Boekrecensie: Er staat een mug op tafel
‘Columns schrijven is een kunst, een kunde’, zegt Wim Daniëls treffend in de inleiding van het boek Er staat een mug op tafel. Sterker nog, Daniëls ...
In het boemeltreintje Den Haag Centraal – Voorschoten, 17.58 uur. Het is stampvol. Ik begrijp dit woord wel, want soms worden de mensen in Den Haag letterlijk de trein ingestampt. Maar dit terzijde.
Door René Kolsteren
Ik word ondergedompeld in een kakofonie van geluid. In veel verschillende talen. Ik hoor iets dat op Maleis lijkt, Pools, Engels, en ik hoor iemand zeggen: “Ik bel drek trug. Ja, de trein het vertraging. Ze mosten eerst een machinist zoeken.” Het lijkt mij dat ze de machinist juist moesten vinden, maar het was waar. Het was zojuist omgeroepen. Picture this: Den Haag Centraal, perron 4. Iemand met een rood aangelopen hoofd roept naar een willekeurige forens: “Meneer daar, ja u! U moet meekomen. U moet deze sprinter gaan besturen. Snel, we hebben nog twee minuten. Wat zegt u, dat gaat niet werken? Dan zit u bij NS goed!” Maar dat terzijde.
Ik word uit mijn gedachten gehaald door een Russisch sprekende dame. Jaartje of dertig, hoogblond, zoals het een ware Russin betaamt. Ik denk even: hé, Voorschoten, daar woont de dochter van Poetin. Ik kijk even rond of ik een kleine nors kijkende, homofobe man ontwaar met een grootheidswaanzinnige blik, maar nee. Als ze het al is, is pa Poetin er niet bij vandaag. Ik weet dat Poetins dochter in een gebouw woont of woonde, dat de Krim heet. (De Voorschotenaren onder de lezers zullen nu instemmend knikken.) Maar dit trouwens terzijde.
Ik verval weer in gepeins. Taal is raar. Je geeft in Engeland iets aan iemand, die jou daarvoor bedankt en jij zegt: “Je bent welkom”. In het Frans zeg je dan: “Het is niets.” Nee, nou wordt hij mooi! Je doet moeite, je geeft iets, misschien wel iets heel duurs en dan roep je er achteraan dat het niks is. Nog zo’n mooie als je iets geeft. In het Engels zeg je: “Hier ben je.” Wat een onzin. Natuurlijk is de ander er, een overbodige constatering dus. Maar dit terzijde.
Maar dit terzijde. Dat vind ik nog een van de mooiste uitdrukkingen in onze taal. Als je twijfelt aan de relevantie van je verhaal, de ander kijkt niet geïnteresseerd of je voelt je in verlegenheid gebracht, roep dan ‘maar dit terzijde’ en je bent gered. Maar dat weer terzijde.
Wil je jouw gedachtenspinsels op Taalvoutjes zien? Stuur je column in en wie weet lees je deze terug. Geplaatste columns worden beloond met een supertof, te gek Taalvoutjes-pakket.
‘Columns schrijven is een kunst, een kunde’, zegt Wim Daniëls treffend in de inleiding van het boek Er staat een mug op tafel. Sterker nog, Daniëls ...
Eén keer in de zoveel tijd ga ik op bezoek bij m’n opa en oma. Dan spreken we over van alles en nog wat. Over serieuze dingen zoals het nieuws, de politie...
Dion van Meel ontdekte dat het ook jaren geleden al om zich heen sloeg: het spatievirus. Hoewel hij het vreselijk vindt, moet hij er toch ook om lachen. Maar ku...
Een atlas. Dat is toch zo’n enorm boek dat je altijd naar je aardrijkskundelessen moest slepen? Klopt helemaal. Maar deze atlas vertelt een ander verhaal. Het v...