwam niet. En dat terwijl we allemaal al in de Ziggo Dome zaten te wachten, ik ook. Het nieuwe werkwoord draken – ‘niet komen opdagen bij een afspraak’ – was snel bedacht, maar ook #drakegate deed het goed op Twitter. En hoe zat het ook alweer met het raadsel van de tosti? Nou, zo: Rutger Castricum van PowNews interviewt Tunahan Kuzu, leider van een politieke partij. Het lijkt erop dat Kuzu tijdens het interview een tosti in zijn binnenzak stopt. Hilariteit alom, vooral op Twitter; twilariteit dus eigenlijk. En waarom doet Kuzu dat eigenlijk? Om de tosti warm te houden of om zichzelf warm te houden? Kuzu onthult ‘het mysterie van de tosti’ later in een filmpje (met de X-files-tune er natuurlijk onder): het is geen tosti, maar een telefoonhoesje. Tostigate! Interessant zijn het woordje 'gate' en het verhaal hierachter. Gate komt oorspronkelijk van 'Watergate', de naam van een gebouwencomplex in Washington dat het hoofdkantoor van de Democratische Partij was. In de jaren zeventig speelde zich daar een politiek schandaal af rond Richard Nixon, de toenmalige president. Algauw gingen mensen de naam 'Watergate' niet alleen gebruiken voor het gebouw, maar ook voor het schandaal zelf. Enige tijd later werd een schandaal in Nicaragua ‘het nieuwe Watergate’ genoemd. En weer daarna werd dat stukje 'gate' uit Watergate gehaald en gingen mensen het in de betekenis van 'schandaal' gebruiken in nieuwe samenstellingen. Terwijl het dat eigenlijk helemaal niet betekent: gate betekent zoiets als ‘poort’. Ook in de naam 'Watergate' en voor de gates op Schiphol geldt dit. Misschien lijkt het of taalgebruikers zelf bewust heel actief woordstukjes aan het lospeuteren zijn, maar dat is natuurlijk niet zo. Het is een soort onzichtbaar proces, en ineens zie je een woordje steeds vaker verschijnen. Een gek woordje dus, 'gate'. En kun je het eigenlijk wel als los woord gebruiken? Of moet je het altijd achter een ander woord plakken? Taalkundigen zijn er nog niet helemaal uit. Maar de gates gaan intussen gewoon verder. Monicagate. Mabelgate. Tepelgate (feat. Justin Timberlake en Janet Jackson). Dat zijn al oude gates. Vorig jaar hadden we nog Yurigate, toen turner Yuri van Gelder naar huis werd gestuurd van de Olympische Spelen. En Stiekemgate, het schandaal rond de Commissie Stiekem. En dieselgate natuurlijk: autofabrikant Volkswagen bouwde in sommige typen dieselauto's intelligente software in, om te sjoemelen met resultaten van milieutests. Gate: hoe een verkeerde conclusie, ook een soort taalvoutje eigenlijk, een heleboel mooie nieuwe woorden opleverde. [line] Vivien WaszinkOver Vivien Waszink Twaalf jaar was Vivien Waszink toen ze haar grote liefde ontdekte: de hiphop. En die heeft haar nooit meer losgelaten. Nu, vijfentwintig jaar later, schreef ze er zelfs een boek over, 'Woord!' dat specifiek gaat over de taal van de nederhop. Want taal is een andere passie van Vivien, die bij het Instituut voor de Nederlandse Taal (INL) werkt en haar afstudeerscriptie schreef over het woord 'leuk'. [line] Meer van Vivien Waszink:  

Wil je ook je column terugzien op onze site? Stuur je column in.