Column: Klerenwoorden en modetaal

Pimp je kleding stuk

“De klassieke witte sneaker krijgt een loveydovey make-over”, schrijft het online lifestylemagazine BALLINNN’. Hoera, een speciale valentijnseditie van een paar mooie Adidasschoenen! Met gezellige hartjes erop natuurlijk. Ik hou BALLINNN’ altijd vooral in de gaten voor hiphopweetjes, maar ook voor het laatste nieuws over mode, ehm … fashion. En dan vooral de urban fashion. ‘Urban’ is de laatste jaren een verzamelterm geworden voor allerlei modetrends of stromingen die vooral in de grote stad hip en happening zijn.

 

Door: Vivien Waszink

Het was je vast al opgevallen: in hippe modetaal zit nogal veel Engels. Ik ga nog steeds gewoon de stad in om kleren te kopen, maar in reclames en modeblogs en -vlogs gaat het over fashion en shoppen. En over heels (schoenen met hoge hakken) en flatjes (platte schoenen). De little black dress is dé ultieme basic. Altijd je #OOTD (outfit of the day) posten op social media. En, nooit vergeten: embrace die curves. Ik moet altijd wel een beetje gniffelen als ik zulke teksten lees, want al deze klerenwoorden zijn niet heel gewoon. Maar ook de fantasie van journalisten slaat wel eens op hol als er weer ergens een blitse Engelse term ergens voor bedacht is: een mamil bijvoorbeeld is een middle-aged man in lycra. Man op leeftijd in een iets te strak pakje, op een racefiets. Er wordt nog wel eens op mamils gemopperd, en er wordt gretig voortgeborduurd op dit thema: want een feminist in zo’n pakje, dat is dan een femil, en een echt stokoude man die gaat wielrennen is een vomit: very old man in tights. Maar die woorden hoor je niet veel.

Heel gewone termen als broek, jurk, kleren, sjaal en trui hoor je het vaakst. Maar bijna al deze woorden zijn ooit óók geleend, al zie je dat niet altijd zo duidelijk aan de vorm en de uitspraak. Veel klerenwoorden die we al eventjes kennen, komen trouwens uit het Frans: colbert, jarretel en peignoir bijvoorbeeld. En sommige dingen zijn kennelijk zo opvallend (en hardnekkig) dat je ze in meer talen ziet: het beruchte bouwvakkersdecolleté heet in het Engels plumber’s butt en in het Frans hoor je wel eens sourire du plombier, loodgietersglimlach eigenlijk. Maar er zijn intussen ook best veel Engelse klerenwoorden in het Nederland die we heel normaal vinden: ‘legging’ bijvoorbeeld (al wordt de legging een van de ergste zondes van de mode gevonden). En ‘T-shirt’ natuurlijk, dat je met een hoofdletter spelt omdat de vorm van het shirt, als je een beetje je best doet, best wel lijkt op zo’n T. En ook ‘jeans’ is redelijk gewoon geworden, zeker in België.

Klerenwoorden en modetaalInteressante kleedjesweetjes genoeg voor een heel boek, leek me, en dus verzamelde ik ze in Klerenwoorden en modetaal. En dan niet alleen weetjes over kleren van vroeger (‘borstrokken’ en ‘hansopjes’ bijvoorbeeld), maar ook over die van nu: ‘genderneutrale’, ‘slimme’ kleren én ‘domme’ kleren. Neologismen (nieuwe woorden) over kleren heb je ook: ‘hidjabista’ bijvoorbeeld, een fashionista met een hidjab (hoofddoek). Ook uitdrukkingen met kleren erin komen voorbij: ‘Het hemd is nader dan de rok’ bijvoorbeeld, maar ook zoiets moderns als ‘in je broekje’, een kreet die – vooral op sociale media – vaak achter een woord of een naam wordt gezet (soms ook achter een film- of boektitel), meestal om te provoceren of om iemand te beledigen.

Ik heb dit boek geschreven omdat ik van taal houd én van kleren. Ik heb Klerenwoorden en modetaal niet als een woordenboek ingedeeld, omdat je vaak zoveel meer klerentaalverhalen kunt vertellen buiten soms wat starre lemma’s om. Maar het is geen stijlgids. Als jij boven je skinny een muffin top (overbloezende vetrol) hebt, vind ik dat geen punt (ik heb ‘m zelf waarschijnlijk ook hoor, maar ik draag elke dag een jurk). En mannen – van welke leeftijd dan ook – moeten vooral strakke pakjes dragen als ze daar zin in hebben. En ik spreek en schrijf ook geen hippe fashionblogtaal, want ik ben geen hippe fashionblogger (of -vlogger).

Trouwens: dat woord fashion namen we uiteraard ook over uit het Engels, maar waarschijnlijk in de 19e eeuw al. Toen betekende het al ‘dracht, mode’. Maar in het Engels hadden ze het overgenomen uit het Oudfrans. Façon, was het in die taal. En, grappig genoeg gaat ons woord ‘fatsoen’ terug op datzelfde façon. Maar dat terzijde. Hoe dan ook, fashion is eigenlijk veel minder hip en Engels dan het lijkt.



Vivien WaszinkOver Vivien Waszink
Waar en wanneer je Vivien ook maar tegenkomt: she is dressed to impress. Het verbaasde ons dan ook niet toen we hoorden dat ze een boek zou gaan schrijven over kleding en taal. Want taal is – naast hiphop – een grote passie van Vivien, die bij het Instituut voor de Nederlandse Taal (INL) werkt en haar afstudeerscriptie schreef over het woord ‘leuk’. En haar nieuwe boek is meer dan ‘leuk’, kunnen we wel zeggen.


Kopen!

 

Wil je ook je taalcolumn terugzien op onze site? Stuur je column in.

Column

Column: De kokodril van Denzel

Column: De kokodril van Denzel

We zitten in de kring. “Wat zou je toveren, als je voor één dag een tovenaar was?”, is de vraag. Ik hoor de mooiste dromen, die vooral te maken hebben met een z...


Woordweetje

Woordweetje: puik

Woordweetje: puik

Hollanders zijn handelaren. En met die handelsgeest komt een rijke verkoopvocabulaire goed van pas. Veel woorden die we vandaag de dag gebruiken zijn dan ook to...


Column

Column: Hedendaagse spreekwoorden

Column: Hedendaagse spreekwoorden

“Spreekwoorden, wie gebruikt die nou nog?” Zo reageren mensen vaak als ik opbiecht dat ik spreekwoorden verzamel: levenswijsheden uit grootmoeders t...