#vloeken


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Kennen jullie het sprookje over het lelijke eendje? Over een klein zwaantje dat lelijk wordt gevonden omdat het tussen de eenden opgroeit? "Lelijk, jij bent lelijk," zeggen de eenden, alleen maar omdat het afwijkt. Mensen doen hetzelfde met taal. Wat ze niet kennen, of wat afwijkt van wat zij denken dat juist is, dat veroordelen ze. Niks geen begrip, alleen maar boe-geroep. Ik vind dat kortzichtig en saai. Wat 'fout' is, wat afwijkt, dat is juist interessant. Dat dit geldt voor taalfouten wist ik al langer. Sinds kort heb ik echter een nieuw lelijk eendje om te verdedigen: vloeken.[/intro]   Door: Marten van der Meulen   Als ik zeg 'vloeken', dan bedoel ik overigens ook scheldwoorden, verwensingen en andere krachttermen. Ik gooi het allemaal op één hoop. Doet de Bond tegen Vloeken ook. Zij zijn echte eenden: alleen maar boe-geroep en weg ermee. Ik vind vloeken juist interessant. Ze geven namelijk inzicht in onze hersenen, in de ontwikkeling van taal, en in het leren van taal. Neem de titel van dit stuk bijvoorbeeld. De eerste vier woorden werden tijdens een onderzoek naar meertalige vloekers eens uitgeroepen door een Canadese journaliste, die een hamer op haar voet liet vallen. Haar moedertaal was Engels, maar ze sprak ook erg goed Frans. Tot haar verbazing was 'merde' tot haar basiswoordenschat gaan horen. Best verrassend, want over het algemeen schelden tweedetaalleerders uitsluitend in de moedertaal bij heftige emoties. Misschien had deze journaliste het woord vaker gehoord, of waren er andere factoren waardoor ze het had geïnternaliseerd.  Door vloeken te bestuderen leren we dus iets over taalverwerving. Een volgende interessante eigenschap van vloeken is dat ze een pijnstillende werking kunnen hebben. Je leest het goed: weg met paracetamol en morfine, een stevige godverdegodver erin en hopla! Helaas, zo eenvoudig is het niet. Maar wat wel is aangetoond is dat mensen die hun hand in een ijsbad doen, die extreme kou beter kunnen verdragen als ze mogen vloeken. Beter dan wanneer ze 'neutrale' woorden als kaasplankje mogen zeggen. Handig toch! En dat wil men uitbannen ... Vloeken lijken sowieso diep in onze hersenen verankerd te zijn. Meer bewijs daarvoor komt van mensen met taalstoornissen, zoals afasie. Die mensen zijn vaak een deel van hun taal kwijtgeraakt. Soms kunnen ze nog maar een paar woorden uitspreken. Maar wat die mensen vaak nog wél kennen, dat zijn scheldwoorden. Dat lijkt er op te wijzen dat deze woorden niet in hetzelfde deel van de hersenen worden opgeslagen als andere onderdelen van taal. Waarom zouden nou juist teringlijer, kutgast en stomme idioot ergens anders zitten? Een interessante vraag voor meer vloekonderzoek! Taal zelf komt er ten slotte ook niet bekaaid af als je vloeken bestudeert. Hoe boeiend de ontwikkeling van vloekwoorden is, is eenvoudig te demonstreren aan de hand van het Nederlands woord kont. Dat is een gek woord. Het is namelijk verwant aan het Engelse cunt. Maar dát woord betekent kut, terwijl kont je achterste is. Hoe kan dat? Wat kwam er eerst, en hoe kan er een betekenisverandering optreden waardoor dit van het ene gat naar het andere gaat? In feite is er waarschijnlijk in beide gevallen sprake van betekenisvernauwing: aanvankelijk verwees het woord konte waarschijnlijk naar het gehele vrouwelijke onderstel. In het Engels ging het woord naar voren, in het Nederlands naar achter. En dit is nog maar een tipje van de sluier. Over vloeken is zóveel interessants te vertellen. Over hun etymologie, over vloeken vroeger en nu, in verschillende culturen, over bloemen en boefjes, Romeinen en Russen. Zo'n rijke taalschat moet je niet veroordelen: die moet je verdomme omarmen.
het Groot Nederlands VloekboekMarten van der Meulen is een van de auteurs van het Groot Nederlands Vloekboek. En wij mogen vijf exemplaren weggeven! Hoe doe je mee? Verzin het origineelste plantenscheldwoord, deel het met ons in een reactie en maak kans op een van de exemplaren. __________________________________                    

Zeker zijn van een exemplaar of meer van Marten van der Meulen lezen?


