Woordweetje: Kiekje
Tegenwoordig kunnen de meesten van ons elke gebeurtenis wel op beeld vastleggen – we hebben in groten getale een mobiele telefoon bij de hand waarmee we een fot...
Regelmatig verschijnen er taalvoutjes uit winkelketens als Kruidvat, Albert Heijn, Blokker, enzovoorts op deze site. Volgens die ketens is dat ‘menselijk’, kun je het niet uitsluiten en ach ja, zo erg is het ook allemaal niet. Hebben ze gelijk?

Door Miet Ooms
Wel, voor een deel wel. Er zouden natuurlijk heel wat minder taalvoutjes zijn als die winkelketens altijd perfect foutloze bordjes ophangen en brochures verspreiden. Laten we eerlijk zijn, je kunt er eens goed om lachen. En uiteraard zijn taalvoutjes menselijk. We zijn nu eenmaal geen computers en zelfs die spelen het niet klaar om foutloos te schrijven, te vertalen of een perfecte spellingcontrole uit te voeren. Maar beste winkelketens, het is geen goed idee om dat als excuus te gebruiken om het dan maar te laten betijen.
Vorig jaar startte ik zelf een onderzoekje naar het belang van foutloze taal op websites. De aanleiding daarvoor waren de telkens terugkerende discussies in de Facebookgroepen voor vertalers waar ik lid van ben. Doorgaans verloopt zo’n discussie als volgt: eerst post iemand een al dan niet ergerlijke taalfout of slechte vertaling, vervolgens melden enkele anderen dat ze zeker niets bij een bedrijf dat zulke kemels maakt zullen bestellen/kopen en ten slotte zeggen enkele anderen dat we nu eenmaal aan beroepsmisvorming lijden en dat andere mensen dat zeker niet zien of er helemaal niet om geven. En het bewijs: al die andere websites met rammelende taal. Dus ‘ze malen er niet om, zie je wel’. Arme wij, miskende zure taalnazi’s.
Nu vroeg ik me af of dat echt zo is of dat het iets is wat bedrijven zichzelf wijsmaken om maar niet in taal te hoeven investeren. Daarom zette ik een enquête online, waarin mensen enkele schermafbeeldingen moesten beoordelen en dan hun mening geven over een aantal stellingen over taal op commerciële websites. Een van die stellingen was: ‘Een taalfout is niet erg, dat kan iedereen overkomen. Maar veel taalfouten storen me wel.’ Het resultaat is heel duidelijk: maar liefst 93% van de 251 geeft deze stelling minstens een 7 op 10.

Ook de vrijblijvende opmerkingen achteraf gaan hoofdzakelijk hierover. Enkele voorbeelden: “Het is niet erg als je zelf als ondernemer niet goed genoeg kunt schrijven of spellen, maar laat het dan door iemand corrigeren die dat wel kan!”, “Taalfouten op een website duiden op een gebrek aan accuraatheid, aan aandacht en respect voor de klant.”, “Fouten op een website zijn geen teken van domheid maar van luiheid en gierigheid. Een goede copywriter/vertaler kost geld en een redacteur ook.”
Dus, beste AH, Blokker, Kruidvat en co, een taalvoutje hier en daar is inderdaad helemaal niet erg. Maar als een site als Taalvoutjes elke maand een heel boekje zou kunnen vullen met enkel inzendingen van bij jullie, dan zou ik jullie toch aanraden je medewerkers op een taalbootcamp te sturen.
Een samenvatting van het onderzoek en tips voor bedrijven lees je hier.
Meer van Miet Ooms lees je op taalverhalen.be.
Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.
Tegenwoordig kunnen de meesten van ons elke gebeurtenis wel op beeld vastleggen – we hebben in groten getale een mobiele telefoon bij de hand waarmee we een fot...
Enkele dagen geleden las ik met veel plezier de column Afkickpoging van Dion van Meel. Zijn verhaal was erg herkenbaar voor me, als lijdend voorwerp van taalnaz...
‘Kleine Jantje ook niet bang, Stak zijn lul door het behang.’ Door Jan Lenferink De eerste keer dat ik dit rijmpje hoorde, zat ik naast Rijk de Gooijer ...
Weg met dat woord! Laura van Eerten schrijft in haar column waarom 'genderneutraal' een goede kans maakt om de verkiezing te winnen....