#ton den boon


923 shares

Ik snap 'm niet

Ze zijn stokoud en springlevend: Nederlandse spreekwoorden. Hou je er net als ik van om soms zomaar een archaïsch spreekwoord in je vocabulaire te knallen om jezelf een schijn van intellect te geven? Het liefst zo’n spreekwoord waarvan je zelf stiekem ook denkt: waar slaat dit eigenlijk op? Dan moet je zeker het nieuwe Van Dale Spreekwoordenboek eens openslaan. Door Aafke Schoenmaker Waar al die Nederlandse spreekwoorden op slaan, kun je nu dus opzoeken in het Spreekwoordenboek van Ton den Boon, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale. Elk spreekwoord krijgt een beknopte uitleg over de herkomst, gebruik en varianten. Kun je die uitdrukking in een zin gebruiken? Ja, voorbeelden uit kranten, romans en tijdschriften bewijzen dat de spreekwoorden echt nog recent gebruikt zijn. Daarnaast maken de korte informatieve hoofdstukjes over verschillende soorten spreekwoorden dat het boek meer leest als een boek en minder als een opsomming. In het boek staan zo’n vijfhonderd uitdrukkingen die vandaag de dag actief gebruikt worden. Geen zorgen, ik garandeer je dat er ook spreekwoorden in staan die je nog niet kent, maar die je vanaf nu absoluut gaat gebruiken. Wat dacht je van: 'Liever blo Jan dan do Jan'? Of: 'Hoe meer je in de stront roert, hoe harder het stinkt'? Den Boon heeft dus gekozen voor vijfhonderd spreekwoorden, een ‘harde kern’ die nog geregeld worden gebezigd. Dat maakt benieuwd naar de overige  duizend (!) oubollige spreekwoorden in het Nederlands. Mogen we daar ook een boek over om die nieuw leven in te blazen?
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Als je een echte taalfanaat bent die graag onverwacht iets cryptisch als 'de mens is de mens een wolf’ zegt. NEE: Want je houdt niet van taal. Geeft niet, iedere ketter heeft zijn letter, zeg ik altijd maar.
Auteur: Ton den Boon Uitgeverij: Van Dale Jaar: 2018 Aantal pagina’s: 392 __________________________________  

Hebben of meer van Ton den Boon Lezen?


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]"Spreekwoorden, wie gebruikt die nou nog?" Zo reageren mensen vaak als ik opbiecht dat ik spreekwoorden verzamel: levenswijsheden uit grootmoeders tijd, die toch regelmatig van pas blijken te komen. U weet wel: 'als het kalf verdronken is, dempt men de put' of 'oefening baart kunst' of 'je moet het kind niet met het badwater weggooien'.[/intro] Door Ton den Boon Waarom ik zulke spreekwoorden verzamel? Vooral om vast te stellen dát ze nog worden gebruikt. Immers, als blijkt dat een uitdrukking niet meer wordt gebruikt, heeft het geen communicatieve functie meer en is het in feite niets anders dan een talige curiositeit uit de oude doos. Begrijp me niet verkeerd: ze zijn vaak leuk hoor, die spreekwoorden uit het grijze verleden en soms herinneren we ze nog uit onze jeugd, maar in de praktijk gebruikt vrijwel niemand meer spreekwoorden als 'om der wille van de smeer likt de kat de kandeleer' of 'als de dood ons nedervelt, is het uit met goed en geld'. Juist spreekwoorden die nog wél worden gebruikt, vind ik interessant. Die van het type 'als het kalf verdronken is, dempt men de put, 'oefening baart kunst' of 'je moet het kind niet met het badwater weggooien'. Niet alleen omdat zulke spreekwoorden op een beknopte wijze soms heel veel informatie kunnen overdragen, maar ook omdat ze – als onderdeel van de levende taal – aan verandering van vorm en soms ook betekenis onderhevig zijn.

Halve spreekwoorden

Een mooi voorbeeld van variatie zijn ‘halve spreekwoorden’ van het type 'als het kalf verdronken is …', waar de lezer of toehoorder blijkbaar automatisch het tweede deel erbij denkt. Dat taalgebruikers met nóg minder woorden toe kunnen als het om spreekwoorden gaat, blijkt uit moderne varianten als 'kind, badwater' of 'kalf, put'. Op vergelijkbare wijze worden wel meer spreekwoorden - zelfs varianten die in hun volledige vorm tamelijk ouderwets worden gevonden - verkort tot spreekwoord 2.0. Blijkbaar slaan twitteraars en anderen die spreekwoorden op deze manier verkorten de taalkennis van hun lees- of luisterpartners behoorlijk hoog aan. Wie op Twitter ‘het spreekwoord schaap, dam’ leest, wordt geacht dat zelf te kunnen uitbreiden tot 'als één schaap over de dam is, volgen er meer'.

