De mooiste regionale uitdrukkingen

“Vergeet het ABN, kom maar op met de dialecten! We zijn op zoek naar de mooiste lokale uitdrukkingen uit alle provincies.” Die oproep deden we begin 2015 onder onze Facebookfans. Dat hebben we geweten, we kregen duizenden reacties. Hieronder vind je een kleine selectie van de reacties; de mooiste zijn terug te vinden in de Taalvoutjes-scheurkalender 2016. 

* Noot: dialect laat zich niet altijd uitschrijven. We hebben hierbij de schrijfwijze van de inzender aangehouden. 

Noord-Holland

  • Ik schrik me eigen de touwetering – Ik schrik me te pletter
  • Pijn in je leijer hebbe – Pijn aan het lijf hebben
  • Eve de gait verpennen – Even de geit verpennen; een plasje doen
  • Deêr pik je de drol an ut skoônste end – Daar pik je de drol aan het schoonste eind; het bij het rechte eind hebben
  • Een skip met zure appele – Donkere regenwolken (West-Fries in Noord-Holland)

Zuid-Holland

  • Die is in de piespot gewassen en in de schoorsteen gedroogd -Die ziet er goor uit
  • Boter op je hoofd smeren en zelf droog brood vreten – In de war zijn
  • Tussen 6 plankies liggen/ Tuin op je buik hebben – Dood zijn
  • Die heb een neus om wandluizen mee van de muur te vreten – Die heeft een grote neus
  • Ze kenne beter over je lullen als van je vreten – Laat ze maar roddelen
  • Krèg nah tietuh! – Krijg nou tieten; dat meen je niet! (Den Haag)
  • Hij is helemaal in z’n knollentuin – Hij is helemaal gelukkig
  • Ken je bek nie verder open? – Kan het niet goedkoper? (Rotterdam)
  • Die heit flink veul juun in d’n tuun  – Die heeft grote borsten (Goerree Overvlakkee)

Zeeland

  • Hosternokke! – Godverdomme!
  • Oe momme noe? – Hoe moeten we nu?
  • Ach, ik kiek nie op un bos peeën – Het maakt mij niet zoveel uit
  • Mi je blwôte pikkels int gos lwopn – Met je blote voeten in het gras lopen
  • Een uur in de morgen, is een schof in de dag – Je kunt in een uur ‘s morgens meer doen, dan in tweeëneenhalf uur overdag (Zeeuws-Vlaanderen)

Noord-Brabant

  • Dè maokt menne zeik nie lauw – Dat maakt mijn plas niet lauw; dat doet me niets (Tilburg)
  • As ge oe èige nie kietelt dan laàchte nooit! – Als je jezelf niet kietelt, dan lach je nooit; als je nooit iets voor jezelf doet, dan heb je nooit plezier.
  • En as de ut nie wit kunde ‘t altijd nog behange – Als je het niet wit, kun je het atijd nog behangen; als je het niet meer weet, is er altijd nog een alternatief
  • As is verbrande turref – As is verbrande turf; dat is achteraf gepraat/dat kun je niet meer terugdraaien
  • Meudedè? – Ligt dat binnen het kader van uw bevoegdheden?
  • Mun houtere piejama heej gin zakke. – Mijn houten pyjama (doodskist) heeft geen zakken; ik kan beter mijn geld uitgeven als ik leef
  • Ge zou m oewen zondagse hoed gêve – Je zou hem je laatste stuiver geven
  • Ge kènt me de pot op mi un wolle deken, dan zitte lekker wèrm – Bekijk het maar

Limburg

  • Se makke mij de pis net lauw –  Dat maakt mijn plas niet lauw; dat doet me niets
  • Dae kièk mich an wie einen boetsauto – Hij keek me verbaasd aan
  • Dea ken mich de zuk lekke – Die kan me de rug op
  • Doe kenst mich de poekel aaf roetsjen – Je kan m’n rug af glijden; je kan de pot op
  • Spooj dich lanksaam, gebroëk diene kiëbus – Haast je langzaam, doe alles met verstand
  • Wènts te mit de vot in de däör vils, zèk dan mer èns wèlke däör dich gesjtaoke haet – Als alles tegenzit, dan is het moeilijk de oorzaak daarvan te geven

