#Jojanneke Drapers


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Voor de gemiddelde taalliefhebber is het gemiddelde reality-tv-programma een avontuur; je wordt vaak heen en weer geslingerd tussen briljante taalvondsten en uitspraken die pijn doen aan je oren. Kort geleden heb ik echter een heel nieuw niveau van masochisme ontdekt: Masterchef Nederland.[/intro] Door: Jojanneke Drapers Los van de allesbehalve spontane, monotoon voorgelezen uitleg van de jury (geef die jongens even wat cameratraining, alsjeblieft) getuigt het taalgebruik zelf ook niet van al te veel creativiteit. Veel dingen zijn ‘leuk’ of ‘geinig’: gerechten zijn ‘best wel grappig gemaakt’. De juryleden zijn ook niet te zuinig met hun complimentjes: ‘Als ik dit zo proef, ook mét die tomaat, is dat eh ... best lekker.’ Rest de vraag of het óók best lekker is als hij het niet zo proeft. Overigens zijn juryleden soms juist wél erg complimenteus, zoals bij opmerkingen als ‘zo’n dikke smaak’ en ‘het werkt gewoon als een malle’. Grammaticaal zijn de juryleden ook niet de meest heldere lichten, te horen aan zinnen als ‘een saus zat daar in het bord’. Ook raden de mannen de kandidaten aan om ‘hun krachten samen te bundelen’. Gelukkig hebben ze wél echt verstand van eten: ‘Dit is een gehaktbal, denk ik.’ Goed, het was een ‘gehaktbal’ van stoofpeer, maar ik ben toch blij dat de heren hun klassiekers kennen. Maar niet alle credits gaan naar de juryleden; de kandidaten (‘chefs’) kunnen er ook wat van. Ze weten in elk geval wat er van ze verwacht wordt: ‘ik begin eigenlijk met Maretti samen op de tweede bench te koken’, merkt een van de kandidaten pienter op. Een andere kandidaat houdt zelf nauwkeurig bij wat er nog gedaan moet worden: ‘Ik ben nog even de tomaatjes aan het afmaken, dus op zich zijn die ook bijna klaar.’ Ondanks de scherpe en duidelijke taal hier en daar, roept zo’n aflevering van Masterchef bij mij meer vragen op dan het antwoorden brengt. Masterchef Nederland heeft duidelijk zijn Australische tegenhanger als voorbeeld genomen, en dat er bepaalde termen worden overgenomen is dan ook begrijpelijk. Sommige termen echter verdienen misschien nog wat aandacht, zoals de ‘immunity pin’; in Holland natuurlijk prachtig uitgesproken als ‘imjoenetie pin’. Waarom niet gewoon immuniteitsspeld? Maar het concept dat mijn tenen nog het meest deed krommen was de enige echte ‘mystery-stolp’. Er is een hoop te zeggen over dergelijke samenstellingen van een Nederlands en een Engels woord; aan die discussie ga ik hier nu niet beginnen. Maar een mystery-stolp klinkt voor mij als iets wat ik absoluut niet wil optillen; wat er ook onder vandaan komt, het kan nooit goed zijn. Nou snap ik heus wel dat het niet makkelijk is om iets slims te zeggen als er opeens een camera op je gericht is, zeker als je bezig bent met een wedstrijd die je graag wilt winnen. Als ik één ding hoop, is dat deze show mensen aanzet vaker en gezonder te gaan koken. Maar kies dan wel je sponsors daarop uit, want hoe ironisch is het dat dit programma mede mogelijk gemaakt wordt door niets minder dan … Deliveroo?

923 shares

Ik snap 'm niet

Afbeeldingsresultaat voor geen kip overboord[intro]De Nederlandse taal kent enorm veel spreekwoorden en gezegden. Sommige daarvan kent iedereen en worden om de haverklap gebruikt, andere genieten wellicht wat minder bekendheid. Sommige spreekwoorden lijken erg op elkaar; midden in een verhitte discussie kan het dan nog weleens fout gaan. Je moet dan wel op hete eieren dansen om te zorgen dat je nog serieus wordt genomen, anders sta je straks in het collectieve geheugen gebrand als iemand die nog wel eens een steek laat liggen.[/intro] Door Jojanneke Drapers Als BN’er wil je het waarschijnlijk onder stoelen of banken houden als die Nederlandse spreekwoorden niet je sterke kracht zijn. In het boekje Geen Kip Overboord van Heidi Aalbrecht en Pyter Wagenaar worden door BN’ers verhaspelde spreekwoorden en gezegden onder de loep gelegd. Alle onderste stenen worden boven water gehaald in dit hilarische boekje en dat gaat niet altijd met lieve koekjes: naam en toenaam worden genoemd. Ook de correcte vorm wordt benoemd, zodat de lezer ook daadwerkelijk nog wat kan leren. Mensen die denken dat je wel echt heel dom moet zijn als je zulke fouten maakt, zullen zich na het lezen van dit boekje in de pineut gelogeerd voelen. Naast de (wellicht) usual suspects als Gordon, Patty Brard en de altijd op topsnelheid pratende Matthijs van Nieuwkerk maken ook mensen waar je het niet zo snel van zou verwachten zich aan dergelijke dingen schuldig: denk aan parlementair journalist Frits Wester, schrijver Kader Abdolah en politicus Alexander Pechtold. Hoewel bepaalde mensen toch een groter leeuwendeel van dit boekje voor hun rekening nemen dan anderen. Je kunt natuurlijk denken: dit is klinkklare lariekoek, waarom zou ik een boekje gaan lezen met verkeerde spreekwoorden en gezegden? Hebben al deze BN’ers de klok horen luiden, maar weten ze niet hoe laat het is? Of hebben ze gewoon de intentie een modern jasje over onze taal heen te gieten? Wie het weet, mag het zeggen; tot die tijd is dit een juweeltje voor iedereen die van lachen houdt – dat lijkt me nogal klontjes.
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Als je ook maar zijdelings van taal houdt en graag om andere mensen lacht. NEE: Als je alleen maar in openbare ruimtes leest en er niet van houdt om gek aangekeken te worden als je de slappe lach krijgt.
  Auteurs: Heidi Aalbrecht en Pyter Wagenaar Uitgeverij: Sdu Uitgevers Verschenen: 2010 Pagina’s: 129

Meer lezen van Heidi Aalbrecht en Pyter Wagenaar?