Quiz: als versus dan
Het is misschien wel een van de grootste struikelblokken van het Nederlands. Weet jij wanneer je 'als' of 'dan' moet gebruiken? Test het met de quiz!...
“Ay, dios mío!” verzuchtte X laatst tijdens een wandeling door de Utrechtse binnenstad. Ze was enkele maanden geleden van Sevilla naar de Domstad verhuisd en kon nog niet helemaal aarden. “Wat is het Nederlands toch een moeilijke taal. Ik heb geen enkele houvast, niets waaraan ik de betekenis van woorden of grammaticale constructies kan herkennen.”
Door Mark Mackintosh
Ze had een puntje. Waar het Nederlands met veel plezier leent van het Engels en in het verleden volop van de Franse en zelfs Duitse taal heeft gesnoept, is er weinig interesse geweest in het Spaans. We hebben tachtig jaar lang oorlog met de Spanjaarden gevoerd, maar daar is in de Nederlandse taal niets van terug te zien. Het beperkte lijstje Spaanse leenwoorden heeft voornamelijk met scheepvaart en handel te maken, en in het bijzonder met de wonderbaarlijke producten en natuurverschijnselen die de Spanjaarden in de Nieuwe Wereld zagen. Maïs, orkanen, jaguars en tabak zijn in het Nederlands terechtgekomen via het Spaans, dat op zijn beurt woorden van verschillende indianenstammen heeft toegeëigend. Veel ‘Spaanse’ woorden hebben we eigenlijk te danken aan inheemse volkeren in de Caraïben en aan de Azteken in Mexico en de Inca’s in Peru.
“Geef de moed niet op!” zei ik tegen X. “Ik schrijf woordweetjes voor Taalvoutjes en je hebt me zojuist een idee gegeven voor mijn volgende column: Nederlands voor Spaanse beginners. Oefen je spreekvaardigheid door middel van typisch Nederlandse gesprekken waarin, voor de broodnodige herkenning, Spaanse woorden zijn verweven. Het zijn er niet veel, maar je kunt niet alles hebben. Vámonos!
Spaanse beginner: “Goedemorgen! Mag ik u iets vragen?”
Winkelbediende: “Zucht. Vooruit dan maar, gozer. Maar snel een beetje, want mijn shift zit er bijna op en ik moet naar mijn salsales [Spaans salsa, saus].”
Spaanse beginner: “Ik ben op zoek naar avocado’s [ontlening van het Azteekse ahuacatl, testikel].”
Winkelbediende: “Ziet u links het schap met cacaoproducten [ontlening van het Azteekse cacauatl, cacaoboon]? Daar rechtsaf slaan en dan kom je uit bij de groenteafdeling.”
Spaanse beginner: “Ah, mooi want ik heb ook nog tomaten [ontlening van het Azteekse tómatl, zwellen] nodig en aardappelen om patat [Spaans patatas, ontleend aan Caribische taal] te maken. Ligt daar ook de mayonaise [Spaans mahonesa, genoemd naar populaire saus in Mahón, de hoofdstad van het eiland Menorca]?”
Winkelbediende: “Zeker weten, gap!”
Spaanse beginner: “Perfect, want ik maak ook tapas [Spaans tapa, deksel] en een paëlla.”
Winkelbediende: “Zooo, feestje! Fiesta! En je hebt mazzel, want het wordt lekker weer. Ken je lekker op je patio zitten, met een tequila in de hand!”
Spaanse beginner: “Allemachtig! Wat voor armada [Spaans armada, vloot], komt daar in de haven aan? En wat voor cargo [Spaans cargo, vracht] neemt die mee?
Ouder: “Dat is de boot van Sinterklaas, de goedheiligman, en zijn trouwe hulpjes, de Zwarte Pieten!”
Spaanse beginner: “Zwarte Pieten? Maar dat zijn blanken met zwarte schmink en dikke rode lippen die de clown uithangen! Onder commando [verouderd Spaans comando, bevel] van een oud blank mannetje! Dat is je reinste racisme!”
Ouder: “Doe niet zo moeilijk! Het is een kinderfeest! Kijk maar, ze delen chocola [ontlening van het Azteekse chocolatl, bittere drank] uit! En Sinterklaas komt nota bene uit Spanje!”
Spaanse beginner: “Schandalig, er zou een embargo [Spaans embargo, beslaglegging op goederen] op dit soort vertoningen moeten komen!”
Ouder: “Zeg, wie wil hier integreren?! Nu even niet zo macho [Spaans macho, mannetje, mannetjesdier] doen. Basta[Spaans bastar, genoeg zijn]!”
Spaanse beginner: “Dank je wel voor een geweldige avond. Wat een goed idee om naar dit restaurant te gaan!”
Date: “Ja, ze hebben bijzondere dingen op het menu. Ik had nooit gedacht dat ik een aficionado [Spaans aficionar,genegenheid brengen] zou zijn van alligatorvlees [verbastering van het Spaanse el lagarto, de hagedis]!
Spaanse beginner: “Ja, zolang die maar geserveerd wordt met genoeg aioli!”
Date: “Het is in ieder geval een heerlijke escapade [Spaans escapar, ontsnappen] van de Hollandse keuken. Al weet ik niet of ik ooit nog een lamastoofpotje neem [ontleend aan het Quechua llama, vee]. Waarschijnlijk alleen onder druk van de junta [Spaans junta, bestuur] of de guerilla’s [Spaans guerilla, kleine oorlog] die heersen over de haciëndas waar die beesten worden gefokt!”
Spaanse beginner: “Haha, Hollandse humor is hilarisch!”
Date: “We maken alleen geen grappen over de rekening. Let’s go Dutch. Alles zullen we eerlijk delen. Dan zijn we beiden de sigaar [verouderd Spaans cigarro, ontleend aan Mayawoord siqar, opgerolde tabaksbladeren roken]!
Spaanse beginner: “Ay, caramba [eufemisme voor Spaans carajo, penis]! Ik bedoel, potverdriedubbeltjes!”
WINACTIE: WIN EEN T-SHIRT VAN POCABOCA!
Wat is jouw favoriete Spaanse woord? Deel ‘m hieronder en wie weet belonen we jou met een supercool, megagaaf t-shirt van Pocaboca.nl! Je mag zelf uitkiezen welke je het leukste vindt. Ga je voor Mañana, mañana, Si Señor of toch You had me at ,,Hola”?
Het is misschien wel een van de grootste struikelblokken van het Nederlands. Weet jij wanneer je 'als' of 'dan' moet gebruiken? Test het met de quiz!...
We zijn druk bezig met de Taalvoutjes-scheurkalender van 2025 en kunnen jouw hulp goed gebruiken. Hoe? Geef je mening (óók als je de scheurkalender nog nooit he...
De tijd dat schrijven alleen het tijdverdrijf was voor stoffige, sigaarrokende mannetjes ligt ver achter ons. Schrijven is hip. Tegenwoordig kan iedereen wel ee...
Een pissebed is een vies beestje met een vieze naam. Maar waar komt die naam eigenlijk vandaan?...