Woordweetje: Hagenees/ Hagenaar
Onlangs kwam in Nijmegen een bekende Nederlander langs. Dat is voor een stadje zoals Nimma een groot ding. Ik zie eigenlijk nooit beroemdheden van eigen bodem. ...
Tip voor de volgende keer dat je in een vergadering zit, waar je echt geen zin in hebt: vertel je collega’s zo nonchalant mogelijk dat je helaas weg moet omdat je nog moet ‘epibreren’. Mensen zullen wellicht fronsen en zich afvragen wat dat inhoudt, maar hoogstwaarschijnlijk zal niemand aan je vragen wat je nu werkelijk bedoelt. Mochten ze dit wel doen, gebaar dan naar een collega dat hij het wel zal uitleggen. Je hebt namelijk ontzettend veel haast en kan die stompzinnige vragen onmogelijk beantwoorden met die drukke agenda van je. Deze stemt toe, want hij wil natuurlijk ook niet voor paal staan. Je kunt je dan, breed glimlachend, uit de vergaderruimte verwijderen . En terwijl je collega’s hun hersenen aan het pijnigen zijn over wat dat epibreren toch is, zit jij al in je auto richting huis.
Door Ties Rohof
Epibreren is namelijk helemaal niks. Het woord is in 1954 door de Nederlandse schrijver Simon Carmiggelt geïntroduceerd en betekent letterlijk: het verrichten van niet nader gespecificeerd werk dat heel voornaam lijkt, maar desondanks helemaal niets voorstelt.
Carmiggelt had een jaar eerder een Haagse ambtenaar het woord horen gebruiken. Deze landsdienaar had Carmiggelt beloofd een document in negen dagen aan te leveren. Het hoefde alleen nog maar even’ geëpibreerd’ te worden. Carmiggelt had geknikt en was naar buiten gelopen, toen hij zich realiseerde dat hij geen idee had wat dat epibreren nou inhield. Dus, hij maakte rechtsomkeert en liep terug naar het loket waar de taalimprovisator zich bevond. Verontschuldigend vroeg Carmiggelt of deze wilde uitleggen wat hij nou eigenlijk bedoelde. De ambtenaar en zijn collega’s achter het loket legden hun pennen neer, waarna de Hagenees verklaarde dat dit een mooi moment voor hem was. Hij gebruikte het woord zelf namelijk al jaren voor verschillende doeleinden en niemand had ooit naar de betekenis gevraagd. Het woord is na 1954 nog vaker gebruikt.
In een interview legde Carmiggelt uit dat een koekjesfabriek moeite had om sollicitanten te vinden – het was duidelijk nog geen crisistijd. Toen ze als laatste redmiddel epibreren toevoegden aan de taakomschrijving, meldden zich plots meerdere gegadigden voor de baan. Een duur woord maakt alles een stuk interessanter. Dat gezegd hebbende, beëindig ik contrecoeur mijn explicatie over dit verzonnen woord.
Onlangs kwam in Nijmegen een bekende Nederlander langs. Dat is voor een stadje zoals Nimma een groot ding. Ik zie eigenlijk nooit beroemdheden van eigen bodem. ...
Taaletiquette Soms kan ik er nog zwetend van wakker worden. Meer dan vijftig jaar geleden deed ik toelatingsexamen voor de toneelschool. Ik had me er zelf op vo...
“Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje.” Grote kans dat jij dit liedje ook jarenlang hebt gezongen zonder je ooit af te vragen wat een kapoentje nou...
Trots liet ik (Marten, de ene helft van ons duo) ons nieuwe boek ‘Opzienbarende ontdekkingen over taal’ lezen aan mijn vader. Een van de eerste ding...