Hedendaagse spreekwoorden

Hoeveel spreekwoorden nog courant zijn, kun je eigenlijk alleen maar nagaan door te tellen en te turven. Dat is precies wat ik de afgelopen jaren heb gedaan, ter voorbereiding van het Van Dale spreekwoordenboek, dat de afgelopen maand is verschenen. Van de ongeveer 2000 à 2500 spreekwoorden die je traditioneel in de oudere spreekwoordenboeken vindt, heb ik in krantendatabases van de afgelopen 25 jaar, maar ook op de sociale media beoordeeld of (en hoe) ze worden gebruikt. Ongeveer de helft ervan wordt nog weleens gebruikt, maar zo’n 500 à 600 traditionele spreekwoorden zijn nog echt courant, althans in de schrijftaal. Van sommige uitdrukkingen snap je meteen waarom ze in onbruik zijn geraakt. In het archaïsche spreekwoord 'vele honden zijn der hazen dood' (tegen overmacht kun je je moeilijk verweren) zit de ongebruikelijke formulering met een oude genitief ‘der hazen dood’ combinatie (de dood van de hazen) het voortbestaan van het spreekwoord in de weg. Het eveneens archaïsche spreekwoord 'als het huwelijk is om het gelletje, dan wordt het gauw een helletje' (van een huwelijk om financiële redenen wordt doorgaans geen van beide partners gelukkig) heeft geen toekomst meer door het door het rijm afgedwongen oude woord 'gelletje' (geld), maar misschien ook wel omdat er niet meer zo vaak ‘om het geld’ wordt getrouwd. Jammer, zult u misschien zeggen, die teloorgang der oude spreekwoorden, maar het is niet anders. En blijkbaar kunnen we in communicatief opzicht voldoende uit de voeten met de circa 500 à 600 spreekwoorden die we hebben overgehouden. Juist die harde kern van de spreekwoordenschat staat centraal in het nieuwe Van Dale spreekwoordenboek. En niet alleen de betekenis en de herkomst van de spreekwoorden worden beschreven, maar vooral ook de toepassing ervan.

Maatschappelijke spreekwoorden

Voor wie de teloorgang van een deel van de oude spreekwoordenschat écht aan het hart gaat: door verdwenen spreekwoorden af te stoffen en opnieuw te gaan gebruiken kunt ú ze misschien een comeback bezorgen. Daarnaast zorgt de aanhoudende vernieuwing van de taal voor een beperkte verrijking van de bestaande spreekwoordenschat. 'De leugen regeert'; 'alles van waarde is weerloos'; 'achter elke sterke vent staat een vrouw'; 'het is eenzaam aan de top' – het zijn allemaal spreekwoorden die er honderd, soms vijftig en soms dertig jaar geleden nog niet waren. Soms weerspiegelen veranderingen in de spreekwoordenschat maatschappelijke veranderingen. Zo heeft het oude (en nog niet helemaal verdwenen) spreekwoord 'ieder huisje heeft zijn kruisje' (in ieder gezin is weleens verdriet of tegenslag) in de ontkerstende en geïndividualiseerde samenleving waarin we nu leven een adequate opvolger gevonden in het aan het Engels ontleende spreekwoord 'in ieders leven moet wat regen vallen'. Het moge duidelijk zijn: net als onze woordenschat verandert ook onze spreekwoordenschat. Spreekwoorden gaan en komen, maar de belangrijkste constatering is dat we kennelijk nog altijd behoefte hebben aan oude, beproefde levenswijsheden om met elkaar te communiceren. En zolang die behoefte er is, zullen we (oude en nieuwe) spreekwoorden blijven gebruiken. [line] Van Dale spreekwoordenboek - Ton den Boon

WINNEN!