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]De trein rijdt rustig. Rustiger dan ik zou willen; achter me heeft een groepje luidruchtige meiden de treinbank geconfisqueerd. Trein, inboedel en reizigers zijn tot ergernis van velen het komende half uur in bezit van het groepje. Wij, de toeschouwers, willen eruit. [/intro] Ik zie de meisjes niet. Tóch kan ik goed volgen waar ze het over hebben. Woord voor woord. Stembanden en woordkeuzes verraden met welke categorie meisjes ik te maken heb: studenten. Dispuutmeisjes om precies te zijn. Dispuutmeisjes herken je normaliter uit duizenden. Ze hebben altijd een krakende stem, zo’n I was like-stem van MTV, alsof ze nét wakker zijn. Maar deze stemmen klinken anders. Het zijn rauwe stemmen. Stemmen die schuren tegen het dak van de trein, hees geworden door de drank en sigaretten van gisterenavond. Het lukt ze wonderwel om elkaar en alle andere aanwezige passagiers te overstemmen. De piep in hun oren maakt praten op normaal volume waarschijnlijk onmogelijk. Ik wil omkijken, nieuwsgierig geworden naar de juistheid van mijn inschatting. Ik doe het niet, laat mijn fantasie haar werk doen. In gedachten zie ik een vijftal meiden met dispuutjasjes aan. Tweede- of derdejaars, ze praten met ervaring over hun onderwerpen. Op alle ruggen prijkt trots 'LUNA', de dispuutnaam die ze iedere dag dragen met trots. Strakke jeans, hippe sneakertjes, haar in een wat hangende knot en gezicht op standje make-uploos. Zoiets. Met mijn ogen dicht luister ik naar de klassieke verhalen over wat Marlot gisteren zei tegen Jasper nadat ze ‘m vol op de bek had gepakt en over hoe Sofie gedumpt werd door Pieter, maar de volgende dag onder iemand anders lag, de slet. Gaandeweg de reis raak ik gefascineerd. Niet door de inhoud van hun verhalen - een samenvatting van hun avond is snel gemaakt: die pakte die, zij belandde in bed met hem, zij had een soa, "Nee, echt?", "Ja, en nu heeft ze nog vier andere jongens besmet", "Nee echt?", "Ja, fucking niet normaal." Nee, ik raak gefascineerd door juist dát ene woordje. Het woordje dat tijdens het gesprek meermaals terugkomt: fucking. Fucking vet, fucking niet normaal, fucking bizar. De laatste –r wordt overigens door de dispuutmeisjes uitgesproken met een holle tong, geplaatst tegen het achterste gedeelte van het gehemelte. Ook interessant, maar ik besluit mijn focus te leggen op 'fucking'. Mijn fascinatie ligt niet zozeer in het veelvuldig gebruik van het woord, want er wordt dagelijks om me heen behoorlijk wat afgefuckt. 'Fucking' is zo langzamerhand gemeengoed aan het worden in Nederland. Wat me vooral fascineert aan het woord is de afwisseling van de klinker. LUNA speelt met alle fucking kleuren van 'fucking'. In niet meer dan één minuut komen 'fucking', 'facking' en 'focking' voorbij. Fucking, facking en focking. Het striptrio wordt te pas en te onpas gebruikt door LUNA. Gaandeweg het gesprek ontdek ik een verschil tussen de drie. 'Fucking' wordt vooral als het keurige zusje van de andere twee gebruikt. 'Fucking' is zonder poespas. Soms wordt het gebruikt om het klankverschil in klinkers aan te geven. “Ik ga vanmiddag facking vakkenvullen” klinkt natuurlijk niet door de twee a’s. Dus: “Ik ga fucking vakkenvullen. 'Focking' blijkt het grovere broertje, de agressieveling met het korte lontje die nooit ergens zin in heeft. “Hij sloeg ‘m op z’n focking neus!” en “Moet ik weer focking vakkenvullen!”, bijvoorbeeld. Maar de grote winnaar van de treinreis wordt 'facking'. Lekker Amerikaans, lekker populairrr met holle tong. 