#Ties Rohof


923 shares

Ik snap 'm niet

Het is altijd een heikel puntje: je loon. Je verdient meer, maar krijgt altijd te weinig. Toch mag je in je handjes knijpen dat je in het hier en nu leeft en niet in de tijd dat het woord salaris ontstond.   Door Ties Rohof     'Salaris' gaat helemaal terug tot de gekke Romeinen en stamt af van het Latijnse woord salarium, dat zoiets als betekent als 'zoutrantsoen' of 'zoutstaaf'. Als Romeinse soldaten op pad gingen om in de landen rond de Middellandse Zee uit naam van hun heersers ‘beschaving’ te brengen, kregen ze een hoeveelheid zout mee. Dit sal, destijds nog een kostbaar goedje, diende als betaalmiddel. Sommige taalkundigen denken zelfs dat soldaat afstamt van de woorden sal dare (zout geven). Het werd vervolgens ook gebruikt als compensatie voor werk. Maar niet alleen de soldaatjes konden profiteren van de smaakversterker. In de loop der tijd werd zout ook gebruikt om rondtrekkende ambtenaren te compenseren. Mocht je dus bij het volgende functioneringsgesprek overtuigd zijn van je recht op een loonsverhoging, breng het dan subtiel in beeld. Pak een leeg zoutvaatje en zet deze tijdens de evaluatie zo nonchalant mogelijk op tafel. Of hint dat je eten de laatste tijd zo smakeloos is. Mocht je flauwe baas het allemaal niet begrijpen, dan kun je hem altijd nog je ongezouten mening geven.

We zijn altijd op zoek naar leuke verhalen over de herkomst van een woord of uitdrukking. Vind je dat je goed kunt schrijven en wil je jouw woordweetje terugzien op onze site? Stuur hier je woordweetje in. Gepubliceerde verhalen worden beloond met een leuk Taalvoutjes-pakket!

Wil je de herkomst weten van een bepaald woord? We zoeken het graag voor je uit! Laat het ons weten in een reactie hieronder. 


923 shares

Ik snap 'm niet

Toen ik nog een Tiesje was, deed ik eens uit verveling een spelletje met een vriend. We hadden allebei een stukje kauwgom en we beloofden elkaar dat we dat ergens op elkaars gezicht mochten plakken. Ik plakte het op zijn neus en lachte. Hij plakte het in mijn haar en lachte harder. Gelukkig had de kapster een oplossing: smeer een beetje pindakaas in je haar en de kauwgom komt zó los.   Door Ties Rohof     Nu schijnt het dat anderen dat spul ook op hun brood smeren. Dat doen we hier in Nederland al vrij lang. Lijkt mij ook een logischer plek. Pindakaas is zo normaal, dat we van de naam niet meer opkijken. Toch is het gek. Het lijkt toch helemaal niet op kaas? U begrijpt, ik ben op onderzoek uitgegaan. De benaming van pindakaas heeft alles te maken met de Nederlandse Boterwet uit 1889. Want men kan wel zeuren over de Europese Unie met haar betuttelende regeltjes, maar wij konden er zelf ook wat van. Eind negentiende eeuw voerde de Nederlandse regering een wet in die specifieke eisen stelde aan boter. Kort gezegd moest het aan bepaalde voorwaarden voldoen om boter te mogen heten. Er waren rond 1880 namelijk producenten op de markt gekomen die in plaats van melk rundvet gebruikten als boterbasis en daar nogal eens vreemde ingrediënten aan toevoegden. Dat vonden de zuivelproducenten niet zo leuk.  Zij verklaarden daarom in de media dat nepboter schadelijk was voor de gezondheid. Ook internationaal ontstond er veel discussie en besloten buurlanden de nepboter aan banden te leggen. In navolging daarvan voerde Nederland in 1889 de Boterwet in, die strenge eisen aan het zuivelproduct stelde. Dat betekende de geboorte van de margarine, de omvattende naam voor alle producten die nét geen boter waren. En raad eens wat er bijna een kwart eeuw later zijn intrede deed uit het verre Suriname? Juist: 'pienda-kaas'. In 1912 werden bij een landbouwtentoonstelling in het bruisende Deventer ook Surinaamse producten gepresenteerd, waaronder het bruine smeersel. Het mocht geen pindaboter genoemd worden, omdat dat nou eenmaal inging tegen de Boterwet. Dus kwamen ze met een creatief alternatief. Helaas, pindakaas. We zijn altijd op zoek naar leuke verhalen over de herkomst van een woord of uitdrukking. Vind je dat je goed kunt schrijven en wil je jouw woordweetje terugzien op onze site? Stuur hier je woordweetje in. Gepubliceerde verhalen worden beloond met een leuk Taalvoutjes-pakket! Wil je de herkomst weten van een bepaald woord? We zoeken het graag voor je uit! Laat het ons weten in een reactie hieronder. 