Het spiksplinternieuwe Van Dale Spreekwoordenboek is samengesteld door Dikke Van Dale-hoofdredacteur Ton den Boon en biedt een compleet overzicht van de meest gangbare Nederlandse en Vlaamse spreekwoorden – verlucht met kleurrijke illustraties, korte essays over de herkomst van onze spreekwoorden en vele citaten uit de Nederlandse en Vlaamse media en literatuur. En wij mogen er maar liefst vijf weggeven! Hoe? Deel jouw favoriete spreekwoord met ons in een reactie op onze site of socialmediakanaal en wie weet, valt het boek binnenkort bij jou op de mat!   [line]

Ton den Boon over spreekwoordenOver Ton den Boon

Toon den Boon is een behoorlijk bezige bij; niet alleen is hij al sinds de jaren negentig hoofdredacteur van de Dikke van Dale, hij runt ook nog zijn eigen uitgeverij De Weideblik en heeft al heel wat boeken op zijn naam staan, waaronder het Verdwijnwoordenboek en het erotisch woordenboek 'De Taal der liefde'. Ook voor Taalvoutjes - het jubileumboek schreef hij een prachtige column over 'boeren met worsten'. Die zouden in het erotisch woordenboek niet misstaan!

Ik wil meer lezen ...

Dat kan! Hieronder vind je de boeken van Tons hand:
Taalvoutje

Ton den Boon

Ton den Boon

923 shares

Ik snap 'm niet

Geer en Goor en het geheim van de boeren met worst

Laat ik het meteen maar opbiechten: ik heb een zwak voor foute woorden. Dan bedoel ik niet woorden als 'vrouwtje' ter aanduiding van een volwassen dame (“Hij is toch met zo’n leuk vrouwtje getrouwd!”) of 'hut' voor een fatsoenlijke woning (“Ik heb m’n hut volgehangen met moderne kunst.”). Wat Ton dan wél bedoelt? Je leest het in Taalvoutjes - het jubileumboek.

Ton den Boon

Niet alleen is Ton hoofdredacteur van De Dikke Van Dale, ook runt hij een eigen uitgeverij (De Weideblik) en heeft hij al heel wat woorden- en andere boeken op zijn naam staan, waaronder het Verdwijnwoordenboek. Van Tons hand kwamen onlangs twee boeken uit: De taal der liefde en Dat gaat 'm niet worden. Wat wij van deze boeken vonden, lees je in onze boekrecensies: Meer van Ton den Boon:

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Taal is constant in ontwikkeling, bijvoorbeeld door invloeden uit het Engels of via het internet. Het mooie daaraan is, dat men altijd een momentopname zou kunnen maken van onze taal en dat is precies wat woordenboekmaker Ton den Boon met Dat gaat ’m niet worden heeft gedaan. Zijn nieuwste boek is een greep uit de taalcolumns die hij driewekelijks voor Trouw schrijft en die opvallende trends in ons taalgebruik signaleren.[/intro] Door Daniël Klok Neem nou ‘regenboogtaal’ en ‘taalporno’. Samenstellingen die in eerste instantie de wenkbrauwen misschien doen fronsen, maar bij nader inzien eigenlijk heel logisch zijn. In de juiste context gebruikt, dan. Regenboogtaal bijvoorbeeld, is de taal die officiële instanties bezigen om mensen die zich niet identificeren met de binaire genderverdeling tegemoet te komen. Zo verruilde de onlangs overleden Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan de gebruikelijke aanhef in zijn toespraken – ‘Geachte dames en heren’ – voor ‘Lieve Amsterdammers’. Typische regenboogtaal. Wat de uitdrukking ‘taalporno’ betreft; de samenstelling van een willekeurig woord, gevolgd door -porno, is ontstaan op het internet. Ton den Boon geeft hier cat porn als voorbeeld. Dit gaat in geen enkel geval over seks met dieren, maar over niet-seksuele online filmpjes met schattige, capriolen uithalende katten. Filmpjes waar men zich naar hartenlust aan kan ‘vergrijpen’. Interessant is ook, dat Den Boon sommige taalontwikkelingen wijt aan het feit dat taal de visie van taalgebruikers op de maatschappij weerspiegelt. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de verandering van de connotatie bij het woord ‘vluchteling’. Voorheen werd dit woord alleen gebruikt voor iemand die gedwongen zijn of haar vaderland moest ontvluchten, bijvoorbeeld door oorlog. Tegenwoordig valt ook de zogenoemde ‘economische vluchteling’ onder dit begrip, waardoor het woord ‘vluchteling’ synoniem is geworden voor ‘migrant’. Volgens Den Boon kan dit veranderde gebruik van het woord een ongunstig effect hebben op humanitaire hulp. Ook diept hij in zijn columns de oorzaak van de taalveranderingen uit en laat hij zien wat de herkomst van een woord is. Hierdoor maakt hij bij veel veranderingen duidelijk dat het eigenlijk erg logisch is dat we het nu zo gebruiken. Dit is te zien bij het veel gebruikte woord ‘faal’, dat van het Latijnse fallere komt, dat ‘bedriegen’ of ‘misleiden’ betekent en dat overeenkomt met het Nederlandse ‘vals’. In Dat gaat ‘m niet worden beschrijft Den Boon de hem opgevallen taalontwikkelingen op een prettige, objectieve manier. Met ongeveer één taalverschijnsel per pagina is het een boek dat je makkelijk even oppakt voor een snelle leessessie! Ook is het leuk om de verklaring te lezen van taal die je stiekem zelf ook bezigt. Dat gaat 'm dus wél worden.   Is dit boek geschikt voor jou? JA: als je de ontwikkeling van een taal interessant vindt en graag mee wilt praten met de 'koele kids'! NEE: als je te goed op de hoogte bent van de taalontwikkelingen om te weten dat men dit boek elk jaar opnieuw zou kunnen schrijven en moedeloos wordt van de oneindigheid van taalverandering. Auteur: Ton den Boon Uitgeverij: Van Dale Jaar: 2017 Aantal pagina’s: 128 Meer van Ton den Boon:

