Boekrecensie: Het is jouw feestje!
‘Zo. Niks meer aan doen.’ Dat dacht ik zaterdagmiddag voordat ik een housewarming annex verjaarsfeestje gaf. Al weken leef ik tussen de rotzooi van onze verbouw...
Het gebeurde toen ik weer eens naar Boer zoekt vrouw zat te kijken en zag dat er weer eens minutenlang een gesprek werd gevoerd met alleen maar het woordje ‘ja’. Het gebeurde toen iemand me vertelde dat haar twaalfjarige zoon af en toe zei: “Lekker genederlandst, ma!”, als ze zich een beetje stuntelig uitdrukte. Het gebeurde toen ik ontdekte dat iemand zich in een Twitter-discussie beledigd voelde omdat ik u tegen haar zei: “Je hoeft niet zo arrogant te doen!”
Ik begrijp niet waarom er mensen zijn die zich ergeren aan taal. Er is altijd zoveel aan te ontdekken! Steeds komen er weer nieuwe sprekers bij die alles steeds weer net een beetje anders doen, zodat je ontdekt: zo kan het ook. Iedere dag zijn miljoenen sprekers van het Nederlands aan het ontdekken wat ze nu weer allemaal voor nieuwe dingen kunnen zeggen in hun taal, hoe ze die taal nu weer net een beetje kunnen buigen. Dan kun je wel zeggen: mijn taal mag niet gebogen worden, maar je kunt net zo goed zeggen: kijk eens wat een kunstenaars die taalbuigers zijn. Kijk eens wat een kunstwerk er verborgen zit in mijn gebogen taal.
Er valt kortom iedere dag wel iets te zien aan de taal. Die boeren in BZV bijvoorbeeld: waar hebben ze dat vandaan? In het Engels kun je heus niet op dezelfde manier een gesprek voeren. Probeer dit maar eens in het Engels te vertalen:
(zuchtend) “Ja, dat …”
(hoopvol:) “Ja?”
(twijfelend:) “… Ja …”
(enthousiast:) “Ja!”
(verontschuldigend:) “Ja.”
(berustend:) “Ja.”
Een warrelwind van emoties, met slechts twee klanken: een j en een a. Ooit zijn we daarmee begonnen en nu vindt iedereen het heel gewoon. Waarom?
Of neem die pubers maar eens met hun lekker ‘genederlandst’. Ineens blijken kinderen in heel Nederland dat te zeggen. Tegelijkertijd kun je er geen bron voor vinden: er is geen tv-programma en geen vlogger die het al leek te zeggen vóór de rage kwam. Taalrages zijn ondergronds, ze slaan over van schoolplein naar schoolplein.
Of neem dat beledigende van ‘u’. Nog niet zo heel lang geleden was het alleen maar beleefd om ‘u’ tegen iemand te zeggen, een teken van respect. Maar inmiddels zien mensen het op internet kennelijk als te afstandelijk: normaal zeg je ‘je’ tegen elkaar en je grijpt pas naar ‘u’ als je wilt laten merken dat je weinig met de ander te maken wilt hebben. Zo vormen zich steeds, onder je neus, steeds nieuwe woorden en steeds nieuwe manieren om steeds nieuwe dingen te zeggen. Ik kan me daar iedere dag over verbazen. Soms schrijf ik er een stukje over – die stukjes staan in m’n nieuwe boek ‘U als scheldwoord‘.
Wie zo veel over taal weet en er óók nog zo graag zijn fascinatie over deelt, kan in onze ogen erg weinig fout doen. Maar dat is sowieso al moeilijk als je voor zowel het Meertens Instituut, Onze Taal én NRC Handelsblad werkt, om er maar een paar te noemen. Marc van Oostendorp heeft bovendien nog negentien boeken op zijn naam staan. Als wij het zo horen, is het knap dat hij nog tijd wist te vinden voor deze column.
‘Zo. Niks meer aan doen.’ Dat dacht ik zaterdagmiddag voordat ik een housewarming annex verjaarsfeestje gaf. Al weken leef ik tussen de rotzooi van onze verbouw...
‘Gids voor de kantoorjungle’ is het derde boek van Japke-d. Bouma dat we voor Taalvoutjes recenseren. We kennen haar van haar kantoortaal-observaties en scherpe...
Foto door Marleen Bekker Schoonheidsvouwtjes Techniek die in onze jeugd al bestond, maakt deel uit van de wereld zoals die nu eenmaal is. Wat in onze vroege vol...
Voor de gemiddelde taalliefhebber is het gemiddelde reality-tv-programma een avontuur; je wordt vaak heen en weer geslingerd tussen briljante taalvondsten en ui...