923 shares
“Kunt u dat voor mij spellen?” “Ja hoor, met de X van Xantippe … ” “Maar meneer, wat heb ik misdaan? Waarom noemt u mij een xantip...

Daar sta ik dan als docent Nederlands. Ik loop vast. Ik twijfel. Ik stamel. Ik houd me in. Ik vecht tegen de bierkaai. Schipper tussen wat wel en niet ‘mag’ in ...