Column: Vol
Taal verloedert. Of taal verandert, we zullen er maar aan moeten wennen. De moderne techniek bezorgt ons geregeld nieuwe woorden. ‘Appen’ staat vrijwel gelijk a...
Hollanders zijn handelaren. En met die handelsgeest komt een rijke verkoopvocabulaire goed van pas. Veel woorden die we vandaag de dag gebruiken zijn dan ook tot bloei gekomen in de hoogtijdagen van Neerlands im- en export. Puik is er een mooi voorbeeld van.
Door Jolien Kappert
Het is halverwege de zestiende eeuw, de Gouden Eeuw is in aantocht en er is een levendige textielindustrie in Nederland. Veel Hollandse en Vlaamse wol wordt verwerkt tot laken. Niet de variant die wij nu als beddengoed gebruiken, maar een zware en vervilte wollen stof. Vanwege het grote verschil in kwaliteit moest de proefmeester zorgen dat hij de lakenstoffen juist categoriseerde, zodat de koper blind de goede koos. De term voor de állerbeste stof die Nederland produceerde? Juist: puyck.
Een raadpensionaris uit Delft schrijft: ‘Dat alle de Lakenen, die binnen den Lande van Hollandt gemaeckt werden, alle grove Lakenen zijn, behalven de Puycken, binnen Delf gemaeckt’. Met Puycken werd hier dus bedoeld: het beste, meest voortreffelijke. Voor puyck werd de wol zeer dicht geweven, wat een kwalitatief hoogwaardige en zelfs waterafstotende stof opleverde. Een arbeidsintensieve klus, en daarmee een waar luxeproduct. Puyck was dan ook niet bereikbaar voor het gewone volk.
Een geestige ontdekking is een artikel uit de Leydse Courant van 19 februari 1725, waarin een aantal heren de verkoop van een partij extra puyks puyk laken, leer en beverwol aankondigt. En zo werd puik, in de zoektocht naar superlatieven om de kwaliteit van hun waar te onderstrepen, ineens een bijvoeglijk naamwoord.
Naast puike aardappelen en puike haring werd het woord ook toegepast op zaken in het algemeen en zelfs op personen. Het neusje van de zalm kon je ook ‘het puikje’ van de zalm noemen: het beste van het beste. En het mooiste meisje van de klas? Dat was het puyckje van de buert.
Taal verloedert. Of taal verandert, we zullen er maar aan moeten wennen. De moderne techniek bezorgt ons geregeld nieuwe woorden. ‘Appen’ staat vrijwel gelijk a...
uwe boek de grappigste taalfoutjes uit de klas. En als de titel van een boek het woord 'taalfoutjes' bevat, kunnen wij het natuurlijk niet laten om een recensie...
Van hilarische taalmissers uit o.a. supermarkten, kranten en winkels tot de mooiste versprekingen van onze fans: het wordt dolle pret op het toilet!...
Woorden met een verhaal kom je overal tegen. Op brood bijvoorbeeld. Want wat heeft pindakaas nou met kaas te maken? Waarom is hagelslag eigenlijk bruin van kleu...