923 shares

Ik snap 'm niet

Toen de meiden van Taalvoutjes me vroegen of ik iets wilde vertellen over de herkomst van het woord ‘aarzelen’, heb ik toch wel even getwijfeld. Waarom? De oorsprong is nogal banaal, kinderachtig. Toch moet ik toegeven dat ik stiekem grinnikte toen ik leerde over de afkomst. Dus nou, vooruit dan. Dit is de etymologie van 'aarzelen'.     Door Ties Rohof     Dat woord dat je tegenwoordig te pas en onpas gebruikt om je onzekerheid mee uit te drukken, heeft een nogal vreemde historie. Aarzelen betekende tot de zeventiende eeuw zoiets als achteruitgaan. Tot zover niks schunnigs. Het smeuïgste aan dit verhaal is dat het woord samenhangt met… de bips, de derrière, het nobele zitvlak, ofwel de aars, aldus Etymologiebank.nl. Deze meldt:
  • Mnl. eersen aarzelen ww. ‘weifelen’: ‘achteruitgaan’(...)'afgeleid van mnl. ers, aers ‘aars’, zie → aars.'
Ik heb gepoogd die laatste raad op te volgen, maar toen kreeg ik last van mijn nek. Wel heeft de pagina mij geleerd dat werkwoorden die eindigen op -elen of -eren vaak betrekking hebben op een actie die je herhaaldelijk of consequent doet. Aarzelen betekende dus oorspronkelijk dat je steeds maar weer achteruitging met je kont. Visualiseer die beweging even. Gelukt? Dan roept het misschien wel het beeld op van iemand die twijfelt of hij nu wel of niet weg zal gaan, terwijl zijn aars ondertussen al half buiten de deur bungelt. Zo zie je maar dat iets banaals na loop van tijd gewoon geaccepteerd is geraakt in de Nederlandse taal. Ik vraag me af wanneer swaffelen nou eens mainstream wordt…   We zijn altijd op zoek naar leuke verhalen over de herkomst van een woord of uitdrukking. Vind je dat je goed kunt schrijven en wil je jouw woordweetje terugzien op onze site? Stuur hier je woordweetje in. Gepubliceerde verhalen worden beloond met een leuk Taalvoutjes-pakket!

923 shares

Ik snap 'm niet

Iedereen heeft wel een rare hobby of fascinatie die anderen een beetje vreemd vinden. De een spaart afgeknipte teennagels, de ander haalt enorm veel genoegdoening uit het verkleden van zijn hond. Mijn interesse vereist noch een nagelschaar, noch een mopshond. Hij is namelijk behoorlijk oubollig en kan zo in het rijtje van postzegels verzamelen en sneu de boules. Ik houd van kaarten. En daarmee bedoel ik niet boerenbridge of rikken. Nee, ik bedoel dat ik van landkaarten houd, met van die grenzen en landnamen er op.     Door Ties Rohof     De laatste jaren doken er op internet steeds meer kaarten op met als titel 'Europa zoals de Duitsers het zien' of 'Europa door de ogen van een Griek'. Daar moest ik dan om lachen. Hardop. Achter mijn laptopje. Maar dat is een rage die alweer bijna voorbij is. Onlangs kwam ik iets nieuws tegen wat erop lijkt: Europese landen volgens de Chinezen. Wij westerlingen gebruiken gelijksoortige namen voor Europese landen. Zo noemen wij de zuiderbuur van België 'Frankrijk', zeggen de Italianen 'Francia' en gebruiken de Fransen zelf de term 'France'. Maar niet in China! Daar in het Verre Oosten krijgen Europese landen heel andere benamingen, zo zag ik laatst op een - je raadt het al - landkaart. Hierboven zie je de kaart van Europa met daarop de letterlijke vertalingen van benamingen die de Chinezen voor ons en onze buren gebruiken. Frankrijk is in hun ogen 'het land van recht'. Onze zuiderburen wonen in Billytime en de Duitsers hebben blijkbaar normen en waarden hoog in het vaandel. Volgens kritische internetbronnen moet je deze vertalingen met een korreltje zout nemen. Het zijn weliswaar letterlijke vertalingen van Chinese woorden naar het Engels, maar er wordt daarbij alleen gekeken naar hoe ze uitgesproken worden. Turkije - of 土耳其 - wordt bijvoorbeeld uitgesproken als "Tǔ ěr qí", wat zoveel als aarde en oor betekent. De oorsprong van het woord heeft waarschijnlijk niets met deze twee zaken te maken. Het is aannemelijker dat een Chinese handelaar in het verleden eens de benaming 'Turkey' hoorde, wat dan leek op de klanken die de beste man kende als oor en aarde. De oorsprong van landnamen als ’Meaning Big Profit’ voor Italië of ‘Braveland’ voor Groot-Brittannië is wel te herleiden. De Italianen onderhielden in de middeleeuwen nauwe handelscontacten met de Chinezen en de ‘dappere’ Engelsen hebben het veelvuldig aan de stok gehad met het Aziatische volk. Waar een deel van de Chinese benamingen vandaan komt, blijft misschien voor eeuwig een vraag. Het maakt mij eigenlijk ook niet zo heel veel uit, zolang ik maar in Lotus Orchid mag wonen.   We zijn altijd op zoek naar leuke verhalen over de herkomst van een woord of uitdrukking. Vind je dat je goed kunt schrijven en wil je jouw woordweetje terugzien op onze site? Stuur hier je woordweetje in. Gepubliceerde verhalen worden beloond met een leuk Taalvoutjes-pakket!

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Weet je wat ik een fantastisch fenomeen vind? Een 'mondegreen': een voorgelezen stuk tekst dat verkeerd verstaan wordt en waar door de  hersenen een passend alternatief voor wordt bedacht. Denk bijvoorbeeld aan de Mama Appelsap-rage, vernoemd naar de tekst in Wanne be startin’ something van Michael Jackson waarin ‘Mama-se mama-sa ma-ma-coo-sa’ wordt gezongen, door sommigen verstaan als Mama Appelsap. In korte tijd doken er verschillende buitenlandse liedjes op waar je Nederlandse of Engelse alternatieve woorden in kon verstaan.[/intro] Door Ties Rohof De internethit Benny Lava heeft op die manier zijn cultstatus verkregen. Soms slaan de ondertitelaars de plank helemaal mis, maar dat maakt niet echt uit, want het filmpje is al hilarisch genoeg. Mijn favoriete mondegreenlied is Moskau, net als Benny Lava ondertiteld door Buffalax. Hierin zingen vijf uitermate opgetogen Duitsers een onsamenhangende tekst over porselein en kaviaar. Dit alles op een jaren 80-discobeat, terwijl een opgemaakte tsaar op de voor- én achtergrond epische dansjes doet. Het internet kan zo mooi zijn. Datzelfde internet leert me dat het woord 'mondegreen' zelf ook een mondegreen is. Het dankt zijn naam aan het Schotse gedicht The Bonny Earl O'Moray. De eerste strofe van dit gedicht eindigt met: They have slain the Earl of Moray / and they laid him on the green. De Amerikaanse schrijfster Sylvia Wright verstond als kind They have slain the Earl of Moray / and the Lady Mondegreen. Zij was dan ook degene die in 1954 het verschijnsel van verkeerde interpretaties de naam 'mondegreen' meegaf. Dat is maar goed ook, want in Nederland hebben we eigenlijk geen synoniem hiervoor. Een woord als ‘verhoring’ zou kloppen, maar is nog lang niet ingeburgerd. Woord of geen woord, belachelijke filmpjes zijn er genoeg. Op dit moment kan ik al heel veel nummers niet meer horen zonder dat ik aan de Mama-Appelsapversie denk. Dat is allemaal geen probleem, zolang ik ze maar niet hardop meezing. http://www.youtube.com/watch?v=XWco7oZ9XYQ Heb jij nog voorbeelden van mondegreens? Hoor jij bijvoorbeeld altijd iets anders dan bedoeld is in een liedje? Laat het ons hieronder weten! Nog meer Mama-Appelsapjes vind je op 3FM.

923 shares

Ik snap 'm niet

Bij mij om de hoek, hier in Nijmegen, zit een friettent die lokaal befaamd is. Hoewel er ‘Corry’ op zijn gevel prijkt, noemt de hele stad de zaak Feli, naar de Turkse eigenaar die mij ooit lachend vertelde dat een oud-Hollandse naam nu eenmaal meer klanten trekt.   Door Ties Rohof     Bij de zelfbekroonde ´frituroloog´ kun je, naast patatjes heilige oorlog en Jos Brinkies, sinds kort ook pizza’s bestellen.  De goedkoopste en daarom populairste soort onder de voornamelijk Nederlandse klanten is de pizza Margherita. En net als bij de friettent kwam die naam niet zomaar uit de lucht vallen. Aanvankelijk was de pizza voedsel voor de arme Italiaanse bevolking. Het was niet meer dan een deeglaag met tomatensaus en - als je geluk had - wat kaas. Daar kwam in 1889 verandering in.  De Italiaanse Koning Umberto de Eerste en zijn vrouw, prinses Margaretha, kwamen op visite bij de Napolitaanse chef-kok Rafaelle Esposito. Speciaal voor de gelegenheid bedacht hij een pizza die bestond uit de kleuren van de Italiaanse vlag. Hij presenteerde het koninklijk echtpaar een deegschijf met groene basilicum, rode tomatensaus en witte mozzarella. Umberto en Margaretha waren helemaal ondersteboven van het gerecht. Prinses Margaretha schreef daarom een dankbrief aan Espito, die zich zo vereerd voelde, dat hij zijn nieuwe creatie naar de prinses vernoemde. De pizza Margherita was een feit. De pizza klom in één klap op van zwervershap tot koninginnenkost. Mocht je dus de volgende keer niet weten welke pizza je moet bestellen, kies dan voor de Margherita. Dan eet je als een vorst.

923 shares

Ik snap 'm niet

Eigenlijk hebben Nederlanders het niet getroffen, taaltechnisch gezien dan. Internationaal is apartheid het meest gebruikte Nederlandse woord, dan weet je het eigenlijk al. En going Dutch betekent in het Engels dat je alleen voor jezelf betaalt. Ons imago kan beter. We zijn met z’n allen gewoon racistische knieperds; zuinig met ons geld, vrijgevig met onze vooroordelen.   Door Ties Rohof     Nu weet ík natuurlijk dat dat niet waar is. De Nederlanders hebben deze wereld ook mooie zaken gebracht. Neem de stichting van Nieuw Amsterdam in 1625. Dit gebied zou bijna veertig jaar later in handen komen van de Engelsen die het de weinig originele naam New York gaven. Maar nog steeds zijn daar sporen van de Nederlandse aanwezigheid te vinden. Denk bijvoorbeeld aan Harlem (Haarlem), Brooklyn (Breukelen), Coney Island (konijneneiland) en Staten Island (verwijzing naar de Nederlandse Staten Generaal). Ook Wall Street dankt zijn naam aan ons kaaskoppen. Nee, hij is niet vernoemd naar de Wallen, maar heeft zijn naam waarschijnlijk te danken aan de verdediging van de stad. Om indianen, Fransen en Engelsen buiten te houden, bouwden de Nederlanders een muur, een wal die het beschermen van de stad vergemakkelijkte. Zo’n ding valt natuurlijk op. De naastgelegen straat werd de Walstraat gedoopt. Nadat de Engelsen de touwtjes in handen hadden gekregen, bleef de naam vrijwel hetzelfde. Wall Street was geboren. Maar stiekem hebben de Hollanders zelfs buiten de Big Apple invloed gehad. Zo kan het woord Yankees, zoals de (noordelijke) Amerikanen ook wel spottend worden genoemd, teruggeleid worden naar het Nederlands. Britse kolonisten merkten op dat de namen Jan en Kees wel erg veel voorkwamen in de Nederlandse kolonie. Ze gaven hen daarom de bijnaam ‘Jankees’, wat later verbasterde tot Yankees. Hoewel de Nederlanders intussen al weer lang vertrokken zijn, is de term Yankee een fenomeen geworden. Heb jij een woordweetje waar Ties over zou moeten schrijven? Of ben je benieuwd naar de herkomst van een specifiek woord? Laat het ons weten via een reactie hieronder!

923 shares

Ik snap 'm niet

De datum is 13 april 1888. In een lokale Parijse krant leest Alfred Nobel dat 'ie dood is. Hij controleert zijn hartslag en kijkt in de spiegel. Volgens de medische standaarden is hij nog gewoon onder de levenden. Maar waarom staart hij dan nu naar zijn eigen necrologie?   Door Ties Rohof       Dat komt doordat mensen weleens een foutje maken. Of, zoals in dit geval, een blunder. Alfred had namelijk correct vastgesteld dat hij nog leefde. Journalisten hadden hem alleen verward met zijn onlangs overleden broer Ludvig. De Zweedse Alfred Nobel was bekend en rijk geworden door een uitvinding die oorlogsvoering drastisch zou veranderen: dynamiet. En wat ze in de krant over hem schreven na zijn ‘dood’, was niet al te mals. Hij moet met tranen in zijn ogen hebben gelezen dat hij werd gekroond tot ‘handelaar van de dood’. Alfred had geprofiteerd van alle oorlogsslachtoffers die dankzij zijn uitvinding het loodje hadden gelegd. Al met al was hij daarom een slecht en zelfzuchtig mens, aldus de media. Zo wil natuurlijk niemand herinnerd worden. Alfred legde de krant neer en realiseerde zich dat het nog niet te laat was om zijn naam te zuiveren. De naam Nobel zou voor vooruitgang moeten staan. Hij bedacht daarom de prijs die symbool staat voor zaken die de wereld beter maken: de Nobelprijs. Deze beloning wordt jaarlijks uitgereikt aan toonaangevende wetenschappers op het gebied van natuurkunde, scheikunde, geneeskunde, letterkunde en de vrede. In zijn testament stelde hij vast dat zijn omvangrijke erfenis moest worden gebruikt om deze prijzen te financieren. Zo werd 'ie tenminste ook niet als een gierigaard herinnerd. Een nobel streven.

923 shares

Ik snap 'm niet

Weet je wat ik nooit heb begrepen? Waarom er ice tea bestaat met de naam 'Nestea'. Spreek dat woord eens hardop uit. Nasty. Je koopt dus een product dat zichzelf al ranzig noemt. “Hey, doe mij een nasty.” Nu weet ik wel dat het een samentrekking van het merk ‘Nestlé’ en het product ‘tea’ is, maar toch… Je gaat je afvragen of andere merken wel over hun naam hebben nagedacht.   Door Ties Rohof       Wat voor naam is 'Haribo' bijvoorbeeld? Na het bekijken van wat Duitse websites, moet ik concluderen dat er wel degelijk goed over nagedacht is. Door Hans Riegel uit Bonn om precies te zijn. Hans Riegel uit Bonn. Zie je ‘em? Maar ook Hollanders kunnen er wat van. Wat dacht je van 'Conimex'? Als ik die naam hoor, denk ik aan een Oegandese rebellenleider die een drankspelletje doet. De realiteit is minder willekeurig: 'conserven import en export'. Dan heb je nog 'FEBO', het bedrijf dat volgens onze Barney "a piece of Dutch history" is. De snackbarketen is vernoemd naar de Ferdinand Bolstraat in Amsterdam, waar de oprichter aanvankelijk een bakkerszaak wilde openen. Duo Penotti was een openbaring voor me. Ik vroeg me altijd af in welk Italiaans dorp de chocopasta werd gemaakt. Blijkt dat Penotti voor Peeters Noten Industrie staat, een onderneming uit Roosendaal. Die tweede t? Geen idee. Hetzelfde geldt voor SPAR, een bedrijf waarvan ik toch echt zeker wist dat het Duitse roots had. Mijn leven bleek één grote leugen toen ik las dat ook dit een Nederlands bedrijf is. SPAR is namelijk een afkorting voor “Door Eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig”. Al die etymologieën van merknamen hebben me aan het denken gezet. Zoals je ziet, zijn de meeste merknamen een samentrekking. Als ik een afkorting maak van de eerste letters van mijn voornaam, achternaam en geboorteplaats krijg ik TiRoDo®. Op een of andere manier doet me dat denken aan een low budget pretpark. Toch geloof ik dat er nog wel merkwaardiger namen bestaan. Dus lezers, doe mij een plezier en schrijf jouw merknaam hieronder op. De origineelste naam mag als eerste over de kop in mijn gammele achtbaan.

923 shares

Ik snap 'm niet

Niets is zo gemakkelijk als een onomatopee: een stijlfiguur waarbij een of meerdere woorden een geluid nabootsen. Denk bijvoorbeeld aan 'slurpen' of 'piepen'. Het is recht voor zijn raap en iedereen weet waar je het over hebt. Toch zit er soms een addertje onder het gras.

Door Ties Rohof

Het woord 'onomatopee' komt uit het Grieks en is een samenstelling van onoma (naam) en poieō (Ik verzin, ik maak). Ik had er moeite mee om het woord te onthouden, totdat ik het geheugensteuntje hoorde van de cabaretier Lambert-Jan Koops. Beeld je een deftige Engelsman in die een strandwandeling maakt en bij een stevige windvlaag achterom kijkt en roept: “Oh no, my toupet!” Dat vergeet je nooit meer.

De Nederlandse taal zit vol met die onomatopeeën en ze verklaren vaak de vreemdste woorden. Soms verwacht je ook niet dat je te maken hebt met een klanknabootsing. Neem bijvoorbeeld het woord 'poespas', dat ‘gedoe om niks’ betekent. Je verwacht het niet, maar het is een nogal moeilijke onomatopee.

Mensen konden vroeger heel erg van poespas genieten. Het was namelijk een gerecht dat in de zeventiende eeuw was ontstaan en dat bestond uit uiteenlopende soorten groente en vlees; een soort stamppot dus. Het dankte zijn naam aan het soppende geluid (poesh-pash) dat het goedje maakte als je het omroerde. Hoe het woord synoniem is gaan staan voor onnodige commotie is moeilijk te zeggen. Misschien omdat een simpele handeling (het roeren) zorgt voor veel herrie (poespas), maar dat is een eigen invulling.

Dus, de volgende keer dat je iemand een heleboel herrie ziet maken zonder duidelijke reden, moet je hem maar naar de keuken verwijzen. Met een schort. Het spul schijnt nogal te spetteren.


923 shares

Ik snap 'm niet

Geschiedenis is prachtig. Als geschiedenisstudent moet ik die stelling geregeld verdedigen. Mensen vragen me dan: “Wat vind je er dan zo leuk aan?” en “Wat wil je er later mee gaan doen?” Allemaal erg confronterend. Toch weet ik op de eerste vraag meerdere antwoorden die allemaal neerkomen op één ding: het heden is het resultaat van het verleden.   Door Ties Rohof   Omdat ik niet heel filosofisch ben aangelegd en mij al helemaal niet als zodanig wil voordoen, zal ik een concreet voorbeeld geven. Neem nu Groenland. Nee, dat is niet dat land met vulkanen en schulden. Dat is IJsland. Groenland is dat grote onderschatte stuk grond dat rechtsboven Canada drijft. Bijna niemand weet dat de naam gebaseerd is op een slim marketingtrucje. Het begon allemaal in de tiende eeuw na Christus. De Noor Erik de Rode was samen met zijn familie verbannen uit zijn moederland, omdat zijn vader daar enkele mannen om zeep had geholpen. Het gezin kwam terecht op IJsland, waar Erik zelf ook aan het moorden sloeg. De rotte appel valt blijkbaar niet ver van de boom. Rond 980 werd Erik daarom óók vogelvrij verklaard, waardoor hij weer op zoek moest naar een nieuwe woonplek. De toen 32-jarige, in zijn eer gekrenkte Viking had verhalen gehoord over een nog grotendeels onbekend land ten westen van IJsland en voer er met een schip heen. Na drie jaar te zijn weggeweest, keerde de Viking terug naar IJsland. Hij had naar eigen zeggen iets prachtigs ontdekt, dat hij maar al te graag deelde met zijn landgenoten. Een rijk dat dichtbij lag en uitermate vruchtbare grond had. Er was daar maar één allesoverheersende kleur en daar was de plek dan ook naar vernoemd: Groenland. De IJslanders stonden te trappelen om naar dat nieuwe stuk grond te verhuizen. Erik werd door de staat tot ‘hoogste man van Groenland’ benoemd en met een groot aantal kolonisten trok hij naar het nieuwe grondgebied. Eenmaal daar aangekomen hebben veel kolonisten vermoedelijk spijt gekregen van de tocht. Erik had zijn verhaal een tíkkeltje overdreven. Of liever gezegd: ronduit bij elkaar gelogen. Ze bevonden zich namelijk in een onherbergzaam gebied waar wegens de kou amper iets kon groeien. Erik had ongetwijfeld al bedacht dat als hij het 'Onvruchtbaarland' of 'Waarbeniknubeland' zou noemen, maar weinig kolonisten hem zouden respecteren, laat staan dat ze hem zouden helpen een natie op te bouwen. Conclusie? Dankzij een Viking met bewijsdrang noemen wij tegenwoordig een land dat eigenlijk helemaal niet zo groen is, Groenland. Geschiedenis kan gevormd worden door één man met een belofte. En in dit geval is die belofte zo oud als de mensheid: het gras is altijd groener aan de overkant. Heb jij een woord waarvan je graag de herkomst wilt weten? Of weet je zelf een leuk verhaal over een woord? Laat het ons weten in een reactie hieronder!

923 shares

Ik snap 'm niet

Iedereen had er vroeger wel een: een teddybeer. Die van mij was lichtblauw. Hij miste een oog en had een scheve glimlach. Ik noemde hem Teddy. De originaliteitsprijs zou ik er niet mee winnen. Maar wist ik veel dat ik mijn dierbare knuffel indirect vernoemd had naar een Republikeinse Amerikaanse president?   Door Ties Rohof   Er doen verschillende verhalen de ronde over de herkomst van het woord teddybeer. Het heersende verhaal gaat als volgt: in 1902 was de Amerikaanse president Theodore Roosevelt aan het jagen op beren in de bossen van Mississippi. Alle mannen in zijn jachtpartij hadden al een dier geschoten, maar arme Teddy - zoals de president liefkozend in de volksmond genoemd werd, al had hij er zelf een hekel aan - had nog geen geluk. Om de president niet in verlegenheid te brengen, sloegen enkele mannen een zwarte beer bewusteloos, bonden hem aan een boom en spoorden vervolgens Roosevelt aan het dier te doden. Deze was echter van mening dat het onsportief zou zijn om het weerloze dier af te schieten. Hij liet de beer wél afmaken om het verder leed te besparen, maar telde dit niet als een punt in de wedstrijd. Wat een sportieve kerel! Cartoonist Clifford Berryman zag zijn kans schoon en maakte een politieke spotprent van de jachtscène, getiteld Drawing the line in Mississippi (een verwijzing naar een grensconflict dat op dat moment speelde), met een wel heel schattig beertje. Morris Michtom, een poppenmaker, zag de prent en werd geïnspireerd om het beestje na te maken. Hij fabriceerde een knuffelbeer die hij in de vitrine van zijn New Yorkse speelgoedwinkel plaatste. Met goedkeuring van Theodore Roosevelt noemde hij de knuffel Teddy’s Bear, vernoemd naar de president waar men zo om kon lachen. De knuffel werd een internationaal succes en de naam was al snel een fenomeen. Theodore mag dan wel al bijna honderd jaar dood zijn, zijn beer kom je nog in iedere kinderkamer tegen en dat heeft geen enkele president hem nagedaan. Toch denk ik dat de tijd rijp is om een nieuwe knuffel te introduceren. Een bruine beer die dolgraag iedereen aan een zorgverzekering helpt: de Obamacare bear!   Heb jij een woord waarvan je heel graag de herkomst wilt weten? Of weet je zelf een leuk verhaal over een woord? Laat je reactie hieronder achter! 

923 shares

Ik snap 'm niet

Onlangs kwam in Nijmegen een bekende Nederlander langs. Dat is voor een stadje zoals Nimma een groot ding. Ik zie eigenlijk nooit beroemdheden van eigen bodem. Alhoewel, twee weken geleden zag ik volgens mij Pieter Derks fietsend zijn hond uitlaten. Maar dat kon net zo goed ook iemand anders zijn met humor en een bril. Voor een cabaretier keek hij namelijk behoorlijk verdrietig toen hij de halfharde diarree van zijn cocker spaniel op moest ruimen.   Door Ties Rohof   Hoe dan ook, de bezoekende BN’er in kwestie was niemand minder dan Matsoe Matsoe. Je weet wel, die jongen die berucht werd door mee te doen aan ‘Oh oh Cherso’, dat geweldige sociale experiment waarin Haagse jongeren de culturele wereld van het Griekse Chersonissos induiken. Joey, zoals Matsoe Matsoe eigenlijk heet, was en is misschien wel de enige Nederlander die permanent ondertiteling nodig heeft bij alles wat hij zegt. Hij kwam langs in Nijmegen om als deejay op te treden. Want als Joey iets leuk vindt, dan zijn het wel felknipperende lichtjes en de kracht van herhaling. Over zijn optreden zelf mag ik niet oordelen, daar was ik niet bij. Van anderen heb ik vernomen dat hij het verbazingwekkend goed deed. Alleen was er één dingetje dat sommige bezoekers irriteerde: hij bleef maar vragen of er Hagenezen in the house waren. Die waren er logischerwijs niet, maar omdat Matsoe geen reactie kreeg, bleef hij doorvragen. Iemand had na zijn act - want dat scheen het te zijn - gevraagd of Hagenaren geen synoniem was voor Hagenezen. Matsoe had luidkeels ‘Nee!’ geroepen. Daar was geen ondertiteling voor nodig. En toegegeven, hij had gelijk. Er is daadwerkelijk een verschil tussen een Hagenaar en een Hagenees, hoewel niet iedereen het er over eens is wat de twee van elkaar onderscheidt. Uiteraard kan een Hagenees of Hagenaar dit zelf het beste uitleggen, maar ik zal een poging wagen. De Hagenezen zouden voornamelijk bestaan uit de harde kern inwoners. Het soort dat met mooi weer in onderbroek en witte sokken een blik pils in zijn voortuin gaat nuttigen. De Hagenaar is het tegenovergestelde. Hij vertegenwoordigt een kakkerig type dat wel in Den Haag woont maar er niet geboren is. Hij (of zij) is wel trots op de stad, maar heeft er desalniettemin een minder sterke band mee. Historisch gezien is er wel een duidelijke scheiding tussen de twee termen. Het verschil gaat zelfs terug naar de tijd dat Den Haag zich nog moest ontwikkelen tot stad. ’s-Gravenhage is namelijk deels gevestigd op zandduinen en deels op veengronden. De Laan van Meerdervoort, met 5,8 kilometer de langste straat van Nederland, vormde toen een scheidslijn tussen die twee gronden. Aan één zijde van de straat woonden de rijken - de Hagenaren dus - op het zand. De Vogelwijk en het Statenkwartier zijn verrezen op deze zanderige ondergrond. De minder bedeelde Hagenezen woonden op hun beurt weer op de vochtige veengronden. Hedendaagse wijken als Morgenstond en Moerwijk behoren tot dat gebied. De huidige Haagse stadskleuren zijn een verwijzing naar die scheiding: het geel staat voor zand, het groen voor de veengrond. Inmiddels zijn de scheidslijnen wel wat vervaagd. Maar noem een Hagenees nooit een Hagenaar. Of andersom.   Heb jij een woord waarvan je heel graag de herkomst wilt weten? Of weet je zelf een leuk verhaal over een woord? Laat je reactie hieronder achter! 

923 shares

Ik snap 'm niet

De fiets. Op een stilstaande NS-trein na is het misschien wel het meest Nederlandse vervoermiddel dat we kennen. Wij Nederlanders zijn sinds de uitvinding van het ding echte fietsexperts geworden. Toeristen kijken hun ogen uit wanneer Nederlandse moeders voorbij fietsen met kinderen achterop en een volle boodschappentas aan het stuur, terwijl ze acrobatische toeren uithalen. Those crazy Dutch! Door Ties Rohof   Hoe kaaskoppig fietsen ook is, vorig jaar bleek dat het woord ‘fiets’ niet eens echt Nederlands is. Nee, het zou van onze oosterburen komen. Die hebben blijkbaar altijd al iets met fietsen gehad. Joh. Toch duurde het lang voordat we tot die conclusie kwamen. Jarenlang waren etymologen het oneens over de oorsprong van die benaming van de tweewieler. Sommigen dachten dat het van het Zuid-Limburgse vietse - wat zoiets betekent als hardlopen -  afstamde. Anderen waren ervan overtuigd dat het om een verbastering van het Franse woord vélo ging. Taalwetenschappers zaten met de handen in het haar en zagen geen oplossing. En wat doe je als je het echt niet meer weet? Juist! Dan grijp je naar de fles. De doorbraak kwam dan ook toen Gunnar de Boel, een taalkundige aan de universiteit van Gent, cider inschonk voor zijn Deutsche freunde. Cider, ofwel 'viez' (uitgesproken als fiets) in het Duits. Vermoedelijk ging er na een paar slokken bij De Boel een fietsbelletje rinkelen; vroeger heette de appelwijn ‘vice-vinum’, wat zoiets betekent als 'vervangwijn'. In de loop der tijd was het tweede deel van het woord echter komen te vervallen. Misschien was hetzelfde gebeurd met de fiets! In het Duits heette de fiets namelijk vroeger een ´vize-pferd’, een vervangpaard.  Net als bij de cider zou na een tijd alleen het eerste woord ‘vize’ nog gebruikt worden om een fiets te duiden. Volgens De Boel, die hulp kreeg van zijn collega Luc de Grauwe, verbasterde het woord en namen de Nederlanders het weer over. Zo was het cirkeltje rond. Alleen werd vize in Duitsland verdrongen door fahrrad, aldus de Gentse taalkundigen. Toch staat ook deze kersverse theorie alweer ter discussie. Het woord fiets kwam namelijk eerder voor in Nederland dan in Duitsland, maar of het toen ook al synoniem stond voor de tweewieler is niet zeker. Hoog tijd om een nieuwe fles cider open te trekken! Heb jij een woord waarvan je heel graag de herkomst wilt weten? Of weet je zelf een leuk verhaal over een woord? Laat je reactie hieronder achter! 

923 shares

Ik snap 'm niet

Misverstand op misverstand. Zo kun je de ontdekking van het Latijns-Amerikaanse continent wel kenmerken. Het begon natuurlijk met die goeie ouwe Columbus die ervan overtuigd was dat hij India had bereikt en daarom onterecht de lokale bevolking als Indianen betitelde. Diezelfde Columbus zou zich wel in zijn graf hebben omgedraaid als hij had geweten dat het nieuwe continent uiteindelijk niet naar hem, maar naar Amerigo Vespucci werd vernoemd, een Italiaanse ontdekkingsreiziger die aantoonde dat dit toch echt een ‘nieuwe wereld’  betrof. Amerigo’s eeuwige roem stopte daar niet; ook het paard van Sinterklaas werd naar hem vernoemd. Door Ties Rohof   Enfin, het continent had een naam, dus het was tijd om het te gaan koloniseren. De eerste contacten tussen de Spanjaarden en de Indianen verliepen moeizaam. De taalbarrière was muy grande en de communicatie soms een beetje klungelig.  Neem bijvoorbeeld de naam voor het Mexicaanse schiereiland Yucatán. Volgens de legende vroeg Hernan Cortés, een conquistador die later de Maya’s zou onderwerpen, aan de inheemse bevolking hoe het Midden-Amerikaanse schiereiland heette. De indiaan in kwestie verstond uiteraard geen Spaans en antwoordde met ‘Ma c’ubah than’, wat Cortés verstond als Yucatán. Zo’n 450 jaar later hebben experts van Mayaanse dialecten vastgesteld dat Ma c’ubah than zoiets betekent als ‘Ik begrijp je niet’ of ‘Wat zeg je?’. Lang leve het misverstand. Terwijl de Spanjaarden steeds verder Zuid-Amerika introkken, kwamen ze voorwerpen tegen die ze een naam moesten geven. Zo hadden ze nog nooit een avocado gezien. De vrucht (ja, het is een vrucht ) werd door de Azteken een ahuacatl genoemd, wat testikel betekent. De Spanjaarden verstonden aguacate wat bij de verspreiding in andere landen weer verbasterde tot avagato en avocado. Ook op de Caribische eilanden, vernoemd naar de Carib-stam die daar leefde, deden de Spanjaarden een schokkende ontdekking.  Het volk at namelijk de lichamen van overwonnen mannen en vrouwen. Het woord Caribna, zoals de stam door de ontdekkingsreizigers werd genoemd, verbasterde tot kannibaal en deed de Europeanen huiveren. Het bevestigde wat veel westerlingen al vermoedden; die indianen waren een stelletje barbaren. Een hele waslijst aan etymologieën, ik weet het.  Het toont ons twee zaken. Ten eerste waren de conquistadores ook maar mensen die af en toe een foutje maakten. Ten tweede kunnen we nu met een vrij grote zekerheid vaststellen dat Azteken heel vreemde testikels hadden. Man, man, man. Heb jij een woord waarvan je heel graag de herkomst wilt weten? Of weet je zelf een leuk verhaal over een woord? Laat je reactie hieronder achter! 

