Column: anders is niet altijd vout

Beshittie_bescheten prijzen

Mooi! Met voldoening plof ik neer op het laatste zitje in een overvolle tram in het centrum van Den Haag. Sardientjes in een blik hebben méér ruimte. Plechtig beloof ik mezelf om de volgende keer de fiets te pakken. En dan echt.

Door: Jiska Duurkoop

Het bezoekje aan het centrum was het proppen overigens meer dan waard. Jezelf voor het eerst in de schappen zien staan, ja, dat is best bijzonder. Observeren dat winkelend publiek je debuut Straatpraat oppakt met de woorden: “Gaaf, een boek over Nederlandse straattaal!”  Simpelweg onbeschrijfelijk. Instagram zou zeggen: #livingmybestlife! Nog verrukt over deze mijlpaal en enigszins beschaamd over het feit dat ik als nuchtere Hollandse riep: “Dat boek heb ík geschreven!”, begeef ik me terug naar huis. Tot mijn grote genoegen zit ik naast twee straattaalsprekers. Het heeft zo moeten zijn. Een momentje van spontane veldobservatie als kers op de taart.

Niet veel ouder dan zeventien schat ik ze, de jongens die zich schuin tegenover me bedienen van een fraai staaltje straattaal. Waar dat taalvertoon bij mij vermaak oproept, wekt het bij andere reizigers vooral verbazing. En eerlijk is eerlijk: hun vieze gezichten lijken verloedering uit te stralen. De jongens praten intussen ongestoord verder. Ze nemen de week door in de veronderstelling dat hun onderlinge communicatie voor het niet-ingewijde trampubliek niet te volgen is. Schijnbaar moeiteloos schakelen ze bij de kaartjescontrole over op keurig, begrijpelijk en dus algemeen geaccepteerd Standaardnederlands. Ze rocken hier, zoals dat in het onderzoek heet, de codeswitching.

Voor de nieuwsgierigen: “No mang! Dit is de life!” [Nee man/vriend, dit is hét leven, dit is geweldig!]
“Dikke sma, heb die chickie als model opgeslagen, je weet tôgg…” [Prachtig meisje, ik heb haar als model in mijn telefoon opgeslagen, logisch.] “Ewa, ik ga met moeder een osso aan de Leyweg kijken.” [Hé, ik ga met mijn moeder een huis aan de Leyweg bezichtigen.]

Een prachtig voorbeeld van een van de straattalen die ons land rijk is. Straattaal kun je zien als een niet-standaardtalige informele spreekstijl. Een meertalige code met Nederlands als basis, veelal gehanteerd door Randstedelijke jongeren. Straattaal is een vindingrijke ‘doe het zelf’ (DIY: do it yourself) taalvariëteit waarbij de spreker naar hartenlust en goed afgestemd op de situatie aan het vlechten slaat. Er wordt geleend uit diverse taalbronnen die in de omgeving voorhanden zijn. Denk aan Surinaams, Turks, Berber, Marokkaans-Arabisch, Engels en tegenwoordig ook veel Spaans, et cetera. Daarbij geven straattaalsprekers vaak een draai aan bestaande woorden, qua woordstructuur en/of betekenis. Ook bedienen ze zich van zelfbedacht materiaal (neologismen) en spelen ze soms met lidwoorden en prosodie (toon, tempo en volume). Zolang het maar een bepaalde flow heeft en past bij de omstandigheden. Machtig en inventief hoe straattaalsprekers wisselen tussen verschillende talen en taalvariëteiten.

Gebrek aan kennis over beleving, bedoeling en gebruik van straattaal roept echter veel ondergangsdenken op en maakt ons weinig taaltolerant. Jammer! Straattaal wordt écht leuker en indrukwekkender naarmate je er meer van weet. Het is een mooi voorbeeld van de onvermijdelijke cumulatie van taalcultuur, waarbij het adagium geldt: het geheel is meer dan de som der delen.

Onthoud: taal is altijd in beweging. En ‘anders’ is niet altijd vout.
Kortom: blijf rustâgggg en lees StraatPraat, over het geheim van geheimtaal.


StraatpraatWINNEN!

Wil je kans maken op het boek ‘Straatpraat‘? Dat komt mooi uit, want we mogen vijf exemplaren ervan weggeven! Het enige dat je ervoor moet doen is in een reactie hier, op Facebook, Twitter of Instagram in je beste straattaal vertellen waarom jij dit boek zou willen willen. 🙂

De winnaars van de winactie hebben inmiddels bericht gekregen.


Over Jiska Duurkoop

Jiska Duurkoop combineert haar achtergronden in toegepaste psychologie en taalwetenschap en schrijft over de dingen die haar verwonderen. Straattaal is een oude jeugdliefde en daarom het onderwerp van haar eerste boek: StraatPraat. Hoe moderne straattaal Nederland verenigt en verdeeltMeer informatie: www.straatpraat.eu.

Meer van Jiska Duurkoop:

Column

Lydia Rood

Lydia Rood

Beerton Tekst van een winkeladvertentie in de schappen van een C1000-filiaal: *****zoenen, drie smaken in doos. Wat heeft er onder de sterretjes gestaan? Vijf l...


Column

Column: Weg met clichés

Column: Weg met clichés

Ik ben erg gevoelig voor taalfouten. Ik zie ze, ik hoor ze en eerlijk toegegeven: ik maak ze zelf ook weleens. Als versus dan, zij versus zei, je kent ze wel. N...


Column

Column: Dat scheelt weer een postzegel

Column: Dat scheelt weer een postzegel

Elke taal heeft ze: standaardzinnen die je gebruikt in alledaagse situaties. ‘Zo vind je nog eens wat’, ‘Het kan nooit ver meer zijn’ en ‘Ik zal blij zijn als h...