923 shares

Ik snap 'm niet

De taal der liefde - Ton den Boon[intro]“Seks is nu eenmaal een productieve inspiratiebron voor de taal”, schrijft Ton den Boon in de inleiding van De taal der liefde. Daar is het 296 pagina’s tellende Literair woordenboek van seks en erotiek zeker een bewijs van. De auteur verzamelde ruim twintig jaar lang citaten waarin op enige manier naar het rotzooien verwezen wordt. Na dit onderricht in ruim 2600 woorden kennen de vreugden van het echtelijk bed voor de lezer geen geheimen meer.[/intro] Door: Berith van Pelt Opvallend, of niet, is dat er in onze taal best wat Franse woorden zijn ingeburgerd. Want wees eerlijk, wat klinkt er nu zwoeler dan een amour fou of soixante-neuf? Ook uit het Engels hebben we woorden overgenomen; andere moderne talen lijken we minder sexy te vinden. Ook verrassend zijn de seksuele woorden die afkomstig zijn uit de Bijbel. Daarin dient het ingaan tot een vrouw natuurlijk uitsluitend een praktisch nut, maar noemde men het beestje toch liever niet bij zijn eigen naam. Uit de tijd waarin vrouwen in een jozefshuwelijk nog zwanger raakten, kennen we nu daarom nog vaak eufemistische benamingen voor de geslachtsvereniging. Behalve een woordenboek is De taal der liefde vooral een kennismaking met de Nederlandse literatuur. Bijna alle woorden gaan vergezeld van een citaat uit Nederlandse literatuur of lectuur. En het is zeker niet alleen van deze tijd om de daad te benoemen in romans: ook net na de Tweede Wereldoorlog schuwden sommige schrijvers de dingen van de nacht niet. In dertig kaderteksten gaat de auteur uitgebreider in op de invloed van enkele auteurs op ons taalgebruik omtrent het stijfselen. Zo hebben we het hoogstwaarschijnlijk aan niemand minder dan Jan Cremer te danken dat we de kut in uiteenlopende situaties kunnen inzetten als uitdrukking van ongenoegen en blijkt Arnon Grunberg de koning van de pakkende zinnen over seks. En hoewel literaire auteurs bijzonder creatieve vondsten hebben gedaan, is er in het boek nog geen woord beginnend met een ‘X’ opgenomen. De zoektocht is nog niet voltooid. Is dit boek iets voor jou? JA: Als je geen nonnenvlees hebt en niet terugdeinst van het beest met de twee ruggen. En als je geïnteresseerd bent in (de vunzige kanten van) de Nederlandse literatuur. NEE: Als je al moet giechelen als mensen het gedaan hebben en als je denkt een natuurfilm echt over de bloemetjes en de bijtjes gaat. Auteur: Ton den Boon Uitgeverij: Van Dale Uitgevers Verschenen: 2017

Meer lezen van Ton den Boon?


