#groente


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]In de diepvries van de supermarkt lagen een paar felgele plastic zakken met daarop een identieke afbeelding van overduidelijke erwtjes. Er was maar één verschil tussen de zakken: de tekst in grote groene letters vertelde mij dat er in de ene zak kennelijk ‘velderwtjes’ zaten, en in de andere ‘tuinerwtjes’. Ik sprak mijn verbazing daarover uit tegen de jongedame achter de servicebalie waar ik mijn ‘borrelpuntjes’ ging incasseren. Ze lachte mij vriendelijk toe met een berustend “Tja”. Ze kent me langer dan vandaag. Die aardige, maar soms wat rare meneer met dat lange grijze haar, die altijd wel wat op te merken heeft, al was het maar om te laten weten dat wij ook mensen zijn, daar achter die balie.[/intro]

Door: Albert Bout

Ik verbaasde mij niet alleen over het mogelijke verschil tussen ‘velderwtjes’ en ‘tuinerwtjes’, maar ook over de betiteling van deze groenten an sich. Kijk, erwtjes liggen niet als losse, ronde, groene bolletjes ergens in de natuur, wat dat ook mag zijn, maar groeien in een peul, een al dan niet eetbare schil. Is de schil eetbaar, dan eten we die vrucht in z’n geheel als sperzieboon of snijboon, of peultjes (het verkleinwoord is hier toegestaan, Japke) dan wel sugar snaps. Is de schil daarvoor te dik, dan halen we die eraf (wat meestal erg gemakkelijk gaat, jawel: een peulenschil) en eten we alleen de groene bolletjes, de erwtjes dus. Of ‘tuinbonen’, maar daarover later meer.

Nu groeien die peulen en dus ook de erwtjes op een veld. Nergens anders. Niet in een bos, bijvoorbeeld. Er bestaan wel bosbessen, maar geen boserwtjes. Niet in de bergen. Er zijn wel bergeenden, maar geen bergerwtjes. Niet op het strand, waar je wel tenten vindt (strandtenten, ja) maar geen stranderwtjes. Sommigen spreken wel van stronterwtjes, maar dat zijn mensen die erwtjes niet lekker vinden. Alle erwtjes zijn dus ‘velderwtjes’. 

Waarom noemen wij deze groente dan niet gewoon erwtjes? Dat is een korter woord en dus efficiënter taalgebruik. En waarom wordt er dan onderscheid gemaakt tussen ‘velderwtjes’ en ‘tuinerwtjes’? Ik bedoel, een tuin is in principe niks anders dan een veld met een hek eromheen. En dat maakt die erwtjes niks uit, die trekken zich heus niets aan van een hek: het zijn tenslotte geen schapen. U weet natuurlijk net zo goed als ik waarom. Het klinkt zo gezellig: “Vanavond zet ik lekkere tuinerwtjes op tafel”. Alsof ik ze zelf grootgebracht heb, die lieve tuinerwtjes. En dan leg ik er ‘velderwtjes’ naast, zodat de consument wat te kiezen heeft. En dan zet ik op de ene zak ‘fijn’ en op de andere ‘extra fijn’. Heel fijn.

Dit gaat uiteraard niet over erwtjes, maar over taal en reclame. Een klein kind ontdekt de omgeving als de werkelijkheid en dat geldt aanvankelijk ook voor de om hem of haar heen door grotere mensen gebruikte taal. Een kind leert die taal onvoorstelbaar snel: het heeft de basisstructuur van de taal eerder onder de knie dan de zindelijkheid (leren om niet je poep en plas gewoon te laten lopen zodra er aandrang is, maar op te houden tot je op de pot zit duurt jaren!). Op een gegeven moment krijgt een kind door dat je met de werkelijkheid ook kunt spelen; dat je dingen kunt verzinnen en er heel leuke spelletjes mee kunt spelen. Zo ook met de taal. Je kunt ermee fantaseren en een stapje verder: je kunt ermee liegen. Maar dat mag niet, vinden de ouders, die overigens het verschil tussen fantaseren en liegen niet meer beleven als een kind. En de reclamejongens en -meisjes snappen dat maar al te goed. Er wordt wat afgelogen in reclame (en elders, maar daar gaat het nu niet om) en gefantaseerd in de vorm van oncontroleerbare beweringen.

Overigens ken ik geen veldbonen naast de tuinbonen, misschien een idee voor de supermarkt?


Is jouw ook iets opgevallen? Of heb je een ander leuk, interessant of grappig verhaal te vertellen over taal? Schrijf het op en stuur het in! Wie weet zie je dan binnenkort wel jouw eigen column op onze site verschijnen.