'Facking' is niet alleen de versie die onder dispuutmeisjes het meest wordt gebruikt, het is de vorm die landelijke bekendheid heeft. Mede te danken aan een RTL5-programma over een niet nader te noemen blonde pop. 'Facking' bekt nou eenmaal lekker in alle omstandigheden. Thuis denk ik aan 'fucking'. Aan de gevarieerde kleuren die 'fucking' in korte tijd heeft gekregen. Aan de 'u', die zonder problemen kan veranderen in de 'o' en de 'a'. 'Fucking' laat andere klinkers toe en staat open voor nieuwe ideeën, nieuwe betekenissen, nieuwe culturen. 'Fucking' past zich aan de situatie aan. 'Fucking' is tolerant. Het woord past bij het Nederland dat wij graag zien, het tolerante Nederland. Ik denk aan andere landen. Zouden zij ook zo tolerant met 'fucking' omgaan? Zouden zij ook meerdere klinkers gebruiken? Ik denk het wel. Sowieso IJsland, het land van de Vikingen. Zij gebruiken hoogstwaarschijnlijk 'ficking'. Mooi hè, de taal? Fucking, facking, focking en ficking mooi.
Dion van Meel is docent Nederlands op een middelbare school in Tilburg en keeper bij Willem II amateurs. Hij schrijft graag columns en korte verhalen over dingen die hem opvallen in de wereld van het voetbal, het onderwijs en de Nederlandse taal. Je kunt zijn overdenkingen ook volgen op Facebook en via dionvanmeel.nl, en natuurlijk hier! Lees meer taalcolumns van Dion.
Wil je zelf je taaloverdenkingen terugzien op onze site? Stuur je column in. Bewaren

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Woorden kunnen extreme reacties veroorzaken. Daar weet ik alles van. Een briefje met ‘Ik hou godverdomme nog steeds van je’ leidde tot een straatverbod, terwijl ik toch de moeite had gedaan het met een fantastisch mooi lint aan haar dode kat te binden. Maar dankzij een poster in een station weet ik nu waar mijn fout lag: vloeken is stom. Oh, en de nieuwe Läckberg is ‘bijna ondraaglijk spannend’, maar dat was een andere poster.[/intro] Matthijs le Loux   Door: Matthijs le Loux   Het is makkelijk grappen te maken over de Bond tegen vloeken. Zo makkelijk. Bijna te makkelijk. Deze koene borsten verzetten zich met hun posters al decennialang vroom tegen onoorbaar taalgebruik (en onnodige hoofdletters in organisatienamen). Dat valt niet mee: buitenlanders verbazen zich geregeld over ons erudiete vloekwerk, zoals woordweter Mark Mackintosh constateerde. Een kniesoor die een probleem maakt van ziektes die hier nagenoeg uitstierven toen men het poepen in greppels en grachten ging behandelen als een zeldzame traktatie na een avondje uit en niet als dagelijkse routine. Dat schept een comfortabele mentale afstand tussen ons en het grimmige ziekbed van een patiënt die de ‘godgloeiende teringtyfus’ oploopt. Het grootste probleem voor strijders tegen kleurrijk taalgebruik is niet dat het moeilijk is om mensen te overtuigen dat een almachtig opperwezen moet huilen als iemand vloekt. Het voornaamste struikelblok is dat vloeken wérkt. Wetenschappelijk onderzoek suggereert dat mensen beter met pijn kunnen omgaan als ze er een krachtterm uitgooien. En nee, ‘potjandorie’ en ‘chips’ tellen niet mee. De keerzijde is dat het effect kleiner wordt naarmate je vaker vloekt. Frequente vloekers lijken zelfs een lagere pijngrens te hebben dan mensen die kiezen voor andere manieren om hun onvrede te uiten over natuurkundige formules zoals Ongecoördineerde beweging + Tafelrand = @#%^$!. Het loont dus wel om een beetje zuinig te zijn op je reservoir van vrij te combineren ziektes, biologische functies en lichaamsdelen. Zet dat maar op een poster.