#Sanne Breedveld


923 shares

Ik snap 'm niet

Alweer een tijd geleden werd ik in een parfumwinkel aangesproken door een verkoper. Nadat ik hem op de hoogte had gesteld van mijn verwachte aankoop, gaf hij aan het product achter te hebben. Toen hij terugkwam uit het magazijn, zei hij me zojuist blij gemaakt te hebben met een dooie duif. Hij keek er een ook beetje beteuterd bij. Als een duif die net z’n laatste oortje had versnoept. Of eerder een broodkruimel.

Door: Sanne Breedveld

In ieder geval was mijn dag gemaakt. Wat een grandioze verspreking! Daar gingen mijn gedachten ook spontaan een beetje van fladderen. Want waarom vinden we eigenlijk dat het per se een dooie mus moet zijn? Daarbij klinkt dooie duif nog veel beter ook.

Nu zijn er wel meer mensen die erop los knutselen met spreekwoorden tegenwoordig. Dat is een interessante ontwikkeling, want er wordt ook beweerd dat we juist minder spreekwoorden gebruiken dan vroeger. De vraag is alleen of dat daadwerkelijk het geval is. Ik twijfel dan of we niet gewoon net zoveel spreekwoorden gebruiken, maar dan een wat creatievere versie van de bestaande.

Die nieuwe spreekwoorden brengen ook wel wat leven in de taal. Want waarom zouden we moeten vasthouden aan al onze oude spreekwoorden, maar voegen we wel ieder jaar een aantal nieuwe woorden toe aan de Van Dale? Van het woord 'pannenkoek' hebben we de spelling immers ook al een paar keer gewijzigd. Een vrijere invulling van een paar spreekwoorden zou dan toch ook moeten kunnen?  

Ik wil daarom voorstellen dooie duif vanaf nu ook goed te keuren. Maar ook geef ze een kruimel en ze nemen het hele brood krijgt wat mij betreft een mooi plekje in het spreekwoordenboek. En wat dacht je van ik voel me bloemig. Daar zit een kern van waarheid in; een roos is toch ook een soort bloem. Iedereen begrijpt heus wel wat je bedoelt. Bovendien klinkt dat enorm aandoenlijk en sprookjesachtig.

In ieder geval zou ik me als een vis in het water voelen als we wat nieuwe spreekwoorden zouden opnemen. Maar liever nog zou ik me een duif in de lucht voelen, want dat is nog altijd beter dan een dooie duif.


Welke creatieve verandering van een spreekwoord zou jij wel in de Van Dale willen zien? Laat het ons weten in de reacties!

Taalvoutje

Column: Tutoyeren

Column: Tutoyeren

923 shares

Ik snap 'm niet

[intro]Laatst vroeg iemand hoe het met me ging. "Goed! En met jou?", antwoordde ik. Later bedacht ik me dat ik misschien beter ‘u’ had kunnen zeggen. De persoon die vroeg hoe het met me ging, was namelijk een docent. Nu zeg ik tegen iedereen die ouder is dan ik altijd netjes ‘u’, tenzij ik een band heb met diegene. Maar hoe je een docent aanspreekt, vind ik dubieus. Je kent elkaar, je hebt wel een band, maar tegelijk is er een gepaste afstand. ‘U’ voelt te formeel, ‘je’ voelt te informeel.[/intro] sanne breedveld   Door: Sanne Breedveld   De twijfel of ik moet tutoyeren of vousvoyeren heb ik niet zelden. Wanneer is het ‘u’ en wanneer is het ‘je’? Volgens de etiquette horen mensen elkaar netjes met ‘u’ aan te spreken, maar de praktijk laat zien dat mensen wel ‘je’ zeggen wanneer zij iemand goed genoeg kennen. Net zoals ik dus ‘je’ zei tegen de betreffende docent. Had mijn wieg maar in Engeland of Duitsland gestaan, denk ik dan. Daar kennen ze dit probleem niet, of in elk geval in mindere mate. ‘U’ of ‘je’, in het Engels is het gewoon you. Lekker makkelijk. Noodzaak is wel dat de rest van je taalgebruik aansluit bij de vorm die je bedoelt, maar taal is zo rijk dat me dat niet het probleem lijkt. In Duitsland daarentegen hebben ze een inventief systeem met zelfs werkwoorden speciaal hiervoor (duzen en siezen). De regel is als volgt: iedereen die ouder is dan jij (of u) spreek je aan met ‘u’. Pas wanneer iemand je toestemming geeft om ‘je’ te zeggen, mag dat. Eigen initiatief wordt niet bepaald gewaardeerd. Nou gaat het in veel gevallen in Nederland goed, maar toch zal er niemand zijn die nog nooit een oeps-momentje heeft gehad als het om het tutoyeren gaat. Je schoonouders die je per ongeluk toch met ‘u’ aansprak, nadat ze je herhaaldelijk hadden gevraagd gewoon ‘je’ te zeggen, of een collega die je misschien beter wel met ‘u’ aan had kunnen spreken. Gelukkig is het in de meeste gevallen wel duidelijk. De burgemeester? U. Je baas? U. Je vrienden? Jij. Maar precies bij die mensen die je wel kent en waar je een band mee hebt, dáár zit de twijfel. Kun je alle collega’s met ‘je’ aanspreken? En mensen die je tegenkomt in je vrije tijd, zou je dan ‘u’ moeten zeggen als het leeftijdsverschil meer dan twintig jaar is? Een gemakkelijke oplossing zou zijn dat we hetzelfde doen als in Duitsland: heerlijk eenduidige regels en iedereen weet waar hij aan toe is. Maar toch ben ik daar geen voorstander van. Is het niet juist fijn om zomaar ‘je’ te kunnen zeggen tegen iemand? Het schept een band. ‘Je’ heeft iets lieflijks. ‘Je’ is iets voor mensen die je graag mag. ‘Je’ zorgt voor vertrouwen. ‘U’ creëert meteen een afstand en daar zit je soms niet op te wachten. Afwisselen kan ook, maar dat is een beetje vreemd. Misschien moet ik het de volgende keer dat ik niet kan kiezen maar gewoon vragen: “Mag ik u ‘jij’ noemen?”

Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.