Woordweetje: Joost mag het weten
Wie is toch die Joost uit de uitdrukking ‘Joost mag het weten’? Wanneer leefde hij en bestond hij wel echt? Nou, nee, want de Joost waar we het hier over hebben...
Ja hoor, stuurt er een keer een taalkundige een plaatje naar Taalvoutjes, bevat het geen taalvout! En grappig is de titel van het boek van Anne van Veen ook al niet. Toch is er wel iets geks mee, met Wie ik aan het zijn was. Maar wat precies?
Door Ronny Boogaart
Stel je voor dat je onderzoek wil doen naar dit soort zinnen:
Piet is een boek aan het lezen.
Daarmee zeg je dat Piet bezig is met het lezen van een boek, dat hij voorlopig nog niet klaar is. Zo’n zin kan natuurlijk ook over andere mensen gaan dan Piet en over andere dingen dan het lezen van een boek. En je kan die zin ook nog in de verleden tijd zetten. Je krijgt dan zinnetjes als:
Jan was aan het wandelen.
Eva is aan het zwemmen.
Zij zijn aan het verhuizen.
Enzovoorts.
De woordjes aan het komen er altijd in voor en daarom noemen we dit de aan-het-constructie. Je kan niet elk willekeurig werkwoord in die constructie invullen. Met werkwoorden als lezen, wandelen, zwemmen en verhuizen gaat het goed. Als de betekenis van de constructie is dat iemand ergens mee bezig is, dan is dat natuurlijk niet zo gek: die werkwoorden verwijzen allemaal naar activiteiten waarmee iemand druk bezig kan zijn.
Het moet dus iets zijn dat je kan doen. Als je het probeert met werkwoorden die geen activiteit aanduiden, maar bijvoorbeeld een eigenschap van iemand, dan gaat het niet goed. Als taalkundige zet je dan een sterretje voor zo’n zin, om aan te geven dat deze zin geen Nederlands is:
*Hij is blond haar aan het hebben.
*Zij is mijn moeder aan het zijn.
Hij heeft blond haar of hij heeft geen blond haar, maar het is niet iets waar hij druk mee bezig kan zijn. En de vrouw die mijn moeder is, is mijn moeder. Dat is wat ze ís, niet wat ze dóet. De zinnen met een sterretje ervoor zou je taalfouten kunnen noemen, maar op taalvoutjes.nl zul je ze niet tegenkomen: heel erg grappig zijn ze niet en het zijn fouten die nooit worden gemaakt, behalve misschien door mensen die Nederlands aan het leren zijn.
Maar dan zie je het boek van Anne van Veen in de boekhandel liggen met die titel:
Wie ik aan het zijn was.
Dat is even slikken. We hadden net bedacht dat een werkwoord zoals zijn niet in de aan-het-constructie voor kan komen omdat die constructie alleen voor activiteiten gebruikt wordt. En je bént iemand of je bent het niet, dat is niet iets dat je kan dóen. Wat nu? Bevat de titel een taalfout? Of klopt ons idee over de aan-het-constructie bij nader inzien toch niet?
Integendeel: die titel van Anne van Veen bevestigt juist het idee dat je de aan-het-constructie gebruikt om aan te geven dat iemand bezig is met een activiteit. Inderdaad, iemand zijn is meestal geen tijdelijke activiteit maar een permanente toestand. Alleen, door die toestand te presenteren met deze constructie, wordt het als het ware tóch een activiteit. Misschien bedoelt de schrijfster zoiets: in de tijd waar het boek over gaat was ze niet zichzelf, maar deed ze erg haar best om iemand te zijn of te worden. Misschien wist ze nog niet wie ze eigenlijk was of deed ze alsof ze iemand anders was. En daar kun je best druk mee bezig zijn en moe van worden.
Dat is geen flauwe manier om mijn omschrijving van de aan-het-constructie te redden. Die omschrijving verklaart juist dat dit soort zinnen weinig voorkomt. En áls ze voorkomen, zijn het geen taalfouten, maar krijgen ze een heel speciale interpretatie. Een toestand die ineens een activiteit wordt – leuker kunnen we het als taalkundigen niet maken.
(PRIJSVRAAG IS GESLOTEN)
Prijsvraag: win het boek van taalkundige Ronny Boogaart ‘Een sprinter is een stoptrein zonder wc’
Wat moet je daarvoor doen?
Het bordje hieronder kwam Ronny vorige maand tegen op zijn werk in Leiden. Ze zijn daar druk bezig met het renoveren van loopbruggen. Dat staat in het Nederlands en in het Engels op het bordje.
In het Engels heb je ook zoiets als de aan-het-constructie: De Nederlandse zin Piet is een boek aan het lezen vertaal je in het Engels als Piet is reading a book. Die Engelse constructie met –ing wordt ook op het bordje gebruikt. Maar in het Nederlands kun je niet zeggen:
*De loopbruggen zijn gerenoveerd aan het worden.
Waarom niet? Deel het hieronder in een reactie.
Het beste antwoord krijgt een gesigneerd exemplaar van Een sprinter is een stoptrein zonder wc: De sturende kracht van taal, waarvoor Ronny Boogaart in februari 2016 de populariseringsprijs kreeg van de Landelijke Onderzoeksschool Taalwetenschap, voor het beste populariserende boek over taal van 2015.
Wie is toch die Joost uit de uitdrukking ‘Joost mag het weten’? Wanneer leefde hij en bestond hij wel echt? Nou, nee, want de Joost waar we het hier over hebben...
Je kunt met taal heel veel, maar het levert niet altijd mooie resultaten op. Als je uitdrukkingen door elkaar gebruikt bijvoorbeeld. Hoeveel weet jij van contam...
Sinds ik in Utrecht ben gaan wonen is mijn vocabulaire jaarlijks exponentieel gegroeid. De studentenkolonie in de Domstad beschikt namelijk over een ongekend ta...
Woorden met een verhaal kom je overal tegen. Op brood bijvoorbeeld. Want wat heeft pindakaas nou met kaas te maken? Waarom is hagelslag eigenlijk bruin van kleu...