#Fieke van der Perk


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro] Japke-d. Bouma kennen we van haar scherpe columns in nrc.next en NRC Handelsblad. Regelmatig schrijft ze haar verbazingen en gedachten over taal en kantoorclichés van zich af. In Mag ik even iets tegen je aanhouden? en 66 andere stukjes communicatie naar de mensen toe zijn 67 van haar columns gebundeld. [/intro]

Door: Fieke van der Perk

Van verkleinwoorden tot het gebruik van ‘fuck’ in elke situatie, en van de taal die politici bezigen (die overigens ook prima zou passen op een schoolplein) tot de inburgering van Bokito; Bouma bekritiseert het allemaal en steekt haar mening weer niet onder stoelen of banken. Na 67 columns over zoveel uiteenlopende onderwerpen hoop je haar echter nooit in levenden lijve tegen te komen. Want, wat kun je dan nog wel zeggen?

De onderwerpen die ze behandelt, zijn echter wel zeer herkenbaar en gaan niet alleen over termen die je in kantoortuinen om de oren vliegen. Ze beschrijft 10 taalparels uit Boer zoekt vrouw en schrijft over de taal die wordt gebruikt in Heel Holland bakt, en geef toe: dat soort programma’s kijken we allemaal op zondagavond. Het lezen van deze columns is dus een feest der herkenning en ja, ook Bouma zijn de pornografische dubbelzinnigheden in Heel Holland bakt opgevallen.

Wat jammer is, is dat het boek écht een opsomming van columns is. Een persoonlijk inleidend hoofdstuk of een reflecterend laatste hoofdstuk zouden een waardevolle toevoeging zijn geweest. Doordat het boek zoveel korte hoofdstukjes bevat, 2 à 3 bladzijden per column, leest het wel heerlijk weg. Je vliegt door het boek en denkt dan stiekem toch: “Ach, nog ééntje dan!”

Is dit boek iets voor jou?

JA: Zijn eerdere boeken van Bouma je bevallen en ben je op zoek naar een nieuwe aanwinst voor in het kleinste kamertje? Dan is dit boek een absolute aanrader!

NEE: Als je trouw Bouma’s columns leest, dan biedt dit boek eigenlijk niets nieuws.


Eerder verscheen er al een column van Japke-d. Bouma op onze site.


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro] Eén keer in de zoveel tijd ga ik op bezoek bij m'n opa en oma. Dan spreken we over van alles en nog wat. Over serieuze dingen zoals het nieuws, de politiek of het onderwijs, maar ook vaak genoeg over koetjes en kalfjes. Zo hadden we het bijvoorbeeld over kaas en mijn opa vertelde dat hij pas op de markt een heerlijk stuk geitenkaas had gekocht, voor een habbekrats. Een habbekrats. Wat het betekent weet ik wel, ik gebruik het woord geregeld zelf. Maar waar dit woord vandaan komt? Opa, oma en ik hadden alle drie geen idee. Daarom heb ik het uitgezocht! [/intro]

Door: Fieke van der Perk

Voor wie niet weet wat het woord 'habbekrats' betekent: een habbekrats is een kleinigheid. In veel gevallen verwijst het naar een klein geldbedrag. Je zou het kunnen vergelijken met een 'schijntje' of een 'grijpstuiver'. Heb je dus voor een klein bedrag een mooie nieuwe jas op de kop kunnen tikken in de uitverkoop, dan heb je er een habbekrats voor betaald.

Habbekrats (of habbekras) is ontleend aan het Jiddische habbekratz, dat eveneens kleinigheid betekent. Wanneer we het woord nog verder ontleden, is –kratz terug te herleiden naar het Duitse Kratz, in de letterlijke vertaling een 'kras' of 'schram', wat overdrachtelijk ook wel als een kleinigheid wordt gezien. Over de herkomst van habbe- is niet iedereen het eens, maar een mogelijkheid is dat het ontleed is aan het Jiddische "(iesj) hob e krats", in vertaling: “(ik) heb een kleinigheid”. Hierbij zou hob- een dialectische uitspraak kunnen zijn van het Duitse hab. Vandaar, de habbekrats.


Weet je zelf ook iets te vertellen over de herkomst van een woord? Schrijf het op en stuur het in!


