Woordweetje: Slurfdieren, graseters en pizzadieren

Als ik de baas zou zijn van Artis, dan zou de dierentuin er iets anders uitzien. Ik vind namelijk eigenlijk alles leuk in Artis. De dieren, de paadjes, de tuinen, de koffie, de uitgang. Maar er is één ding waar ik soms verdrietig van kan worden: dierennamen.

Soms denk ik na over taal. Over woorden, letters, zinnen, paragrafen en leestekens. Taal verbindt, verbroedert. Een woord zegt mij vaak meer dan duizend beelden. Taalgrappen, spitsvondigheden (lekker woord is dat trouwens), woordweetjes, etymologieën, ik vind ze allemaal fantastisch. Ze stimuleren je brein en je creativiteit. Er is geen woord dat nog niet uitgevonden is, want als er geen woord voor iets bestaat, dan bestaat het ‘iets’ simpelweg nog niet.

Ik verzin vaak bijnamen voor vrienden, plaatsen enzovoorts. Ik was er dan ook graag bij geweest toen de namen voor dieren werden verzonnen. Ik zou prachtige tongbrekers verzinnen, van axolotl, capibara, quokka en okapi tot allerlei andere nietszeggende namen waarvan het uitspreken al een avontuur op zich is.

Zeeëenhoorn

Vorig weekend was ik dus in Artis.Wat me enorm verdrietig maakte, is het volledige gebrek aan creativiteit die er heerste toen namen voor zeedieren werden bedacht.
“Jongens, hoe noemen we deze?”
“Wat is het?”
“Nou, het leeft in de zee en klinkt als een hond.”
“Mooi, noem die maar ‘zeehond’.”
“En deze?”
“Die is wat groter.”
“Mooi, dan is dat de ‘zeeleeuw’.”
“En deze?”
“Hij heeft een puntige snuit.”
“Ehm, doe maar ‘zeepaard’.”
En zo passeerden ook de zeekoe, de zeekat, de zeedraak en het zeevarken. Bah, zo gemakkelijk allemaal. Bovendien hebben ze de kans laten liggen om de narwal vervolgens een ‘zeeëenhoorn’ te noemen als geduchte concurrent voor het woord ‘feeëriek’ in het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Die had ik dan weer wel leuk gevonden. En voor iedereen die denkt dat eenhoorns niet bestaan: dat doen ze wel. We noemen ze alleen ‘neushoorns’. Ook zo’n bijzondere naam: hij heeft een neus en daarop een hoorn. Prima, laten we hem ‘neushoorn’ noemen.

Vogelbekdier

Het gebrek aan creativiteit gaat zelfs nog een stukje verder bij het vogelbekdier. Als we bij alle dieren zo te werk waren gegaan, dan hadden alle poezen, honden, paarden, koeien en geiten nu ‘staartdier’ geheten en was de olifant het ‘slurfdier’. Niet te verwarren met de miereneter, want die heeft ook een slurf maar hij is vernoemd naar zijn dieet. Dat kan natuurlijk ook. Dan zouden we in Nederland heel veel dieren hebben die ‘graseter’ zouden heten. Alle Nederlanders zouden gekwalificeerd kunnen worden als kaasdieren (klasse: mammalia, orde: primates), behalve mijn iets te dikke neefje. Die kunnen we het beste het ‘pizzadier’ noemen.
Dezelfde fantasieloosheid zien we bijvoorbeeld ook bij de brilbeer, de neusaap, de sterneusmol, de wandelende tak en de orang-oetan. “De orang-oetan?”, hoor ik je denken. Inderdaad, de orang-oetan. Het is namelijk niets anders dan het Maleise woord voor ‘bosmens’.

Er is één dier dat een veelbelovende naam heeft, maar dat me elke keer toch weer danig teleurstelt. Hoewel ik hem al jaren als huisdier heb, weigert mijn pantoffeldiertje categorisch om mijn pantoffels te halen. Gelukkig heb ik daar dan weer een heel lieve vriendin voor. Ik ga straks thuis overleggen of ik haar voortaan pantoffeldiertje mag noemen.

PS: Ik heb het zojuist gevraagd. Ze denkt er nog even over na.


Over Floris Mein
Columnist Floris MeinDacht jij dat de mensheid simpel in te delen was in alfa- en bètatypes? Dan hebben we de uitzondering op de regel te pakken. Overdag goochelt Floris met cijfers bij een bekende bank, ‘s avonds begeeft hij zich in de krochten van de taal. Als Bloggende Bankier deelt hij zonder enige gêne zijn trauma’s met strenge bibliothecaressen of date-ervaringen op Tinder. Dat hij überhaupt tijd vindt om te daten mag een wonder heten, want hij schrijft ook nog eens op vaste basis voor Taalvoutjes. Dat houdt hem in elk geval uit de buurt van allerhande Xantippes

Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.

Boekrecensie

Boekrecensie: Van Dale Spreekwoordenboek

Boekrecensie: Van Dale Spreekwoordenboek

Ze zijn stokoud en springlevend: Nederlandse spreekwoorden. Hou je er net als ik van om soms zomaar een archaïsch spreekwoord in je vocabulaire te knallen om je...


Column

Column: Zielig verhaal

Column: Zielig verhaal

Weet u waar uw ziel zit? Of bent u meer het zielloze type? Nou, ík weet het wel!    Door Sjuul Bosma     Als kind, in een grijs verleden, dacht ...


Column

Column: Aanbeland

Column: Aanbeland

Nieuwsgierig lees ik een bericht vol avonturen uit North Carolina: “Ik ben goed aanbeland!” Aanbeland? Alsof je na een lange, lange reis eindelijk v...


Column

Column: “Ik ook van jou”

Column: “Ik ook van jou”

Ik loop op straat als ik ineens op mijn schouder getikt word. “Mag ik u wat vragen?” Ik draai mij om en zie een man, gekleed in een iets te grote, donkerblauwe ...