Column: De taalnazi

gedanst of gedansd

Toegegeven: ik ben er zelf één. Professioneel gezien in ieder geval. Privé hopelijk wat minder. Hoewel, ik kan het vaak nog steeds niet laten om mijn vriend te corrigeren als hij weer eens “als mij” zegt in plaats van ‘als ik’. Uiterst irritant, die taalnazi.

Door Laura van Eerten

Overigens heeft mijn vriend wel een goed excuus voor deze taalfout. Hij komt namelijk uit Zuid-Limburg en in zijn dialect zeg je ‘es mich’. Vertaald naar het Nederlands, zijn tweede taal, maakt hij er dus ‘als mij’ van. Met dit in mijn achterhoofd probeer ik mijn commentaar voor me te houden, maar dat lukt helaas niet altijd. De taalnazi in mij heeft zijn voelsprieten altijd aan staan. En als ik even niet oplet, is hij me in een onbewaakt ogenblik voor met zijn reactie. Oeps. Sorry. Ik zal het nooit meer doen.

Op de een of andere manier kleeft het aan taal: zeuren. En vooral: zeuren over fouten. Ik krijg er dagelijks mee te maken op mijn werk, het Instituut voor de Nederlandse Taal. Mensen sturen mailtjes over een verkeerd afbreekstreepje in de nieuwsbrief, of we geen fatsoenlijk Nederlands woord voor ‘tools’ kunnen gebruiken op de website en dat er een tikfout in mijn e-mail staat. Vaak nog aangevuld met een bestraffend “foei!”, “dat noemt zich een taalinstituut” of “en u bent taalkundige?”. Want als taalkundige mag je sowieso geen taalfouten maken. En geloof me, daar doen we ons uiterste best voor. Maar dan kun je taalwetenschap gestudeerd hebben, al jaren werkzaam zijn in de taalwereld, talloze teksten geschreven en gecorrigeerd hebben: er sluipt toch weleens een foutje in. Stom. Maar ja, taalkundigen zijn ook maar mensen. En toch doet het altijd wel een beetje zeer als je op een foutje wordt gewezen, hoe klein ook.

Mijn collega’s kunnen er trouwens ook wat van. Dat het bij het doorlopen van het verslag van de vorige vergadering alleen maar gaat over ontbrekende hoofdletters, komma’s en spaties in plaats van over de inhoud. Natuurlijk kan een taalinstituut zich geen dt-fouten op de website veroorloven, maar om je nou druk te maken over typfoutjes in interne documenten … Dat vind ik wel erg ver gaan. Oké, grove taalfouten zoals ‘het is gebeurt’ of ‘het verslag die’, daar mag je elkaar wel op wijzen. Maar die komma of spatie te veel? Er zijn grenzen.

Waar die grens dan precies ligt? Context denk ik, en gevoel. Een persoonlijk berichtje van een vriend waar een fout in staat zal ik niet snel corrigeren. Maar officiële documenten of websites die bol staan van de spelfouten vind ik slordig en onprofessioneel. Een kleine moeite om even te laten nakijken door een taalnazi, denk ik dan. Soms merk ik dat mensen – die van zichzelf weten dat ze niet zulke taalhelden zijn – argwanend mijn kant opkijken als ze iets zeggen, bang om een fout te maken, zodat ik ze vervolgens recht in het gezicht kan uitlachen en ze genadeloos ga verbeteren. Bij mijn weten heb ik dat nooit gedaan. Maar die angst voor de taalnazi ken ik maar al te goed op het moment dat ik een webtekst, nieuwsbrief of column publiceer. En dat terwijl ik er zelf één ben.

Het goede nieuws is dat fouten juist ook voor hele grappige situaties kunnen zorgen. Dat vind ik ook zo leuk aan Taalvoutjes. Niet zeuren, maar lachen om fouten. En de taalnazi, die mag er zeker zijn, maar weet in welke situaties je hem even uit moet zetten.


Over Laura van Eerten

lauraTaalkundige bij het Instituut voor de Nederlandse Taal (IvdNT, voorheen INL) en blogger voor de rubriek Woordbaak: we mogen wel stellen dat Laura van Eerten net zo verzot is op onze taal als wij. Of misschien moeten we zeggen: verzot op woorden. Ze was zelf initiatiefnemer en auteur van het boek Waar komt pindakaas vandaan? en de opvolger Waar komt hagelslag vandaan?, waarover ze al eerder de column Woordbeleg voor ons schreef. Ook zit ze achter de jaarlijkse Weg met dat woord!-verkiezing.


Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.

Woordweetje

Woordweetje: de teddybeer

Woordweetje: de teddybeer

Iedereen had er vroeger wel een: een teddybeer. Die van mij was lichtblauw. Hij miste een oog en had een scheve glimlach. Ik noemde hem Teddy. De originaliteits...


Column

De draadloze quiz

De draadloze quiz

Van de spelling van dit woord kun je van alles maken. Want die Engelse uitspraak maakt het schrijven best lastig. Weet jij de juiste schrijfwijze?...


Column

Column: Dingen

Column: Dingen

Dingen. Het is een populair woord in de Nederlandse taal, dat te pas en te onpas wordt gebruikt. Columnist Dion van Meel kan erover meepraten....


Boekrecensie

Recensie: wat je zegt gaat vanzelf

Recensie: wat je zegt gaat vanzelf

Waarom zijn de woorden ‘papa’ en ‘mama’ in zo veel uiteenlopende talen zo vergelijkbaar? Is je schoonfamilie echt schoon, of misschien toch mooi? Hoezo is schel...