Overijssel

  • Önder d’n droad deur vret’n – Onder de draad doorvreten; vreemdgaan (Twente)
  • Mangs wa ait nich – Soms wel, niet altijd
  • Zo dik as doezend man – Dronken zijn
  • He-j ‘t nus oonder’n boom lign? –  Is je verkering uit? (Twente)
  • Die hef de goed wies kapot – Hij is niet goed wijs

Gelderland

  • Wat leu wilt hoger driet’n, as ze ’t gat heb zit’n – Sommige mensen willen hoger schijten dan ze het gat hebben zitten; sommige mensen doen zich beter voor dan ze zijn
  • ‘t Schoap an’t drieten an hebbn. –  het schaap aan het schijten aan hebben; de poppen aan het dansen hebben
  • Tis nog nooit zo duuste gewes of ut wurd vaneiges weer lich – Het is nooit zo donker geweest of het wordt vanzelf weer licht
  • Ie könt mie de hakken violen – je kunt me de pot op
  • Goed ien d’n olie sien – Goed in de olie zijn; stomdronken zijn (Nijmegen)
  • Ik bin nogal fyn op ‘e tand – Ik ben nogal fijn op de tand; ik lust alleen het beste
  • Da’s de koe in de kont kijken – Dat is achteraf makkelijk praten
  • Sloerig in de rakker zun – Je niet goed voelen
  • Woar’j nie veur oef te biddn, doar wo’j dikke van – Waar je niet voor hoeft te bidden, daar word je dik van; Van tussendoortjes word je dik
  • Ik loate mien de kachel nit anmaakn – Ik laat me niet gek maken

Drenthe

  • De knien lopen los lus in ’t hok – De konijnen zijn los in het hok; ze heeft geen beha aan
  • Een peerd en een wief moe’j nooit uutlen’n. ‘T peerd kump kruppel weer en ‘t wief zwanger – Een paard en een vrouw moet je nooit uitenen. Het paard komt kreupel terug en de vrouw zwanger.
  • Achteruutkiekn gef kopzeert biet veuruutgaon – Achteruit kijken geeft hoofdpijn als je vooruit gaat

Groningen

  • Dei het goin stuuver om de kont te krabben – Je hebt geen stuiver om je kont te krabben; je hebt niets te besteden
  • Nait soezen, moar broezen! – Geen woorden, maar daden!

Friesland

  • As it net kin sa as it moat, dan moat it mar sa as it kin – Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan
  • It is de boer al lyke folle, as de ko skyt as de bolle – Het is de boer om het even of de koe schijt of de stier
  • Foar de kofje net eamelje – Voor de koffie niet zeuren
  • De tiid hald gjin skoft (Fries) – de tijd houdt geen pauze/ de tijd vliegt
  • Doch dyn plicht en lit de lju mar rabje – Doe je plicht en laat de mensen maar praten
  • Sa ist en net oars, want as ’t oars wie, wie ’t net sa – Zo is het en niet anders, want als het anders was was het niet zo

Utrecht

  • Beter eên dâg leve as ‘n tijger, as honderd as ‘n šchaop – Beter een dag leven als een tijger, dan honderd als een schaap
  • Ažžie altijd grom, heije ’n hondeleve  – Als je altijd gromt, heb je een hondenleven; als je altijd moppert, zie je de zon niet meer

Vlaanderen  

  • K zit doar oep een goei waai – Ik voel me daar thuis (Antwerpen)
  • Tzwin deur de bjèten joagen – Het varken door de bieten jagen; de bloemetjes buiten zetten (West-Vlaams)
  • De kiekens zitn deur den droad  – Ze heeft het koud en ze heeft geen beha aan (West-Vlaams)
Column

Column: Kakkie (+ winactie!)

Column: Kakkie (+ winactie!)

In haar nieuwste boek ‘Taal voor de leuk‘ neemt Paulien Cornelisse ons mee in al haar taalverwonderingen. Van het woordje ‘heul’ (in pla...


Column

Column: Het Groot Dictee

Column: Het Groot Dictee

In Het Groot Dictee komen veel woorden aan bod waar menig Nederland nog nooit van heeft gehoord. Waar blijven de gangbare woorden (en fouten) in het dictee?...