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Worden er in de taal der liefde weleens taalvoutjes gemaakt? Me dunkt! Zodra we het over seks en erotiek gaan hebben, wordt er een zintuig gewekt dat altijd in ons sluimert: de dirty mind. Onschuldige huis-tuin-en-keukenwoorden als poes, pruim, banaan, worst, heet, lolly, brandspuit en roompotje verliezen hun onschuld als je er enkele van bij elkaar zet en voor je het weet heb je een uitspraak met een hoog olala-gehalte. [/intro] Door Ton den Boon Wie kon er nog om de dubbelzinnigheid van ‘Het heetste sneetje’ heen toen deze vlamtosti twee jaar geleden als taalvoutje werd aangemerkt met het commentaar ‘niet voor de poes’? Ook door de typering als taalvoutje van de op zichzelf onschuldige mededeling ‘Pijpen in de etalage nu met 20% korting’ op het raam van een tabakswinkel, werd ieders dirty mind al eens geactiveerd. Pijpen in de etalage Voor wie daar – excusez l’expression - wel pap van lust, moet het onlangs verschenen literair-erotische woordenboek De taal der liefde een ware lusthof zijn. Daar staan alléén maar erotische woorden en uitdrukkingen in die in potentie (sorry!) dezelfde dubbelzinnigheid hebben als sommige taalvoutjes. Woorden als gereedschap, sandwich, snoepdoos, struikgewas en winkeltje verliezen in één klap hun onschuld als blijkt dat ze óók een erotische betekenis hebben. Behalve zulke dubbelzinnigheden beschrijft De taal der liefde de bekende schuttingtaal. ‘Zonder plat of ranzig te worden’, zei een radiopresentator die het boek besprak. Maar hij vond De taal der liefde toch wel behoorlijk spannend om door te bladeren. Spannend of niet, seks is een onderwerp waar we graag woorden aan ‘vuilmaken’. De taal die we gebruiken om de lichamelijke liefde te beschrijven, is bovendien heel erg divers. Ruim twintig jaar lang verzamelde ik bij het lezen van Nederlandse en Vlaamse literatuur woorden en uitdrukkingen over de liefde en de relevante lichaamsdelen die daarbij een rol spelen. Bij voorkeur met een mooi citaat eromheen.  Zoals 'Sappige meloenen. Dat zeiden ze als jongens wanneer ze in het zwembad een vrouw zagen met flinke borsten.’ (René Appel, Weerzin, 2008). Of:  ’Ik wil mij er ook van tevoren van vergewissen dat de schaamheuvel van mijn gezelschapsdame begroeid is met weelderige vegetatie en niet uitsluitend glad vleesweefsel bevat, zoals tegenwoordig helaas usance is.’ (Peter Drehmanns, De begeleider, 2009) De verzameling bestond uiteindelijk uit zo’n 4.000 van dit type citaten met erotische woorden en uitdrukkingen. Natuurlijk zijn daarbij talloze eufemismen en metaforen voor de verschillende vormen van seks: van adam-en-evahouding tot kamasutrastandje en van het stiekeme achterommetje tot de routinematige zondagochtendwip. Daarnaast zijn er vooral veel uitdrukkingen voor lichaamsdelen en menstypen, zoals vrouwelijks aantrekkelijkheden, zwoegende boezem, adamsroede, zwelneus en afgelikte boterham. Bij elkaar vormden die citaten een mooi uitgangspunt voor een hedendaags erotisch woordenboek, dat extra interessant én vermakelijk is doordat veel van de 2.600 trefwoorden geïllustreerd worden aan de hand van literaire citaten. De taal der liefde – je zou het er rooie oortjes van krijgen … [line] De taal der liefde, Literair woordenboek van seks en erotiek is verschenen bij Van Dale en bevat naast 2.600 trefwoorden en 2.100 citaten, 30 mini-essays over de seksuele taal van Nederlandse en Vlaamse schrijvers, zoals Hugo Claus, Gerard Reve, Tom Lanoye, Herman Brusselmans, Arnon Grunberg en Ronald Giphart. Verzameld en geschreven door: Ton den Boon Omvang: 296 pagina’s ISBN: 9789460773600 Prijs: € 17,50 [line] Over Ton den Boon Ton den Boon is niet alleen hoofdredacteur van de Dikke Van Dale; hij heeft ook heel wat boeken op zijn naam staan over taal, literatuur en beeldende kunst. Ook heeft hij zijn eigen uitgeverij: de Weideblik. Meer columns van Ton lezen? Voor ons jubileumboek schreef Ton een prachtige column, getiteld 'Geer en Goor en het geheim van de boeren met worst'. [line] Meer van Ton den Boon:

Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.