Top 10 meest voorkomende taalfouten in het Nederlands
Dit zijn de 10 meestgemaakte fouten in het Nederlands!...
Welke familiespreuken zijn zo wijs, hilarisch of ontroerend dat ze een groter publiek verdienen? M’n speurtocht hiernaar begon in 2013 met een oproep in het maandblad van Onze Taal. In 2015 verscheen het boek ‘Mijn moeder zei altijd’, met daarin de mooiste uitspraken van ouders en grootouders. En nu is er deel twee: ‘Mijn vader zei altijd.’ Frits Spits noemde de nieuwe bloemlezing in De Taalstaat “een zeer aantrekkelijke verzameling van uitspraken die het verdienen herinnerd te worden.” Of dat klopt? Oordeel zelf, hier is alvast een voorproefje.
Door Jaap Toorenaar
“Pa, ik lust geen bloemkool.” “Dan krijg je wat anders.” “Wat dan?” “Bloemkool.”
Mijn vader zei soms over bekenden: “Die zijn zo arm, die zouden zich schamen voor de inbrekers.”
Mijn schoonmoeder zei vaak: “Elke mus denkt dat haar jongen adelaars zijn.” Het was haar variant op het tamelijk onbekende spreekwoord “Elk meent zijn uil een valk te zijn”: we zijn allemaal geneigd onze kinderen te overschatten.
We hadden het vroeger niet breed. Als mijn moeder koffie serveerde, zei ze vaak: “Het koekje is er al doorheen geroerd.”
Een wijsheid van mijn Vlaamse grootvader: “De trein van ‘Redt uzelf’ rijdt altijd.”
Bij een emmer vuil water zegt mijn moeder van 91 altijd: “Kom eens kijken, morenlullenwater.”
Mijn tante zei over een prostituee: “Ze heeft een winkeltje onder haar schortje.”
Ken jij ook uitspraken van familieleden of bekenden die niet in de bloemlezingen mogen ontbreken? Mail ze naar ouders@onzetaal.nl.
Hebben?
Beide boeken zijn natuurlijk ook gewoon te bestellen:
Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.
Dit zijn de 10 meestgemaakte fouten in het Nederlands!...
Eén keer in de zoveel tijd ga ik op bezoek bij m’n opa en oma. Dan spreken we over van alles en nog wat. Over serieuze dingen zoals het nieuws, de politie...
Zin in een avond ouderwets onder de tafel liggen van het lachen? Speel dan met minstens twee andere spelers het woordenboekspel. Je steekt er wat van op én R...
Daar sta ik dan als docent Nederlands. Ik loop vast. Ik twijfel. Ik stamel. Ik houd me in. Ik vecht tegen de bierkaai. Schipper tussen wat wel en niet ‘mag’ in ...