Column: Spreek je moerstaal

Al bijna driekwart van mijn leven woon ik in wat mijn destijds in Zwitserland woonachtige broer zo treffend das Baussenland noemde. Met mijn eerste (Franse) echtgenoot woonde ik in Duitsland, Frankrijk, Australië en Nieuw-Zeeland. Mijn tweede man was een Nieuw-Zeelander, dus al die op school geleerde talen kwamen mooi van pas.

sjuul julie bosma

 

 

Door Sjuul Bosma

Hoewel Echtgenoot nummer één wel met behulp van een boek van Louis Couperus een jaar Nederlands had gestudeerd aan de Sorbonne, was communicatie in mijn moedertaal zeer gebrekkig. Echtgenoot nummer twee bracht het nooit verder dan de woorden ‘gerookte paling’ en ‘half twaalf’, waar je in het Nederlands niet erg ver mee komt. Mijn Nederlands bleef dus al die jaren onder een dikke laag stof ergens op een plank liggen en werd alleen gebruikt in telefoongesprekken met familie.

“In welke taal denk en droom je eigenlijk?”, werd me vaak gevraagd door vrienden en door leerlingen aan de middelbare school waar ik Frans en Duits gaf. Wel, dat is heel eenvoudig. Ik denk meestal in het Engels, maar als ik over Franse, Nederlandse of Duitse mensen droom, doe ik dat in hun eigen taal. Maar in het Nederlands tel ik nog altijd rijen getallen op, ken ik van dozijnen liedjes uit mijn jeugd nog alle woorden en vloek ik verschrikkelijk als ik mijn tenen tegen de poot van mijn bed stoot.

Mijn moeder vond al die vreemde talen maar niets. “Laten ze hun moerstaal spreken!”, zei ze schamper toen haar zus uit Australië eens op bezoek was met dier kinderen. “Ze kunnen heus wel Nederlands praten. Allemaal aanstellerij, dat Engels!”

Maar oh, wat is het heerlijk om lekker Nederlands te praten als ik weer eens in Nederland ben. Ik vind het jammer dat ik dan zoveel met Engelse woorden en uitdrukkingen doorspekt Nederlands hoor en duik, net als Dagobert Duck, diep in de poel van mijn verrukkelijke moerstaal.
Op de bodem vind ik er woorden als ‘desalniettemin’ en ‘verfomfaaid’. Ik houd ze even koesterend tegen mijn wang en fluister: “Zie je wel, ik ben je nog niet vergeten.”

Ach ja mensen, mijn moeder had gelijk: Het is allemaal aanstellerij, dat Engels.



Wil jij jouw column gepubliceerd zien op de site én bovendien beloond worden met een mooi Taalvoutjes-pakket? Stuur je gedachtekronkels dan nu in!

Woordweetje

Woordweetje: Utrechter en Utrechtenaar

Woordweetje: Utrechter en Utrechtenaar

Volgend jaar een Utrechtenarenboot op de Pride in Amsterdam. Het is allemaal de schuld van de <vul hier een bevolkingsgroep in>. Ja, dat klinkt best wel r...


Woordweetje

Woordweetje: in het ootje nemen

Woordweetje: in het ootje nemen

De kans dat het je ooit is overkomen is groot. Een grap zit namelijk in een klein hoekje en het is altijd oppassen geblazen. Voor je het weet ben je in het ootj...


Column

Column: Op niks trekken

Column: Op niks trekken

Als Hollandse in Vlaanderen werken, dat levert nog wel eens een misverstand op. Gelukkig kon iedereen er hartelijk om lachen....


Woordweetje

Woordweetje: Laat je emoji’s de vrije loop

Woordweetje: Laat je emoji’s de vrije loop

De dikke duim. Dat is verreweg mijn favoriet. Elke keer als ik die gebruik, hoor ik mezelf stilletjes “Prima, joh” fluisteren. Want dat is wat die dikke duim vo...