#vol

Taalvoutje

Column: Vol

Column: Vol

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Taal verloedert. Of taal verandert, we zullen er maar aan moeten wennen. De moderne techniek bezorgt ons geregeld nieuwe woorden. ‘Appen’ staat vrijwel gelijk aan de beklemmende dwang om de wereld te laten weten waar je zo vol van bent. Dat alles doen we op een smartphone, ook al zo’n nieuw woord trouwens. Vast bedacht onder het credo: 'Wie zelf niet slim genoeg is, moet het maar van zijn telefoon hebben.'[/intro] Klaas Dozeman   Door Klaas Doozeman   Die volheid kom je steeds meer tegen. Zo is er het laatste decennium een woord met stille trom, fluistertoon en kousenvoeten vertrokken uit ons gangbaar taalgebruik: ‘riskant’. Tegenwoordig is een aangelegenheid meteen ‘risicovol’. Daarmee moge de toon gezet zijn: alles en iedereen is tegenwoordig vol van iets. Ondanks dat twintig jaar geleden de leus ‘Vol is vol’ al naar de verdoemenis verwezen werd, kwam ze toch weer via een achterdeurtje terug ons taalgevoel in. Risicovol. Het woord wordt nu zelfs gebruikt in krantenkoppen, dus zal het inmiddels wel algemeen aanvaard taalgebruik zijn. Er zijn meer voorbeelden. Zo las ik laatst over een humorvolle voorstelling van Max van den Burg. Toen ik hem voor het eerst zag optreden was hij nog humoristisch: het kan verkeren blijkbaar. Wat zal dan de vol-gende stap zijn? Worden alle woorden die eindigen op -lijk ook ineens -vol? Gevaarvol? Verschrikkevol? Onmiddelvol? (Wat dan eigenlijk een mooie creatieve omschrijving zou zijn voor de gemiddelde kaartverkoop van een groot festival, maar dat terzijde.) Of wat te denken van dat Sinterklaasliedje: 'Verwachtingsvol klopt ons hart, wie de koek krijgt, wie de gard?' Hoe dan ook, wie deze gang van zaken analyseert, ontdekt meteen een magnetronmaaltijdenmentaliteit bij de meeste mensen. Laten we alle fantastische woorden fantasievol maken, alle riskante woorden risicovol maken en alle andere woorden waar je ‘vol’ achter kunt zetten (behalve volle melk, dus) ook maar -vol als uitgang geven. Stel je voor dat het Nederlands daarmee begrijpelijker wordt voor iedereen. Dat ons lastige taaltje, dat net zoveel uitzonderingen kent als het gemiddelde wetboek, ineens een zekere vorm van eenvoud krijgt. Zou het daarom niet een volledig fijne ontwikkeling zijn? Bewaren