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]“Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien! Wie niet weg is, is gezien. Ik kom!” Je haalt je handen voor je ogen vandaan en kijkt om je heen. Leeg. Je knijpt een beetje met je ogen, in de veronderstelling dat je dan nog beter kunt zoeken. Voorzichtig en langzaam loop je weg van de plek. Dan, geritsel … Iemand trekt een sprintje … “Buut vrij!” Te laat …[/intro] Door Fieke van der Perk     Iedereen heeft het vroeger wel gespeeld: verstoppertje. De regels zijn duidelijk en universeel. Een iemand telt tot tien en de rest verstopt zich. Vanuit je zorgvuldig gekozen schuilplaats probeer je naar de buutplaats te komen, om jezelf vrij te buten of, als je te laat bent, word je gebuut door de buter. Iedereen kent de betekenis van ‘buten’ en elk afgeleid woord hiervan, maar waarom gebruiken we dit woord en waar komt het vandaan? Buut komt van het Franse but, dat doel of mikpunt betekent. Vroeger werd dit woord vaker gebruikt, zo kon iemand ‘zonder buut’, dus zonder doel, rondlopen. Het buten in verstoppertje komt voort uit het ‘buutspel’. In dit spel, dat vooral gespeeld werd aan het begin van de vorige eeuw, moesten de spelers opgejaagd worden en moest er buutgemaakt (buitgemaakt) worden. Het verstoppen is hier waarschijnlijk later aan toegevoegd. Heb jij altijd al de herkomst van jouw favoriete woord willen weten? Laat het ons hieronder weten.

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]De zelfrijdende fiets van Google, deodorant met tompoucegeur van HEMA en de BigMac-kledinglijn van McDonalds. Wat deze drie zaken met elkaar gemeen hebben? De titel van dit woordweetje verraadt het al: ze waren allemaal onderdeel van de traditie der 1 aprilgrappen. Creatieve geesten draaien in de laatste weken van maart overuren om de perfecte, geloofwaardige grap te bedenken en om achteraf te kunnen roepen: “1 april, kikker in je bil!” 1 april? Kikker? Bil?[/intro]   Door Fieke van der Perk     Elk land heeft zijn eigen verhaal over het ontstaan van de traditie om grappen uit te halen op 1 april. Zo zouden in Frankrijk, bij de overgang naar de gregoriaanse kalender in 1582, mensen in het ootje zijn genomen toen ze op 1 april een nieuwjaarsfeestje wilden bezoeken. In Duitsland zou een groep speculanten op 1 april 1530 als grap voor niets naar de Rijksdag in Augsburg zijn geroepen, alwaar ze hartelijk werden uitgelachen. En in ons eigen kikkerlandje (is dat de betreffende aprilkikker?) zou de grappenmakerij zijn begonnen toen de hertog van Alva de Inname van Den Briel verloor op 1 april 1572. Hier zou ook de uitspraak “Op 1 april verliest Alva zijn bril” vandaan komen. Of een van deze verhalen waar is? Waarschijnlijk niet. Uit geschreven bronnen blijkt namelijk dat de eerste 1 aprilgrappen al dateren van 1508: toen werden knechten eropuit gestuurd om niet-bestaande artikelen te halen. Waar ik echter nieuwsgieriger naar ben, is waar die kikker nu vandaan komt … Maar zoveel verhalen als er zijn over de herkomst van de 1 aprilgrap, zo weinig zijn er over de kikker die op deze dag graag in je bil bivakkeert. Het etymologisch woordenboek biedt geen uitkomst en ook mijn grote vriend Google komt niet verder dan dat april en bil op elkaar rijmen, maar dat was mij ook al opgevallen. Op een forum wordt geschreven dat “1 april, kikker in je bil” grappig is omdat een kikker in je bil nooit zal gebeuren, maar na het nieuws over de maden in het been van Freek Vonk, zou ik daar ook niet meer zo zeker van zijn. “1 april, kikker in je bil!” is dus een verhaal met een open eind, en eigenlijk ook met een open begin, want er is ook niets te vinden over waar en wanneer deze uitspraak voor het eerst opdook. Het lijkt gedeelde kennis te zijn, die van generatie op generatie is overgedragen zonder dat iemand zich afvraagt waarom we dit eigenlijk zeggen en wie het ooit bedacht heeft. Jammer … O ja, trouwens, je veter zit los. Heb jij altijd al de herkomst van jouw favoriete woord willen weten? Laat het ons weten!