#dialecten


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]“Waar kom jij weg?”, vroeg iemand me in keurig Nederlands. Ik snapte het wel, maar het klonk me wat vreemd in de oren. En wanneer ik iemand vroeg hoe het met hem ging, antwoordde hij: “Nou … dat kon minder.” Toen ik hem aankeek, besefte ik dat het dus goed met hem ging. Dat er mensen op Urk wonen vind ik wel logisch, op een voormalig eiland. Echter, hier wonen ze ook óp Erica en óp Klazienaveen en óp Zwartemeer, maar wel weer ín Sleen en ín Emmen. Misschien heeft het te maken met het veen, waarop die eerste drie dorpen gebouwd zijn.[/intro] Door: Hetty van der Kolk Al even geleden zag ik het interview van Paul Witteman met Herman Finkers. Witteman vroeg op een gegeven moment wat Finkers van de hemel verwachtte. Die dacht even na en antwoordde toen: “Je wordt er niet slechter op.” Nee, in het noorden en oosten van ons land is de aard van de mensen en dus ook de taal verschillend van de rest. Het Nederlands daar kun je volgens Erwin Boers in ons Dagblad van het Noorden beter het Noorderlands noemen. Je kunt wel gewoon Nederlands spreken, maar er zijn woorden die je vanuit je eigen streektaal meeneemt terwijl je in het Nederlands spreekt. Het noorden is bijvoorbeeld het land van de sleef en de neefjes. “Wet ie-j niet wat een sleef is … een sleef?” Buurvrouw wees ‘m aan: de soeplepel. “O gattegat, wat een neefjes hier”, meldde buurvrouw Geesje toen we hier net woonden. Ze bedoelde muggen. En als ze die smerige ‘muggen’ weg wil hebben, bedoelt ze de vliegen. Het was leuk om te zien hoe die Witteman echt verbaasd opkeek toen Finkers als antwoord gaf: “Dat kump zo better oet.” Bij het zien van Wittemans blik gaf hij er maar meteen de vertaling bij: “Dat komt zo beter tot zijn recht.” Het is dus niet een letterlijke vertaling; soms loopt de zin gewoon anders. Het is toch veel mooier om met het Twents te zeggen: “hee is uut de tied komm’n” dan “hij is overleden”. Voor zover je in dit geval van ‘mooi’ kunt spreken vanzelf. En waor ìk weg kom? Uut Vorden vanzelf ... eh, natuurlijk. En zoals wij zeggen: in Vodden kö’j wat wodden.

Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.


923 shares

Ik snap 'm niet

Foto: met dank aan Arjen Lubach
[intro]Katten kunnen niet praten. Dat is misschien maar goed ook: ze zouden waarschijnlijk voortdurend betogen afsteken over de onzin van diëten en de noodzaak van laaghangende vogelhuisjes. Maar dat ze niet spreken zoals wij, wil nog niet zeggen dat katten geen taal gebruiken.[/intro] Door Sterre Leufkens De taal van dieren heeft meer overeenkomsten met de taal van mensen dan je misschien zou denken. Een kat kan inderdaad geen speech geven. Maar iedere katteneigenaar weet dat ze wel haar mening kan geven, en hóe. Katten kunnen, net als veel andere dieren, dus wel communiceren over hun wensen. Zweedse onderzoekers vermoeden dat ze daarbij een eigen accent gebruiken. Daar zouden ze niet de enige in zijn: van wolven, Amazonepapegaaien, potvissen en zebravinken weten we dat ze verschillende dialecten hebben. Ook in het leren van taal lijken dieren op mensen. Zebravinken die in hun eerste levensjaar geen zang van groepsgenootjes horen, leren nooit om in hun dialect te fluiten. Zo werkt dat bij mensenjonkies ook: wie als baby geen taalaanbod krijgt, houdt altijd taalproblemen. Verschillen tussen dieren- en mensentaal zijn er ook. Taalkundigen wijzen erop dat dierencommunicatie weinig structuur heeft. Zo gebruiken diverse apensoorten wel woorden, maar combineren ze die niet vaak met elkaar. Als ze al ‘zinnetjes’ maken, dan kunnen de woorden in alle mogelijke volgordes staan. Bij mensen werkt dat anders: bij ons betekent ‘man bijt hond’ iets anders dan ‘hond bijt man’. De volgorde is dus ook belangrijk. Nog een verschil? Dieren doen niet aan taalvoutjes. Ik heb in ieder geval nog nooit een kat zien hinniken om het accent van de buurpoes. Of een aap zien gieren om een mislukte brul. Dieren hebben geen oordelen over elkaars taal. Ze kunnen dus ook nooit lekker lachen om elkaars gegrom, gepiep, en gejank. Wat een gemis! [line] sterre leufkensSterre Leufkens is de auteur van Taal, een boek in de reeks Elementaire Deeltjes (Amsterdam University Press). Het boek beschrijft allerlei facetten van taal, zoals de taal van oermensen, taal in de hersenen, kindertaal, en de taal van dieren. Daarnaast is ze samen met Marten van der Meulen het brein achter de populairste taalblog Milfje Meuskens. Eerder schreef ze een column voor Taalvoutjes - het boek 2 en een stuk over de taalontwikkelingen in 2015

Winactie!

taalWe mogen drie exemplaren van het boek weggeven. Wat je daarvoor moet doen? Niet veel, enkel antwoord geven op de volgende vraag: 'Hoe zou een taalvout van jouw favoriete dier klinken?' Onder de origineelste antwoorden verloten we het boek! Laat je reactie hieronder achter.