923 shares

Ik snap 'm niet

Groente eten mag dan wel makkelijk zijn, de naam schrijven is dat lang niet altijd. Is jouw spelling zo gezond dat je deze groenten foutloos kan opschrijven?

[tqb_quiz id='45930']


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]In de zomer verschijnen er altijd van die ontzettend fijne, kneuterige nieuwtjes in de krant: ‘dit jaar meer eendenkuikens dan vorig jaar’ en ‘hondje plast tegen hek buurman’, en dergelijke. [/intro]

In de zomer gebeuren over het algemeen minder nieuwswaardige dingen; de politiek ligt stil en er is minder handel – deze periode staat bekend als de komkommertijd. Niet geheel toevallig valt het samen met de periode dat de komkommers rijpen – en dus gegeten konden worden.

Het woord bestaat ook in het Duits, als Sauregurkenzeit, en wordt teruggevonden in bronnen uit de 18e eeuw. In het Nederlands wordt het in 1787 voor het eerst gevonden. Het is hoogstwaarschijnlijk een leenvertaling uit het Duits, hoewel er ook twijfel bestond of de oorsprong niet in Engeland moest worden gezocht.

In het Engels noemen ze deze periode tegenwoordig silly season, maar cucumber time bestond vroeger ook – het werd door Engelse kleermakers gebruikt voor een periode met weinig werk.

Nog even geduld en dan breekt die periode ook in Nederland weer aan. En hoewel er in deze tijden waarschijnlijk deze zomer wel iets nieuwswaardigs te melden is, hopen we toch op een gezellige komkommertijd.


Weet jij ook iets te vertellen over herkomst van een woord? Schrijf het op en stuur het in!


923 shares

Ik snap 'm niet

  [intro]“Nederlands is echt heel moeilijk om te leren!” Hoe vaak heb je dat wel niet gehoord of zelf gezegd tegen iemand die de taal niet spreekt. Waarom het dan zo moeilijk is, dat weten we dan meestal niet: je spreekt de taal immers zelf. Je gooit ‘er’ tussen zinnen, want dat hoort er nu eenmaal bij. Je weet dat je niet op de kantine eet, maar in de kantine. Dat is gewoon zo. Voor Vinnie Ko, een Koreaanse student in Nederland, is dat helemaal niet zo. In ‘Met hartelijke groente: Nederlands door Koreaanse ogen’ laat Vinnie precies zien hoe raar onze taal is, en waarom het zo moeilijk is om te leren.[/intro] Door: Stefanie Meijers Het boek bestaat uit columns die eerder verschenen in de Groene Amsterdammer en een aantal nieuwe verhalen. In de allereerste column leert Ko dat 'dankjewel' een essentieel woord is in de Nederlandse taal. Vanaf daar neemt hij je mee op zijn reis door Nederland (via broodjes kroket en Sinterklaas) en de Nederlandse taal (je vriend is je vriendje, niet een vriend). De columns zijn ontroerend: je voelt het onbegrip van Vinnie bij zijn pogingen om iets van het Nederlands te maken. Maar het zijn goede pogingen, want Vinnie leert de taal ontzettend snel. Pas wanneer je het boek dichtdoet, en Vinnie je naakt met een bos tulpen voor zijn kruis aankijkt, besef je dat je een boek leest van een jongen die pas een paar jaar hier woont. De beste man maakt grapjes bij de vleet: hij heeft de taal inmiddels helemaal onder de knie. ‘Met hartelijke groente’ is een fijn boekje om je te verwonderen over de onlogica van de Nederlandse taal. De meeste ‘taalvanaten’ (jullie ja, beste lezers van Taalvoutjes) zien alleen wát er fout is. Maar uitleggen waarom iets fout is, is veel lastiger. En dat is precies wat Vinnie steeds tegenkomt in zijn boek. Zelfs de lerares Nederlands zegt: “Dat is nu eenmaal zo!” En zo is het maar net, lieve Vinnie. Nederlands: dat is nu eenmaal zo. Maar blijf het alsjeblieft vragen, want het levert fantastische verhalen op!
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Je vindt het leuk om mensen onze prachtige, rare taal te leren, maar weet niet zo goed hoe dat moet. Vinnie laat je zien hoe je dat het beste kunt doen.  NEE: Je hebt al voor de zoveelste keer ‘De groeten van Knorr’ ingestuurd naar Taalvoutjes en wilde bij het lezen van deze titel ook meteen schreeuwen dat het fout was.
 
Auteur: Vinnie Ko
Verschenen: 2016 Pagina's: 172

Hebben? Je bestelt 'm hier: