#familie


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Met lange tanden aan tafel zitten. Uren naar je bord staren. Wie heeft het vroeger niet gedaan? Wat zei je moeder/vader/tante/opa dan? “Wat je niet lust, slik je maar door!” Of toch iets anders? Jaap Toorenaar heeft de mooiste uitspraken van Nederlandse ouders en grootouders verzameld. ‘De geschiedenis van ons gezinsleven, samengevat in familiespreuken.’[/intro] Door Stefanie Meijers Over eten valt veel te zeggen. Daarom wijdt Toorenaar er misschien wel twee hoofdstukken aan. Als ik bij de familie van mijn vriend zeg dat ik ‘goed’ gegeten heb, roept er altijd wel iemand: “Dan ga je lappen kakken!”, ter nagedachtenis aan hun opa. Ik moest er de eerste keer even over nadenken; de opa noemde textiel altijd 'goed'. Inmiddels gebruik ik de uitspraak zelf ook. Hij had zo in dit boekje gekund. Veel van de uitspraken zijn herkenbaar: je oma had het zo kunnen zeggen. Maar er staan ook nieuwe, minder voor de hand liggende spreuken in. Wat te doen als iemand je iets aanbiedt dat je niet blieft? Een van de tantes uit het boek weet er wel raad mee: “Kind, ik vind het heerlijk, maar ik hou er niet van.” Een vriendelijke steek onder water. ‘Mijn vader zei altijd’ is het vervolg op ‘Mijn moeder zei altijd’. Na het eerste boek bleven de inzendingen maar binnenstromen bij Toorenaar. Het loopt uiteen van lieve, aanmoedigende teksten, tot vuige, stoute en cynische uitroepen. Neem dit boekje ter hand als je behoefte hebt aan troostende woorden. “Alles komt goed met tijd en boterhammen.” “Voor nog niet gelegde eieren hoef je ook nog niet te kakelen.” “Er komen altijd mooiere bootjes dan er wegvaren.” Mooie wijsheden van lieve, oude tantes, ooms en opa’s. Maar het blijft familie en familie kan het nu eenmaal maken om ook gemene dingen te zeggen, als een zusje zich te zwaar opmaakt, bijvoorbeeld: “God schiep de mens en Max Factor zag dat het niet goed was.” Geweldige uitspraak om er eens in te gooien als iemand voor de spiegel staat te tutten. Misschien wel eerst uitproberen op je familieleden, voordat je er vriendschappen mee verpest. Toorenaar kan nog honderden boekjes maken met familiespreuken. ‘Mijn oma zei altijd’ en ‘Mijn betoverachterneef zei altijd’ zullen er misschien nog wel komen. Elke familie heeft z'n eigenaardigheden, maar toch heb je bij alle uitspraken in het boek het idee dat je het je oudoom hoort brommen. Of er schiet je meteen een spreuk uit je eigen familie te binnen. Mijn opa wilde met Pasen dolgraag de paus zien. De televisie had daar echter geen zin in. Opa werd kwaad, beukte op de tv en schreeuwde: “Urbi godverdomme!” Onze hele familie roept dit nu als techniek ons in de steek laat. Misschien stuur ik hem wel in voor ‘Mijn opa zei altijd’.
Is dit boek geschikt voor jou? JA: Je hebt een familie. Die dingen zeggen. Je houdt van bietjes. Goed zo, want: “Van bietjes krijg je mooie tietjes!” Ik eet vanavond in elk geval bietjes. NEE: Je wilt niet verrijkt worden door mooie uitspraken van de liefste tantes van Nederland. Je houdt ook niet van spruitjes. Zonde. “Van spruiten krijg je mooie kuiten!” Morgen eet ik spruitjes.
Auteur: Jaap Toorenaar Uitgeverij: Thomas Rap Verschenen: April 2017 Pagina’s: 176

Hebben?


923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]In 1999 werd mijn eerste kleinzoon Sam geboren, een heerlijk kind. Ik propte mijn fulltime baan in vier dagen om één dag per week op hem te kunnen passen. Hij was een modelkind en ongelofelijk ‘talig’. Zonder haperen sprak hij ingewikkelde zinnen uit en zijn woordenschat was heel groot. Nu zeggen alle oma’s dat natuurlijk over hun kleinkind, maar vier kleinkinderen verder vind ik nog steeds dat Sam opmerkelijk was. Hoewel ...[/intro]   Door Tonny Bosma Als tweejarige was Sam een heerlijke kletskous en kwebbelde er de hele dag op los. Hij was (en is) een kind met veel interesse in hoe dingen gebeuren en wat er allemaal mogelijk is. Hij begon al heel vroeg met praten en verbaasde mensen om hem heen met zijn woordenschat. Nieuwe woorden voegde hij moeiteloos toe en we hoorden onszelf vaak terug, wat nogal vreemd was uit de mond van een tweejarige. Dat ging natuurlijk niet altijd goed. Sam was veel buiten en vond alles even interessant. Hij hielp zijn opa altijd met klussen en draaide zijn hand niet om voor cement maken, timmeren en schilderen - op zijn eigen leeftijdsniveau, natuurlijk. Naast de speciekuip van opa stond zijn eigen emmertje. Elke week maaide opa het gras in onze tuin. Sam kwam altijd direct aanrennen als opa in zijn schuurtje verdween. Daar kwam op een gegeven moment, in het voorjaar de grasmaaier uit en Sam mocht meelopen achter de stang. Hij vond het geweldig. De week erop was hij er weer en hij zag opa naar het schuurtje lopen. "Gaan we masgraaien opa?", vroeg hij zakelijk. "Jazeker", zei opa, "wij gaan masgraaien, ben je er klaar voor?" Sam begreep niet waarom wij zo hard moesten lachen en voortdurend riepen dat masgraaien het leukste was om te doen. Er kwamen tussen 1999 en 2005 nog twee kleindochters en een kleinzoon in onze familie; in totaal vier heerlijke kleinkinderen op wie ik twee dagen in de week pas en aan wie ik heel veel plezier beleef. In 2012 kwam mijn laatste kleinzoon Marnix ter wereld, een onverwacht cadeautje en weer een heerlijk kind. Hoewel hij ruim anderhalf uur reizen bij mij vandaan woont, pas ik ook één dag per week op hem. Marnix is nu twee en hij is gek op zijn twee neven en twee nichten. Vooral zijn inmiddels vijftienjarige grote neef Sam vindt hij heel interessant. Bij Marnix thuis ben ik vaak samen met hem bezig in de grote tuin, want er is altijd wel iets te doen. Onlangs barstte er in de buurtuin ineens geronk los. Marnix legde een klein vingertje over zijn mond. "Ssst oma," zei hij. Zijn vingertje ging triomfantelijk de lucht in: "Masgraaien!" Zou het genetisch zijn? Bewaren Bewaren Bewaren