#carnaval


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Alaaf! Dit weekend vier jij misschien wel carnaval, samen met een heleboel mensen van onder én boven de rivieren. Zo ja, dan weet je wellicht dat het feest van oorsprong katholiek is, en direct gevolgd wordt door veertig dagen van vasten. [/intro]

De meeste mensen doen dat nu niet meer, maar het woord ‘carnaval’ komt daar wel vandaan: namelijk van het Italiaanse carne levare. Dat betekent zoiets als ‘het wegnemen van het vlees’ en dat is dus precies wat er gebeurde in die veertig dagen na carnaval.

En waarom we ons verkleden? De Italianen hielden in de middeleeuwen nogal van een gemaskerd bal – zoals je nog steeds ziet bij het Carnavalsfeest in Venetië. Dat gebruik is, misschien wel samen met het woord, overgewaaid naar ons. De maskers hebben plaatsgemaakt voor bonte outfits. Gezellig, toch?


Heb je onze carnavalstoplijst al gezien?


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Dialecten, ik heb er een zwak voor. Een gekte, ik weet het, maar ik kan hem verklaren. Ik heb een Amsterdamse moeder en een vader uit Mijdrecht, die het leger in ging. Ze woonden daarom in Soest, waar mijn zus en ik geboren werden. Ik zou dus Soesters moeten praten met een vleugje Mokums en een tikje Utrechts. [/intro]

Door: Ivar Bos

Maar nee, op mijn twaalfde veranderde de situatie drastisch: we verhuisden naar Tilburg. Na één schoolweek in groep 8 was de hele wereld kei. Keileuk, keigezellig, keiveel, keizeer. Houdoe en sebiet waren ook snel geprogrammeerd. Ons pap en mam verbaasden zich, want ik was de enige die het kortste dialect van Nederland meteen oppakte. Ik wilde me als puber natuurlijk aanpassen en snel ook. Op logeervakantie bij mijn vrienden in Soest dachten ze al dat ik Vlaams sprak.

De eerste keer carnaval was een grote stap in mijn Tilburgse taalbeleving. Daar stonden we dan als gezin (onverkleed!) langs de kant van D’n Opstoet te kijken naar al die praalwagens met teksten die leuk zouden moeten zijn – als je ze begreep. Hoe zijn jouw Tilburgs-dialect-skills? Probeer deze eens. ‘Zunwer stiekum tussenèùt knèèpe?’, ‘Ge zèèt un frikandel, mar wel un hille speciaole’, ‘Worde gij nôot muug van oe èège?’.

Sinds 2005 worden er met carnaval jaarlijks kaartjes (Kwèèkers) uitgebracht met Tilburgse teksten, wat smullen geblazen is. Ook de local heroes Ferry van de Zaande en Fred van Boesschoten dragen bij aan dit Tilburgse erfgoed. Luister op YouTube maar eens naar het fragment ‘Ferry van de Zaande – Dating’. Je schrikt je waarschijnlijk lam, wat een lelijke taal! Ik geef toe: dat is het inderdaad. Maar dat is tegelijkertijd de charme van een dialect. Of het nu om Tilburgs gaat of Twents, Nijmeegs, Hollands, Achterhoeks, Rotterdams, Zeeuws, Limburgs, ze hèn bèj mèn ammòl un stripke veur.


Heb jij ook een leuk, mooi of grappig persoonlijk verhaal te vertellen over taal? Stuur je column in en maak kans op een Taalvoutjes-pakket!


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]N’n Tullepetaon. Wat is dit nu? Wordt er hier geen Algemeen Beschaafd Nederlands meer geschreven? Over het algemeen wel, maar er is een tijd in het jaar dat delen van ons land het nét even anders doen. Dialecten worden weer volop geschreven en gesproken, huis-aan-huiskranten moet je hardop lezen om iets van de artikelen te kunnen begrijpen. Als dat al lukt.[/intro] Door Koen van Haaren Het is weer carnavalstijd. De leutigste tijd van ’t jaar als je het aan een willekeurige zuiderling vraagt. Leut? Ja, dat betekent 'gezelligheid, lol, plezier', eigenlijk al het goede in het leven. En waar vindt men al dat goede dan? Dat kan in Lampegat, Oeteldonk, Kruikenstad of Tullepetaonestad. Sorry, uw Bosatlas laat u in de steek? Geen nood, zoek dan maar op Eindhoven, Den Bosch, Tilburg of Roosendaal. Waar de traditie van carnavalsnamen precies vandaan komt, is niet helemaal bekend. De plaatsnamen verwijzen vaak naar oude ambachten of industrieën die vroeger in die plaatsen veelvuldig voorkwamen. Kruikenstad Tilburg komt voort uit de textielindustrie. Werknemers van de textielfabriek namen hun urine in kruiken mee naar de fabriek, waar die werd gebruikt om de wol mee te wassen. Tilburgers worden dan ook toepasselijk “Kruikenzeikers” genoemd tijdens carnaval. In Bergen op Zoom werd vroeger veel meekrap geteeld, een plantje dat als grondstof diende voor een rode kleurstof. De krab werd een symbool voor de Bergenaren en de plaatsnaam werd ’t Krabbegat. Soms ligt ook een oud verhaal of een oude anekdote aan de naam ten grondslag. Nuenen noemt men Dwèrsklippelgat en de inwoners zijn Dwèrsklippels. Het verhaal gaat dat men ooit een balk overdwars door de deur van de kerk probeerde te krijgen. Blijkbaar heeft men dat lang genoeg geprobeerd om er een carnavalsnaam aan over te houden. Het verhaal gaat dat dat de kerktoren in Schijf zo klein was dat men deze ’s nachts binnen zette. Zo hebben de inwoners de naam Torensjouwers gekregen. Veel gemeenten in Noord-Brabant en Limburg voeren hun carnavalsnaam met trots en vervangen in de carnavalsperiode zelfs de officiële bebording aan de rand van de bebouwde kom door de carnavalsnaam. Als buitenstaander zul je dan toch even twee keer moeten kijken en misschien een voorbijganger raadplegen om te weten hoe je van Put en Buntland het best naar Tullepetaonestad kunt komen. Hopelijk begrijp je dan de aanwijzing dat via ’t Sanegat het rapst is en dat je bij Kraaierijk te wijd bent. [line] Heb jij altijd al de herkomst van jouw favoriete woord willen weten? Laat het ons hieronder weten!