Column: Nederland Waterland

Door Koen van Haaren

Ons kikkerlandje is internationaal bekend om de eeuwigdurende strijd tegen het water. Dat is terug te zien in onze taal, die is overspoeld door verwijzingen naar water en woordspelingen die hiermee te maken hebben.

Deels komt dit voort uit het scheepvaartverleden, waar mensen die aan lager wal waren geraakt konden aanmonsteren om te voorkomen dat ze tussen wal en schip raakten. Als het op zee de spuigaten uitliep, was het ‘alle hens aan dek’ en dan pompen of verzuipen, waarbij dat laatste dan met man en muis gebeurde, tenzij men tijdig het zinkende schip verliet.

Ook zonder te varen zijn er mensen die moeite hebben het hoofd boven water te houden. Als het water iemand aan de lippen staat, dan moeten alle zeilen worden bijgezet tot het lukt in rustiger vaarwater te komen. Stille wateren hebben daarbij diepe gronden, maar om niet in zeven sloten tegelijk te lopen gaan we nu even geen spijkers op laag water zoeken.

Aanleiding voor dit schrijfsel was het artikel: ‘Watermuseum Arnhem dicht vanwege wateroverlast.’ Dat was de druppel die de emmer deed overlopen. Het was dweilen met de kraan open en de kruik gaat nu eenmaal zo lang te water tot ie barst. Dan is er nog geen man overboord, maar moet je het misschien wel over een andere boeg gooien om de juiste koers te blijven varen. Anders vis je al snel achter het net.

Hoewel het soms lijkt of niets is opgewassen tegen de oerkrachten van het water, heeft Nederland in de loop der tijd ook veel bereikt. Er zijn bruggen gebouwd en daarbij hebben we niet de schepen achter ons verbrand. Er staat inmiddels een dijk van een stormkering en de Zuiderzee is geen zee, meer.

Anders dan in bijvoorbeeld enkele gebieden in Afrika, is in Nederland ‘geld als water hebben’ best positief. Als je dat ook zo vlug als water uitgeeft, dan is je inkomstenbron opgedroogd voor je zelf droog bent achter je oren. Je moet soms je best doen om tegen de stroom in te gaan, maar als dat dan lukt, heb je je schaapjes wel op het droge. Voor het zover is, zal er nog wel heel wat water door de Rijn stromen.

Zolang we in hetzelfde schuitje zitten moeten we roeien met de riemen die we hebben, maar als rots in de branding is er de Nederlandse taal om ons door de zondvloed aan woordspelingen te loodsen. Dan blijkt alles eigenlijk niet veel meer dan een storm in een glas water.

Column

Column: Uit de doos denken

Column: Uit de doos denken

Vlam, vlek, vleum, vraak, vrek, vreek, flak, flen, fleeks, fleus, frak, fraas, freks, freun. Zo. Daar had ik niet van terug. Het was een schrijfoefening van sch...


Woordweetje

Woordweetje: aarzelen

Woordweetje: aarzelen

Toen de meiden van Taalvoutjes me vroegen of ik iets wilde vertellen over de herkomst van het woord ‘aarzelen’, heb ik toch wel even getwijfeld. Waarom? De oors...


Column

Column: Taal en werkelijkheid

Column: Taal en werkelijkheid

Reclamemakers verzinnen van alles om hun product aan de man te brengen. Want wat is nu eigenlijk het verschil tussen tuinerwtjes en velderwtjes?...