Column: Met me moeder na de tandarts
Het is maandagochtend, 7:30 uur. Het gemekker van mijn wekker echoot nog door mijn achterhoofd, terwijl ik zittend op de rand van mijn bed slaapdronken door mij...
“Met mijn ventje mosselkes eten aan ’t zeetje.” Op de foto: een manspersoon van om en bij de 130 kilo schoon aan de haak, een pot jumbomosselen en een deel van de 750.000 vierkante kilometer grote Noordzee. Vanwaar dan die irritante verkleinwoorden? Infantiel gekwek staat al jaren in mijn top 5 van taalkwellingen. Tot mijn grote ergernis rukt het onnodig gebruik van diminutieven op. Tijd om paal en perk te stellen aan de kneuterigheid!
Door: Peggy van der Auwera
Jofele tafereeltjes
Op sociale media zijn ze schering en inslag, die vermaledijde verkleinwoordjes. Ze dienen vooral om te benadrukken hoe gezellig we het toch hebben. Een aperitiefje met de collegaatjes. Een museumpje meepikken met het mamaatje. Samen met de kindjes eendjes voeren in het parkje. Snoevers die hun dagelijkse bezigheden een aura van leukigheid toedichten.
Door een roze bril
Verkleinwoorden zijn ook handig om te verbloemen. Daarom krijg je de rekening vaak in eurootjes gepresenteerd (gevolgd door ‘saluutjes’). De dokter geeft je een spuitje (gevolgd door ‘auwkes’). Je vertelt een leugentje om bestwil. Je drink pintjes of bubbeltjes (voorafgegaan door ‘schollekes’). Je rookt sigaretjes. En je noemt je brutale puber een boefje (gevolgd door een oorveeg). Want diminutieven verzachten de bittere pil.
Een bittertje bij het biertje?
In de horecasector is de verkleutering echt stuitend. Hoe duurder het restaurant, hoe meer verkleinwoorden. Sla een menukaart open en je wordt naar je kindertijd gekatapulteerd. Alsof je bij Tante Terry en Nonkel Bob op schoot zit. Schuimpje, vleugje, lepeltje, plakje, reepje, stukje, zoetje, bittertje, knabbeltje, toetje, sapje, proeverijtje, wijntje, biertje, … Journalist Patrick Van Gompel is dan ook een man naar mijn hart. In zijn culinaire recensies voor Foodtaster.be geeft hij restaurants die weinig verkleinwoorden gebruiken een positieve vermelding.
Toedeloe!
Ik moet eerlijkheidshalve ook een mea culpa(atje) slaan. Klanten met wie ik een informele of haast amicale relatie heb, krijgen van mij vaak groetjes. Omdat de professionele passe-partout ‘met vriendelijke groet’ wat stroef(jes) klinkt. Iemand minder schlemielige alternatieven? Dan zeg ik alvast ‘mercikes’!
Heb je zelf ook een leuke column geschreven? Stuur ‘m in en maak kans op een Taalvoutjes-pakket!
Wist je dat we ook een quiz hebben over verkleinwoorden? Speel ‘m hier!
Het is maandagochtend, 7:30 uur. Het gemekker van mijn wekker echoot nog door mijn achterhoofd, terwijl ik zittend op de rand van mijn bed slaapdronken door mij...
Gisteren schrik ik me rot! Ik zoek overal, maar kan hem nergens vinden. Iemand heeft hem gestolen. De verleden tijd. Ik vind het al zo gek dat iedereen zo raar ...
Toen ik laatst in een – enigszins jonger – gezelschap vroeg wat ze aan het bekokstoven waren, was de enige respons: “Be-wat?” Na een korte stilte en een heleboe...
Tautologieën en pleonasmen, die termen haal ik altijd abusievelijk door elkaar. Dat laatste was een pleonasme … of een prachtig mooie tautologie, dat weet...