923 shares

Ik snap 'm niet

What’s in a name?

Het werkwoord ‘stieren’ zegt je ongetwijfeld niets. Toch bestaat het echt. In mijn vriendenkring althans. Stieren betekent dat je wel betaalt voor een activiteit, maar door een zekere passiviteit toch niet aan die activiteit meedoet.  Door Ties Rohof Een vriend van mij, Jos Stiers, heeft het woord de wereld in geholpen. Geheel per ongeluk overigens. Sterker nog, hij haat het woord. Jos had namelijk een reis geboekt naar Manchester; hij zou van daaruit na een week flink zuipen doorvliegen naar Spanje. Maar Jos had een probleem. De ochtend van zijn vertrek richting Engeland was hij zijn paspoort kwijt. Na lang zoeken kwam hij op een briljant idee: hij ging een uiltje knappen. Toen ik hem de volgende dag aantrof, vertelde hij me doodleuk dat hij niet meer ging. Ook het annuleren van zijn vluchten vond hij onnodig: “Dat komt allemaal wel goed,” stelde hij. Daar vergiste hij zich danig in: Jos moest alle kosten betalen. En zo is het stieren in mijn omgeving een begrip geworden. “Hè? Eet Henk niet mee? Hij had toch meebetaald?” “Ja, maar hij is moe. Hij stiert ‘em.”

Hooligan

Het zou niet de eerste keer zijn dat iemands achternaam een begrip werd. Neem het woord hooligan. Dat stamt waarschijnlijk af van de Houlihans, een Ierse familie die zich halverwege de 19de eeuw in Londen vestigde. Zoonlief Patrick kon zijn draai niet vinden in de grote stad. Hij werkte aanvankelijk als uitsmijter, maar verzamelde langzaamaan een groep criminele vrienden om zich heen die Jan en alleman beroofden. Uiteraard kregen de Londense media en politie hier lucht van. De gevaarlijke Houlihan werd een fenomeen en mettertijd werd de naam verbasterd tot ‘hooligan’.

Boycot

Er zijn meer Ierse achternamen die zich internationaal hebben gemanifesteerd. Wat dacht je van boycotten? Het woord stamt af van Charles Boycott. De Ierse landeigenaar werd in 1880 compleet genegeerd door zijn dorpsgenoten in Ballinrobe, omdat de pachters van Boycotts grond boos waren dat een aantal medepachters de toegang tot het land ontzegd was, nadat ze hadden geprotesteerd over de hoge pachtprijs. In plaats van geweld te gebruiken, wisten de pachters te bewerkstelligen dat werkelijk niemand meer iets met Charles te maken wilde hebben. Zijn post kwam niet meer binnen, hij kon nergens een biertje bestellen en hij kon geen arbeiders vinden die zijn oogst van het veld wilden halen. De arme Boycott was daardoor genoodzaakt om tegen een hoge prijs vijftig mannen uit Belfast in te huren. Uiteindelijk kreeg de Ier toch zijn oogst binnen, maar zijn naam was ondertussen synoniem geworden voor het uitsluiten van samenwerking.   Heb jij een woord waarvan je heel graag de herkomst wilt weten? Of weet je zelf een leuk verhaal over een woord? Laat je reactie hieronder achter!

923 shares

Ik snap 'm niet

“Eén kapsalon, alstublieft!”

De Nederlandse keuken wordt vaak tekortgedaan. Ons eten zou voornamelijk bestaan uit aardappels en draadjesvlees en de keuken wordt vaak – zelfs door Nederlanders - omschreven als eenzijdig, niet de moeite waard. Dat is natuurlijk onzin! Door Ties Rohof Want laten we wel wezen: in de Lage Landen is een van de meest voedzame (lees: calorierijke) gerechten ter wereld ontstaan: de kapsalon. Een bakje met friet, bedekt met shoarma, belegd met Goudse kaas en afgetopt met een salade. Best smakelijk, toch? Desalniettemin laat het woord ‘kapsalon’ nu niet meteen het water in de mond lopen; we associëren het eerder met krulspelden en kapstoelen. Er zit dan ook een speciaal verhaal achter de benaming van deze calorieknaller. De zaak van de Rotterdamse kapper Nathaniël Gomes liep storm in 2003. Het was zelfs zo druk in zijn zaak dat hij vaak de lunch moest overslaan en pas na zessen iets tot zich kon nemen. Omdat hij dan niet meer het geduld op kon brengen om ook nog een hele maaltijd klaar te moeten maken, liep hij geregeld na sluitingstijd binnen bij El Aviva, een nabijgelegen shoarmazaak. Om zijn honger te stillen, stelde hij een schotel samen met zijn favoriete ingrediënten. Dit waren frietjes, shoarma, wat kaas, een salade en sambalsaus. Nu is het vrij vermoeiend om iedere dag die waslijst aan bestanddelen op te noemen, laat staan als je de hele dag hebt gewerkt. En als je vaste klant bent, dan weet een goede buur vast wel wat je wilt hebben. Dus riep Turgut, de eigenaar van El Aviva, altijd als Nathaniël binnenkwam: “Eén shoarma kapsalon!” En wat Nathaniël lekker vond, konden andere klanten misschien ook appetijtelijk vinden. Dus Turgut besloot de schotel op de menukaart te zetten. Het gevolg? De kapsalon-gekte verspreidde zich door Rotterdam, bereikte vervolgens de Randstad en is ondertussen in heel Nederland te vinden. Zelfs België is al in de ban van de kapsalon. De toekomst van deze Rotterdamse uitvinding ziet er dus rooskleurig uit. Nederland is klein, eet groot.