Ik snap 'm niet
[intro]“Met mijn ventje mosselkes eten aan ’t zeetje.” Op de foto: een manspersoon van om en bij de 130 kilo schoon aan de haak, een pot jumbomosselen en een deel van de 750.000 vierkante kilometer grote Noordzee. Vanwaar dan die irritante verkleinwoorden? Infantiel gekwek staat al jaren in mijn top 5 van taalkwellingen. Tot mijn grote ergernis rukt het onnodig gebruik van diminutieven op. Tijd om paal en perk te stellen aan de kneuterigheid![/intro]
Door: Peggy van der Auwera
Jofele tafereeltjes
Op sociale media zijn ze schering en inslag, die vermaledijde verkleinwoordjes. Ze dienen vooral om te benadrukken hoe gezellig we het toch hebben. Een aperitiefje met de collegaatjes. Een museumpje meepikken met het mamaatje. Samen met de kindjes eendjes voeren in het parkje. Snoevers die hun dagelijkse bezigheden een aura van leukigheid toedichten.
Door een roze bril
Verkleinwoorden zijn ook handig om te verbloemen. Daarom krijg je de rekening vaak in eurootjes gepresenteerd (gevolgd door ‘saluutjes’). De dokter geeft je een spuitje (gevolgd door ‘auwkes’). Je vertelt een leugentje om bestwil. Je drink pintjes of bubbeltjes (voorafgegaan door ‘schollekes’). Je rookt sigaretjes. En je noemt je brutale puber een boefje (gevolgd door een oorveeg). Want diminutieven verzachten de bittere pil.
Een bittertje bij het biertje?
In de horecasector is de verkleutering echt stuitend. Hoe duurder het restaurant, hoe meer verkleinwoorden. Sla een menukaart open en je wordt naar je kindertijd gekatapulteerd. Alsof je bij Tante Terry en Nonkel Bob op schoot zit. Schuimpje, vleugje, lepeltje, plakje, reepje, stukje, zoetje, bittertje, knabbeltje, toetje, sapje, proeverijtje, wijntje, biertje, … Journalist Patrick Van Gompel is dan ook een man naar mijn hart. In zijn culinaire recensies voor Foodtaster.be geeft hij restaurants die weinig verkleinwoorden gebruiken een positieve vermelding.
Toedeloe!
Ik moet eerlijkheidshalve ook een mea culpa(atje) slaan. Klanten met wie ik een informele of haast amicale relatie heb, krijgen van mij vaak groetjes. Omdat de professionele passe-partout ‘met vriendelijke groet’ wat stroef(jes) klinkt. Iemand minder schlemielige alternatieven? Dan zeg ik alvast ‘mercikes’!
Heb je zelf ook een leuke column geschreven? Stuur 'm in en maak kans op een Taalvoutjes-pakket!
Wist je dat we ook een quiz hebben over verkleinwoorden? Speel 'm hier!
Door Saskia Hupjé
Vanmorgen maar eens een verhaaltje uit m'n duim gezogen, ziehier het resultaat. Neem het vooral met een korreltje zout.
"Het zonnetje schijnt, ik schenk een kopje koffie in zonder koekje, want daar is het nog te vroeg voor. Ik hoor de vogeltjes fluiten, en zie zelfs een nestje in het kleinste boompje in mijn bescheiden tuintje. De buurvrouw schuift aan en wil graag een glaasje fris. Samen kijken we naar ons buurmeisje dat met haar vriendje een spelletje speelt.
Verderop maakt de postbode een praatje met twee klasgenootjes van mijn zoontje, die een middagje vrij hebben. Een wolkje schuift voor de zon, maar frisjes is het gelukkig niet. Intussen kletsen we nog een beetje over koetjes en kalfjes en besluiten om vanmiddag een fietstochtje te maken en daarna een terrasje te pakken. Dan gaan we gezellig een biertje of een wijntje drinken en een hapje eten.
Intussen kijk ik naar de berichtjes op mijn telefoon. Een appje van een collegaatje: of ik zin heb in een weekendje weg. "Leuk," schrijf ik terug, "een paar nachtjes ertussenuit. Doen we over een poosje, als we allebei een gaatje in onze agenda kunnen vinden."
De buurvrouw staat op, ze moet nog wat dingetjes doen.
"Tot straks," zeg ik, "ik moet ook nog wat klusjes afmaken."
Ik heb wel enige kennis van het Engels, Duits, Frans en – iets minder – het Portugees, maar gemak dient de mens, dus de tekst eens door de Google Translate gegooid. Prompt verslikt die zich in alle talen.
Wat een raar volkje zijn wij toch.
Heb je ook een brandende taalkwestie die je dolgraag wilt delen?

